Reference Guide

Table Of Contents
Appendix F. EtherTalk-omgeving 45
7
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.3,
selecteert u
Dell
bij
Printermodel
en
uw printernaam
bij
Modelnaam
.
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.4,
selecteert u
Dell
bij
Druk af via
en
uw printernaam
bij
Model
.
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.5,
selecteert u
Selecteer besturingsbestand...
en
uw printernaam
bij
Druk af
via
.
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.6,
selecteert u
Printersoftware selecteren...
en
uw printernaam
bij
Druk af
via
.
8
Klik op
Toevoegen
.
De printer wordt in de
Printerlijst
weergegeven als de standaardprinter
(vetgedrukt). De printer wordt ook weergegeven in het pop-upmenu Printer
wanneer u een document afdrukt.
Afdrukken via TCP/IP
Apple heeft afdrukken via TCP/IP toegevoegd aan OS 10.3 en alle hogere
versies.
OPMERKING:Controleer of u Mac OS 10.3 of een hogere versie hebt. Oudere
versies bieden standaard geen ondersteuning voor afdrukken via TCP/IP.
Een IP-printer is een netwerkprinter die TCP/IP-protocollen gebruikt (zoals
LPD/LPR, IPP, Socket of Jet Direct) om zichzelf toegankelijk te maken voor
uw computer. Als de IP-printer die u wilt gebruiken niet in de lijst staat
wanneer u wilt afdrukken, kunt u deze toevoegen aan uw lijst van beschikbare
printers. Om een IP-printer toe te voegen, moet u het IP-adres of de DNS-
naam van de printer kennen.
1
Open de map
Programmas
Hulpprogramma’s
en
Printerconfiguratie
.
In MAC OS 10.5~10.6: open
Systeemvoorkeuren
in de map
Programmas
en
klik op
Afdrukken en faxen
.
2
Als de printer voorkomt in de lijst met printers, schakelt u het selectievakje
In
Menu
in om hem toe te voegen aan uw lijst met beschikbare printers.
Wanneer u de volgende keer afdrukt, zal de printer in het pop-upmenu
Printer staan.
3
Klik op
Toevoegen
in de
Printerlijst
.