Reference Guide

40 Appendix E. Netware-omgeving
• NDS-context : voer de naam van het NDS-contextobject in volgens
"name.context".
•
Primaire bestandsserver : voer de naam in van de NetWare-server waarop u
een afdrukserver en een afdrukwachtrij hebt geconfigureerd voor het
verwerken van afdruktaken via het netwerk.
•
Configuratie IPX/SPX-modus : configureer de IPX/SPX-modus voor uw
NetWare-systeem.
–
Bindery-configuratie : u kunt de bindery-server instellen.
•
Bindery Setup : gebruik deze optie als u al één of meer bindery-
servers hebt geconfigureerd (bestandsservers met NetWare 3.x, of
4.x, 5.x of 6.x in bindery-emulatie) met een afdrukserver en een
afdrukwachtrij voor het afdrukken via het netwerk. De
netwerkafdrukserver die is aangesloten op het netwerk en de
NetWare-bestandsserver moeten zijn geactiveerd voordat
u bindery-instellingen gaat invoeren. Als de toegang tot de
bestandsserver of de afdrukserver wordt beperkt, dient u zich aan
te melden bij het NetWare-clientsysteem.
•
Bindery Print Server : voer de naam in van de afdrukserver die u
hebt geconfigureerd in het NetWare-hulpprogramma
PCONSOLE. Dit is de afdrukserver die afdruktaken naar de
netwerkafdrukserver zal routen vanaf de NetWare-client op IPX-
netwerken.
•
File Server : voer de naam in van de NetWare-server waarop u een
afdrukserver en een afdrukwachtrij hebt geconfigureerd voor het
verwerken van afdruktaken via het netwerk.
–
NDS-configuratie : u kunt de NDS-server instellen.
•
NDS inschakelen/uitschakelen : als de NetWare-servers die u gaat
gebruiken voor het afdrukken naar de netwerkafdrukserver op
NetWare 4.x/5.x/6.x in de native-modus draaien.
•
NDS Tree : voer de naam in van de NDS-boom die de printer en de
afdrukserver bevat, evenals objecten in de afdrukwachtrij die u
eerder op de NetWare-server hebt gedefinieerd voor de
netwerkafdrukserver. Uw nieuwe selectie van de NDS-boom
overschrijft automatisch een eerdere selectie. Als u de selectie van de
NDS-boom wijzigt en er zijn tevens actuele bindery-instellingen,