Users Guide

Table Of Contents
Uw projector gebruiken 71
Beeldbeheer
Werkmodus: Hiermee kunt u de gebruiksstand selecteren. De twee opties
zijn: Normale stand en ECO-stand.
Projectorstand: Hiermee kunt u de projectorstand selecteren, afhankelijk
van de manier waarop de projector is gemonteerd. Er zijn 4
projectiestanden: Frontprojectie - bureau, Frontprojectie - plafond,
Spiegelprojectie - bureau en Spiegelprojectie - plafond.
Bron selecteren: In het menu Bron selecteren kunt u de ingangsbron voor
uw projector selecteren. U hebt de keuze tussen VGA-A, VGA-B, S-Video,
Composiet Video, HDMI en Draadloos/netwerk.
Videostand: Selecteer een stand om de beeldweergave te optimaliseren op
basis van het gebruik van de projector.
-
Presentatie:
beste keuze voor presentatiedia's.
-
Helder:
Maximale helderheid en contrast.
-
Film:
voor de weergave van film en foto's.
-
sRGB:
biedt een nauwkeurigere kleurvoorstelling.
-
Aangepast:
voorkeurstinstellingen van de gebruiker.
Leeg scherm: U kunt Aan of Uit selecteren.
Beeldverhouding: Hiermee kunt u de hoogte-breedteverhouding selecteren
om de weergave van het beeld aan te passen.
Helderheid: Selecteer een waarde van
tot om de helderheid van het beeld
aan te passen.
Contrast: Selecteer een waarde om het beeldschermcontrast aan te passen.
Klik op de knop Auto afstellen om de instellingen automatisch aan te passen.
Audiobeheer
Audio-input: selecteer de ingangsbron. De opties zijn: Audio-A, Audio-B,
Audio-C en HDMI.
Volume: Selecteer de waarde (0~20) voor het audiovolume.
Luidspreker: Selecteer Aan om de audiofunctie in te schakelen of Uit om de
audiofunctie uit te schakelen.
Volume alarm: Stel de geluidssterkte in voor het alarm (Uit, Laag, Midden
of Hoog) voor de toetsen voor het in/uitschakelen en waarschuwings- en
opdrachttoetsen.
Kik op de knop Standaard om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen.