Users Guide

Table Of Contents
185
2
Klik op
Printer toevoegen
om de wizard Printer toevoegen te starten.
3
Klik op
Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden
.
4
Selecteer de netwerkprinter in de lijst met gedeelde printers. Als de printer niet in de lijst
staat, typt u het pad van de printer in het tekstvak.
Voorbeeld: \\
<hostnaam printerserver>\<naam gedeelde printer>
De hostnaam van de printerserver is de naam van de printerservercomputer warmee deze
in het netwerk wordt geïdentificeerd. De naam van de gedeelde printer is de naam
die tijdens het installatieproces van de printerserver is toegewezen.
5
Klik op
OK
.
Als dit een nieuwe printer is, wordt u mogelijk gevraagd om een printerstuurprogramma
te installeren. Als er geen systeemstuurprogramma beschikbaar is, moet u een pad
opgeven naar beschikbare stuurprogramma’s.
6
Selecteer of deze printer op de client de standaardprinter moet zijn en klik op
Voltooien
.
7
Druk een testpagina af om te controleren of de installatie van de printer is geslaagd.
Als de testpagina met succes wordt afgedrukt, is de installatie van de printer geslaagd.
Een testpagina afdrukken:
1
In Windows 2000: klik op de knop
Start
Instellingen
Printer
.
In Windows XP/Server 2003: klik op de knop
Start
en wijs
Printers en faxapparaten
aan.
In Windows Vista/Server 2008: klik op de knop
Start
en klik op
Bedieningspaneel
Hardware en geluiden
Printers
.
In Windows 7: klik op de knop
Start
en klik op
Bedieningspaneel
Hardware en
geluiden
Apparaten en Printers
.
In Windows Server 2008 R2: klik op de knop
Start
en klik op
Bedieningspaneel
Hardware
Apparaten en Printers
.
2
Dubbelklik op het pictogram van uw printer.
3
Klik op het menu
Bestand
en wijs
Eigenschappen
aan.
4
Klik op het tabblad
Algemeen
en selecteer
Testpagina afdrukken
.