Users Guide

Table Of Contents
Informatie over het bedieningspaneel van de printer
123
4
56
7
89
Onderdeel Beschrijving
1 Display Geeft berichten en afbeeldingen weer met betrekking tot de status van de printer.
2
Navigatieknoppen Druk op de pijl omhoog of omlaag om door menu's of menu-items te bladeren, of een waarde
te verhogen of te verlagen wanneer u cijfers invoert.
Druk op de pijl naar links of rechts om door menu-instellingen (ook wel waarden of opties
genoemd) te bladeren of door tekst die doorloopt in een nieuw scherm.
3 Selecteren
Een menu-item openen en de beschikbare waarden of instellingen weergeven. De
huidige instelling wordt aangegeven met een sterretje (*).
Druk op deze knop om een weergegeven menu-item op te slaan als de nieuwe standaard-
instelling van de gebruiker.
Opmerkingen:
Als een nieuwe instelling wordt opgeslagen als de standaardinstelling, blijft deze van
kracht totdat een nieuwe instelling wordt opgeslagen of de fabrieksinstellingen worden
hersteld.
De standaardinstellingen die u hebt geselecteerd met het bedieningspaneel kunt u ook
wijzigen of vervangen door instellingen te kiezen in een toepassing.
4
Toetsenblok Hiermee voert u getallen of symbolen in op de display.
5 Back (Achter) Hiermee keert de display terug naar het vorige scherm.
6 Indicatielampje Geeft de printerstatus aan:
Uit - de voeding is uitgeschakeld.
Knippert groen - de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens
of met afdrukken.
Brandt groen - de printer staat aan, maar is niet actief.
Brandt rood: ingrijpen van gebruiker is vereist.
Omgaan met de printer
18