Users Guide
Table Of Contents
- 1 Uw Dell-projector 6
- 2 Uw projector aansluiten 9
- 3 Uw projector gebruiken 22
- 4 Problemen met uw projector oplossen 79
- 5 Specificaties 87
- 6 Contact opnemen met Dell 92
- 7 Bijlage: Woordenlijst 93
- Uw Dell-projector
- Uw projector aansluiten
- Uw projector gebruiken
- Uw projector inschakelen
- Uw projector uitschakelen
- Het geprojecteerde beeld aanpassen
- Het zoomen en de focus van de projector aanpassen
- De grootte van het projectiebeeld aanpassen
- Het bedieningspaneel gebruiken
- De afstandsbediening gebruiken
- De batterijen van de afstandsbediening installeren
- Bedrijfsbereik met afstandsbediening
- Het OSD gebruiken
- Installatie draadloos netwerk
- De projector beheren vanaf het webbeheer
- De netwerkinstelling configureren
- Webbeheer openen
- Token voor toepassing maken
- Problemen met uw projector oplossen
- Specificaties
- Contact opnemen met Dell
- Bijlage: Woordenlijst
Uw projector gebruiken 71
Beeldbeheer
• Werkmodus: Hiermee kunt u de gebruiksstand selecteren. De twee opties
zijn: Normale stand en ECO-stand.
• Projectorstand: Hiermee kunt u de projectorstand selecteren, afhankelijk
van de manier waarop de projector is gemonteerd. Er zijn 4
projectiestanden: Frontprojectie - bureau, Frontprojectie - plafond,
Spiegelprojectie - bureau en Spiegelprojectie - plafond.
• Bron selecteren: In het menu Bron selecteren kunt u de ingangsbron voor
uw projector selecteren. U hebt de keuze tussen VGA-A, VGA-B, S-Video,
Composiet Video, HDMI en Draadloos/netwerk.
• Videostand: Selecteer een stand om de beeldweergave te optimaliseren op
basis van het gebruik van de projector.
-
Presentatie:
beste keuze voor presentatiedia's.
-
Helder:
Maximale helderheid en contrast.
-
Film:
voor de weergave van film en foto's.
-
sRGB:
biedt een nauwkeurigere kleurvoorstelling.
-
Aangepast:
voorkeurstinstellingen van de gebruiker.
• Leeg scherm: U kunt Aan of Uit selecteren.
• Beeldverhouding: Hiermee kunt u de hoogte-breedteverhouding selecteren
om de weergave van het beeld aan te passen.
• Helderheid: Selecteer een waarde van
tot om de helderheid van het beeld
aan te passen.
• Contrast: Selecteer een waarde om het beeldschermcontrast aan te passen.
Klik op de knop Auto afstellen om de instellingen automatisch aan te passen.
Audiobeheer
• Audio-input: selecteer de ingangsbron. De opties zijn: Audio-A, Audio-B,
Audio-C en HDMI.
• Volume: Selecteer de waarde (0~20) voor het audiovolume.
• Luidspreker: Selecteer Aan om de audiofunctie in te schakelen of Uit om de
audiofunctie uit te schakelen.
• Volume alarm: Stel de geluidssterkte in voor het alarm (Uit, Laag, Midden
of Hoog) voor de toetsen voor het in/uitschakelen en waarschuwings- en
opdrachttoetsen.
Kik op de knop Standaard om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen.