Users Guide
Table Of Contents
- Gebruiksaanwijzing
- Inhoudsopgave
- 1 Uw Dell-projector 6
- 2 Uw projector aansluiten 8
- 3 Uw projector gebruiken 17
- 4 Problemen met uw projector oplossen 43
- 5 Specificaties 48
- 6 Bijlage: Woordenlijst 55
- Uw Dell-projector
- Uw projector aansluiten
- Aansluiten op een computer
- Een computer aansluiten met een M1 naar D-sub/USB-kabel.
- Een computer aansluiten met een D-sub naar D-sub-kabel
- Aansluiten op een DVD-speler
- Een DVD-speler aansluiten met een M1 naar HDTV-kabel
- Een DVD-speler aansluiten met een D-sub naar YpbPr-kabel
- Een DVD-speler aansluiten met een RCA naar RCA-kabel
- Aansluiten op een DVD-speler met een S-videokabel
- Een DVD-speler aansluiten met een composietkabel
- Een DVD-speler aansluiten met een BNC naar VGA-kabel
- Professionele installatieopties: Installatie voor het besturen van het automatische scherm
- Installatie voor bekabelde RS232-afstandsbediening: Aansluiten op de PC
- Aansluiting op een commerciële RS232-besturingsbox:
- Aansluiten op een computer
- Uw projector gebruiken
- Problemen met uw projector oplossen
- Specificaties
- Contact opnemen met Dell
- Bijlage: Woordenlijst
- 1 Volledig aan/uit - meet de verhouding van de lichtuitvoer van een volledig wit beeld (volledig aan) en de lichtuitvoer van een volledig zwart beeld (volledig uit).
- 2 ANSI - meet een patroon van 16 afwisselende zwarte en witte rechthoeken. De gemiddelde lichtuitvoer van de witte rechthoeken wordt gedeeld door de gemiddelde lichtuitvoer van de zwarte rechthoeken om de ANSI- contrastverhouding te bepalen.
- Bijlage: Woordenlijst
- Contact opnemen met Dell

Uw projector gebruiken 27
HELDERHEID—Gebruik
en om
de
helderheid van het beeld aan te passen.
C
ONTRAST—Gebruik
en
om het
verschil tussen de helderste en donkerste
gedeelten van het beeld te regelen. Als u het
contrast aanpast, wordt de hoeveelheid
zwart en wit in het beeld gewijzigd.
KLEURTEMP.—Hiermee kunt u de
kleurtemperatuur aanpassen. Hoe hoger de
temperatuur, des te blauwer het scherm lijkt
en hoe lager de temperatuur, des te roder het
scherm lijkt. De gebruikersmodus activeert
de waarden in het menu Kleurinstelling.
G
EBRUIKERSKLEUREN—In deze modus kunt u
de kleurinstellingen voor rood, groen en
blauw handmatig aanpassen. Als u deze
waarden wijzigt, zal de kleurtemperatuur
automatisch worden gewijzigd in de
instelling Gebruiker. Druk op
Gebruikerkleur en ga naar het menu
Kleurinstelling.
V.
KEYSTONE—Hiermee kunt u de beeldvervorming aanpassen die wordt veroorzaakt
door de kanteling van de projector.
H. KEYSTONE—Hiermee kunt u de beeldvervorming aanpassen die door het kantelen
van de projector wordt veroorzaakt.
A
UTOM.TRAPEZIUM—Selecteer Aan om de automatische correctie in te schakelen
voor de verticale beeldvervorming die door het kantelen van de projector wordt
veroorzaakt. Selecteer Uit om de automatische correctie uit te schakelen.
H
ALFAUTOMATISCHE KEYSTONE—Selecteer Aan en druk op Enter om de
halfautomatische trapeziumcorrectie voor beeldvervorming te activeren. Er is een
specifiek beeldpatroon aanwezig op het scherm zodra het is geactiveerd. Volg de
onderstaande instructies om de instellingen vervolgens te voltooien.
• Pas de geprojecteerde beeldweergave aan zodat deze een geschikte locatie
inneemt op het scherm.
• Kies een hoek met de knoppen omhoog, omlaag, links of rechts en druk op
Enter om de trapeziumcorrectiewijze in te voeren.
• Verplaats de hoek met de knop omhoog, omlaag, links of rechts en druk op
Enter om te bevestigen.
Z
OOM—Druk op om een beeld maximaal tienmaal te vergroten op het
projectiescherm en druk op om het ingezoomde beeld te verkleinen.
B
REEDTEVERHOUDING—Selecteer een breedteverhouding om de weergave van het
beeld aan te passen.
• 1:1— Het beeld van de invoerbron wordt weergegeven zonder enige schaling.
Gebruik de breedte-hoogteverhouding 1:1 als u een van de volgende items
gebruikt: