Reference Guide

Table Of Contents
34 Appendix C. Afdrukprotocollen
Verificatiesysteem
: selecteer een schema uit Geen, Basis en Overzicht.
Het schema Overzicht is gebaseerd op een eenvoudig challenge-
response-paradigma dat een nonce-waarde gebruikt die op unieke en
willekeurige wijze wordt gegenereerd door de server. Een geldige
antwoord (response) bevat een controlesom (standaard de MD5-
controlesom) van de gebruikersnaam, het wachtwoord, de gegeven
nonce-waarde, de HTTP-methode en de gevraagde URI. Op deze
manier wordt het wachtwoord nooit openlijk verzonden en kunnen de
ernstigste fouten van basisverificatie worden voorkomen.
Gebruikersnaam, Wachtwoord
: de gebruikersnaam en het wachtwoord
mogen de tekens A tot Z, a tot z, 0 tot 9 en de symbolen !#$%&()+-
./{}~_@ bevatten.
Controleer paswoord
: het geldige teken is hetzelfde als het
wachtwoord.
4
Klik op
Verzenden
.
IPP-beveiliging instellen
Met de EWS kunnen beheerders een verificatiemethode kiezen en
gebruikersaccounts aanmaken en wijzigen.
1
Open uw webbrowser en ga naar
Embedded Web Service
.
2
Klik op
Printerserverinstellingen
Instellingen Afdrukserver
IPP
.
Verificatie
: hier kunt u een coderingsmethode voor de gebruikersnaam
en het wachtwoord instellen (zie http digest authentication in RFC).
User DB
: hier kunt u een gebruikersnaam en wachtwoord voor
afdrukken via IPP instellen. U kunt de gebruikersdatabase
configureren voor maximaal 10 items.
3
Klik op
Verzenden
.
OPMERKING:Een gebruikersnaam moet uniek zijn voor alle sleuven en mag geen
symbolen bevatten. De gebruikersnaam en het wachtwoord mogen uit maximaal 6
tekens bestaan.