Reference Guide

Table Of Contents
46 Appendix F. EtherTalk-omgeving
In MAC OS 10.5~10.6 klikt u op het pictogram
+
, waarna een venster
verschijnt.
4
In MAC OS 10.3: selecteer het tabblad
Afdrukken via IP
.
In MAC OS 10.4: klik op
IP-printer
.
In MAC OS 10.5~10.6: klik op
IP
.
5
Geef het IP-adres van de printer op in het veld
Printeradres
.
In MAC OS 10.5~10.6: geef het IP-adres van de printer op in het veld
Adres
.
6
Geef de naam van de afdrukwachtrij op in het veld
Naam wachtrij
. Als u
de wachtrijnaam voor uw afdrukserver niet kunt bepalen, probeer dan eerst
de standaardwachtrij.
In MAC OS 10.5~10.6: geef het IP-adres van de printer op in het veld
Wachtrih
.
7
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.3,
selecteert u
Dell
bij
Printermodel
en
uw printernaam
bij
Modelnaam
.
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.4,
selecteert u
Dell
bij
Druk af via
en
uw printernaam
bij
Model
.
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.5,
selecteert u
Selecteer besturingsbestand...
en
uw printernaam
bij
Druk af
via
.
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.6,
selecteert u
Printersoftware selecteren...
en
uw printernaam
bij
Druk af
via
.
8
Klik op
Toevoegen
.
De printer wordt in de
Printerlijst
weergegeven als de standaardprinter
(vetgedrukt). De printer wordt ook weergegeven in het pop-upmenu Printer
wanneer u een document afdrukt.