Reference Guide

Table Of Contents
58 Appendix G. Draadloze netwerkomgeving
Gebruikersnaam
: 802.1x-EAP-verificatiemethoden, zoals EAP-MD5, EAP-
MSCAHPv2, EAP-TTLS en PEAP, vereisen een EAP-gebruikersnaam als
accountnaam. Als 802.1x-verificatie actief is, is een gebruikersnaam nodig.
Deze wordt niet als de standaardwaarde opgeslagen.
Gebruikerswachtwoord
: 802.1x-EAP-verificatiemethoden, zoals EAP-
MD5, EAP-MSCAHPv2, EAP-TTLS en PEAP, vereisen een
EAP-gebruikerswachtwoord als accountwachtwoord. Als 802.1x-verificatie
actief is, is een gebruikerswachtwoord nodig. Dit wordt niet als de
standaardwaarde opgeslagen.
Basiscertificaat
: u kunt een basiscertificaat installeren. Een basiscertificaat moet
worden geïnstalleerd op de draadloze netwerkprinterkaart, moet de
indeling hebben van Base64 Encoded X.509 met extensie .cer en mag niet
groter zijn dan 3072 bytes. Voor verificaties volgens EAP-TLS, EAP-TTLS en
PEAP zijn basiscertificaten benodigd.
a
Klik op
Configureren
.
b
Als het basiscertificaat is geconfigureerd, wordt gedetailleerde
informatie over het basiscertificaat weergegeven.
c
Selecteer het basiscertificaatbestand.
d
Upload het bestand en klik op
Vorige
om terug te keren naar de
voorpagina.
Validatie van servercertificaat inschakelen
: met deze optie wordt
bepaald of de client de server verifieert. Wanneer Validatie van
servercertificaat is uitgeschakeld, is er geen basiscertificaat nodig voor
verificatie via EAP-TTLS en PEAP.
Clientcertificaat
: u kunt een clientcertificaat installeren. Een
clientcertificaat moet worden geïnstalleerd op de draadloze
netwerkprinterkaart, moet de indeling hebben van PKCS #12/Personal
Information Exchange met extensie .pfx en mag niet groter zijn dan
3072 bytes. Voor EAP-TLS-verificatie is een clientcertificaat nodig.
a
Klik op
Configureren
.
b
Als het clientcertificaat is geconfigureerd, wordt gedetailleerde
informatie over het clientcertificaat weergegeven.
c
Selecteer het clientcertificaatbestand.
d
Upload het bestand en klik op
Vorige
om terug te keren naar de
voorpagina.