Service Manual

Stappen
1. Lijn de poorten op de systeemkaarteenheid uit met de slots in het chassis en zet de systeemkaarteenheid op de juiste plaats.
2. Schuif de systeemkaarteenheid om de lipjes waarmee deze aan het chassis is bevestigd te vergrendelen.
3. Plaats de acht schroeven (#6-32) terug waarmee de systeemkaarteenheid aan het chassis is bevestigd.
4. Plaats de kabels die u hebt losgekoppeld van de systeemkaarteenheid en bevestig deze.
OPMERKING: Voor informatie over sytsteemkaartconnectoren, zie "onderdelen van de systeemkaart".
Vervolgstappen
1. Plaats de processor.
2. Plaats de enkele grafische kaart of de dubbele grafische kaart, welke van toepassing is.
3. Plaats de koelvloeistof van de processor of de processorventilator en de warmteafleider, welke van toepassing is.
4. Plaats de draadloze kaart.
5. Plaats de SSD.
6. Plaats de geheugenmodules.
7. Plaats de linkerplaat.
8. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
OPMERKING:
Het serviceplaatje van uw computer bevindt zich op het moederbord. U moet het serviceplaatje
invoeren in het BIOS-setupprogramma als u het moederbord hebt teruggeplaatst.
OPMERKING: Wanneer het moederbord wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het
BIOS met behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals
aanbrengen nadat u het moederbord hebt vervangen.
De servicetag invoeren in het BIOS-setup-programma
Stappen
1. Zet uw computer aan of start de computer opnieuw op.
94
Onderdelen verwijderen en plaatsen