Users Guide
Uw projector gebruiken 35
COMPOSIET VIDEO—Gebruik en om de Composiet-video-ingang in of uit te
schakelen.
HDMI—Gebruik en om de HDMI-ingang in of uit te schakelen.
D
ISPLAYPORT—Gebruik en om de DisplayPort in of uit te schakelen.
OPMERKING: De huidige ingangsbron kan niet worden uitgeschakeld. Op elk
ogenblik moeten minstens twee ingangsbronnen ingeschakeld zijn.
FOTO (in pc-stand)
Met het menu Foto kunt u de weergave-instellingen van uw projector aanpassen.
Het menu Foto biedt de volgende opties:
V
IDEOSTAND—Hiermee kunt u de weergavestand optimaliseren: Presentatie,
Helder, Film, sRGB (biedt nauwkeurigere kleurweergave), en Aangep. (geef uw
voorkeursinstellingen op). Als u de instellingen aanpast voor Helderheid,
Contrast, Verzadiging, Scherpte, Tint en Geavanceerd, schakelt de projector
automatisch naar Aangepast.
OPMERKING: Als u de instellingen aanpast voor Helderheid, Contrast,
Verzadiging, Scherpte, Tint en Geavanceerd, schakelt de projector automatisch
naar Aangepast.
H
ELDERHEID—Gebruik en
om
de helderheid van het beeld aan te passen.
C
ONTRAST—Gebruik en om het beeldschermcontrast aan te passen.
G
EAVANCEERD—Druk op om het menu Foto geavanceerd te activeren. Zie
"FOTO GEAVANCEERD" op pagina 37.