Users Guide

Table Of Contents
184
De gedeelde printer op clientcomputers installeren
Point en Print
Met deze methode wordt optimaal gebruikgemaakt van systeembronnen. Wijzigingen
in het stuurprogramma en de verwerking van afdruktaken worden door de printerserver
afgehandeld. Op deze manier kunnen netwerkclients veel sneller terugkeren naar
hun programma’s.
Als u de Point en Print-methode gebruikt, wordt een subset van stuurprogrammagegevens
van de printerserver naar de clientcomputer gekopieerd. Deze informatie is precies voldoende
om een afdruktaak naar de printer te sturen.
1
Klik met de rechtermuisknop op de toets
Start
en wijs
Verkennen
aan.
2
Dubbelklik op
Mijn netwerklocaties
of
Netwerkomgeving
.
3
Dubbelklik op de hostnaam van de printerservercomputer.
4
Klik met de rechtermuisknop op de naam van de gedeelde printer en klik op
Installeren
of
Aansluiten
.
Wacht totdat de stuurprogrammagegevens van de printerservercomputer naar
de clientcomputer zijn gekopieerd en een nieuw printerobject aan de map Printers
is toegevoegd. Hoe lang deze taak duurt, varieert afhankelijk van het netwerkverkeer
en andere factoren.
5
Sluit
Mijn netwerklocaties
of
Netwerkomgeving
.
6
Druk een testpagina af om te controleren of de installatie van de printer is geslaagd.
Als de testpagina met succes wordt afgedrukt, is de installatie van de printer geslaagd.
Zie "
Een testpagina afdrukken:".
Peer-to-Peer
Als u de Peer-to-Peer-methode gebruikt, wordt het printerstuurprogramma volledig
geïnstalleerd op elke clientcomputer. Netwerkclients houden de controle over wijzigingen
in het stuurprogramma. De verwerking van afdruktaken wordt door de clientcomputer
afgehandeld.
1
In Windows 2000: klik op de knop
Start
Instellingen
Printer
.
In Windows XP/Server 2003: klik op de knop
Start
en wijs
Printers en faxapparaten
aan.
In Windows Vista/Server 2008: klik op de knop
Start
en klik op
Bedieningspaneel
Hardware en geluiden
Printers
.
In Windows 7: klik op de knop
Start
en klik op
Bedieningspaneel
Hardware
en geluiden
Apparaten en Printers
.
In Windows Server 2008 R2: klik op de knop
Start
en klik op
Bedieningspaneel
Hardware
Apparaten en Printers
.