Reference Guide
Table Of Contents
- Installatie en configuratie van de interne draadloze kaart van Dell™
- Inhoudsopgave
- Deze handleiding kan worden gebruikt voor de Dell™-laserprinters 5330dn, 2335dn en 2355dn
- Appendix A. Set IP Address Utility
- Appendix B. Beheerprotocollen
- Appendix C. Afdrukprotocollen
- Appendix D. Aanvullende functies
- Appendix E. Netware-omgeving
- Appendix F. EtherTalk-omgeving
- Appendix G. Draadloze netwerkomgeving
- Appendix H. Draadloze specificaties
- Appendix I. Wettelijk verplichte verklaring
- FCC-conformiteit
- EU-conformiteit
- Conformiteitsvoorschriften voor de DELL5002
- Waarschuwingen met betrekking tot conformiteit met de voorschriften bij het integreren van de DELL5002
- Antenne
- Behuizing
- Documentatie
- Conformiteitsbeoordeling van de producten waarin de DELL5002 is geïntegreerd
- Vrijstelling van conformiteitsbeoordeling
- Procedures voor conformiteitsbeoordeling van uiteindelijke producten die zijn vrijgesteld van artikel 3.2 van de R&TTE-richtlijn
- Aanmelding van het uiteindelijke product
- CE-markering
- Appendix J. OpenSSL-licentie
- Index
56 Appendix G. Draadloze netwerkomgeving
•
Frequentiemodus
: kies een frequentiemodus. De Dell-afdrukserver
ondersteunt de frequentiemodi 802.11b en 802.11g.
–
Modus 802.11b/g (2,4 GHz)
: gegevens worden verstuurd volgens de
standaard IEEE802.11g-communicatie in de 2,4 GHz band. Deze
modus is compatibel met de standaard IEEE802.11b.
–
Modus 802.11b/g (5 GHz, 2,4 GHz)
: gegevens worden verstuurd volgens
het frequentiebereik dat wordt gedefinieerd in de standaard
IEEE802.11g.
•
Ad hoc kanaal
: wijzig de instelling van de kanaalselectie. Als u
Automatische instelling
selecteert, zal de Dell-afdrukserver de kanalen
automatisch aanpassen. Selecteer
Channel Selection
om een kanaal
handmatig in te stellen. In de meeste gevallen is handmatig instellen van
kanalen niet nodig.
OPMERKING:Uw wijzigingen van de draadloze basisinstellingen worden van
toepassing nadat de afdrukserver opnieuw is opgestart. Om de afdrukserver
opnieuw op te starten, selecteert u Printerserverinstellingen Extra
Apparaat herstarten in de EWS en klikt u vervolgens op Opnieuw opstarten, of
schakelt u de afdrukserver uit en weer in.
Beveiliging instellen
In deze sectie wordt beschreven hoe u draadloze beveiliging voor uw
draadloze netwerk kunt configureren.
•
Verificatie
–
Open systeem
: dit wordt gebruikt als in uw draadloze netwerk geen
verificatie voor toegang tot het netwerk nodig is. Uw netwerk kan echter
wel gebruik maken van coderingssleutels voor gegevensbeveiliging.
–
Gedeelde sleutel
: gebruik Gedeelde sleutel-verificatie als elk apparaat
in uw netwerk moet worden geconfigureerd met dezelfde geheime
WEP-sleutel voor toegang tot het netwerk.
–
WPA-Personal
,
WPA2-Personal
: als u deze optie gebruikt, moet de
gedeelde WPA-sleutel van de afdrukserver overeenkomen met die van
een access point. De gedeelde WPA-sleutel wordt gebruikt voor
verificatie en om een mastersessiesleutel te creëren.