Users Guide
Table Of Contents
- Gebruikershandleiding Dell™ 2355dn Laser MFP
- Contact opnemen met Dell
- Informatie zoeken
- Inhoud
- De printer uitpakken
- Over de printer
- Het beginscherm
- Interne lettertypen
- De hardware installeren
- Tonercassette plaatsen
- Papier plaatsen
- Aansluitingen
- De printer aanzetten
- Dell 2355dn Laser MFP Menufuncties
- De instellingen van de printer en van het bedieningspaneelmenu afdrukken
- Apparaat-id instellen
- De taal van het display wijzigen
- Land selecteren
- Energiebesparende modus
- Het geluid/volume instellen
- Zomertijd instellen (alleen VS)
- Energiebesparende modus scannerlamp
- De standaardmodus wijzigen
- De optie Time-out instellen
- Taakbeheer instellen
- De tonerspaarstand instellen
- De timing voor de waarschuwing bij laag tonerniveau instellen
- Lege pagina's negeren
- De waarschuwing Toner bijna op negeren (alleen voor faxen)
- Software-overzicht
- Dell Webprinterconfiguratie
- Software installeren op Microsoft® Windows®-besturingssystemen
- De printersoftware verwijderen
- Het Dell Toner Management-systeem gebruiken
- Hulpprogramma voor printerinstellingen
- Hulpprogramma voor het updaten van de firmware
- IP-adres instellen
- Papier
- Richtlijnen voor afdrukmedia
- Afdrukmedia bewaren
- Identificatie van afdrukmedia en specificaties
- Een uitvoerlocatie kiezen
- Printmedia in de papierlade plaatsen
- De MPF (multifunctionele invoer) gebruiken
- Het papierformaat instellen
- De papiersoort instellen
- De papiermarge instellen
- De papierlade instellen
- Gedrag van lade
- Afdrukken
- Kopiëren
- Scannen
- Overzicht scannen
- SmarThru Office
- Scannen met Dell Scanbeheer
- Scannen naar een pc-toepassing
- Een e-mail scannen en verzenden
- Scannen en verzenden naar SMB-server
- Scannen en verzenden naar FTP-server
- Een aangepaste e-mail scannen en verzenden
- Scannen naar een faxserver
- Scannen met het stuurprogramma Windows Image Acquisition (WIA)
- Scannen naar het USB-geheugen
- Het USB-geheugen beheren
- Scannen naar e-mail instelling
- Scannen via het netwerk
- Het adresboek instellen
- Groepsnummers
- De standaardinstellingen wijzigen
- Netwerk
- Faxen
- De printer-ID instellen
- Tijd en datum instellen
- Zomertijd instellen
- De kloknotatie instellen
- Geluiden instellen
- Gesprekskosten besparen
- Faxsysteem instellen
- Een fax verzenden
- Een fax ontvangen
- Informatie over ontvangstmodi
- Papier plaatsen voor het ontvangen van faxen
- Automatisch ontvangen in de FAX-modus
- Handmatig ontvangen in de Tel-modus
- Automatisch ontvangen in de modus Antw/Fax
- Handmatige ontvangst met een extern telefoontoestel
- Faxen ontvangen in de DRPD-modus
- Faxberichten ontvangen in het geheugen
- Automatisch kiezen
- Andere faxmethoden
- Overige functies
- Back-up van faxgegevens
- Macintosh
- Linux
- Onderhoud
- Problemen oplossen
- Toebehoren installeren
- Specificaties
- Index
172
Een FTP-server instellen
Als u een FTP-server wilt gebruiken, moet u parameters instellen voor toegang
tot de FTP-servers met behulp van
Embedded Web Service
.
1
Voer het IP-adres van uw apparaat in de adresbalk van een browser in en klik op
Ga naar
om de website van het apparaat te openen.
2
Klik op
Scannen naar server- Instellingen
FTP-instelling
Server List
.
3
Klik op
Toevoeg.
4
Selecteer het indexnummer, van 1 tot 20.
5
Typ een naam in
Alias voor de instelling
voor het overeenkomstige item uit de lijst
met servers. Deze naam wordt weergegeven op uw apparaat.
6
Selecteer
IP-adres
of
Hostnaam
.
7
Voer het serveradres in als decimale notatie met punten of als een hostnaam.
8
Voer het poortnummer van de server in, een getal tussen 1 en 65535.
Het standaardpoortnummer is 21.
9
Schakel het selectievakje naast
Anonymous
in als u wilt dat de FTP-server toegang geeft
aan ongemachtigde gebruikers. Dit selectievakje is standaard uitgeschakeld.
10
Voer de aanmeldingsnaam en het wachtwoord in.
11
Voer de domeinnaam in van de FTP-server.
12
Voer
Map voor gescande bestanden
in onder de FTP-map voor het opslaan
van de gescande afbeelding.
13
Klik op
Toepassen
.
Netwerkgebruiker geverifieerd via LDAP
U mag niet alleen lokale adressen die in het geheugen van uw apparaat staan opgeslagen maar
ook de adressen op de LDAP-server gebruiken. Als u de globale adressen wilt gebruiken, moet
u de LDAP-server eerst als volgt configureren via
Embedded Web Service
:
1
Voer het IP-adres van uw apparaat in de adresbalk van een browser in en klik op
Ga naar
om de website van het apparaat te openen.
2
Klik op
E-mail-instellingen. Instelling LDAP-server
.
3
Voer het IP-adres in als decimale notatie met punten of als een hostnaam.
4
Voer het poortnummer van de server in, een getal tussen 1 en 65535.
Het standaardpoortnummer is 389.
5
Voer
Hoofdmap doorzoeken
in. Het hoogste zoekniveau van de LDAP-boomstructuur.
6
Geef uw
Aanmeldingsnaam
,
Wachtwoord
,
Maximumaantal zoekresultaten
en
Time-out
voor zoeken
op.
Zie "
E-mail-instellingen" voor netwerkparameters.