Reference Guide

Table Of Contents
32 Appendix C. Afdrukprotocollen
6
Voer het IP-adres of de DNS-naam van uw netwerkprinter in en klik op
Volgende
.
In het veld Poortnaam voert Windows een standaardnaam in. U kunt deze
naam wijzigen in een meer gebruiksvriendelijke naam.
7
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Nu kunt u uw printer selecteren in het dialoogvenster Printerinstelling.
LPR-poort
LPD, Line Printer Daemon, is het protocol dat gekoppeld is aan line-
printerspoolingservices. Gebruikers kunnen de afdrukservice gebruiken van
LPD dat op een netwerkafdrukserver via de LPR-poort wordt uitgevoerd. De
meeste besturingssystemen, zoals Microsoft Windows 2000/XP/
Server 2003/Server 2008/Vista, Linux en UNIX, ondersteunen afdrukken via
een LPR-poort.
Een LPR-poort configureren
U kunt de standaard-TCP-printerpoort in- of uitschakelen via Embedded
Web Service.
In Windows 2000/XP/Server 2003/Server 2008/Vista/7/Server 2008 R2
Om een LPR-poort toe te voegen in Windows 2000/XP/Server 2003/
Server 2008/Vista/7/Server 2008 R2 moeten gebruikers standaard een standaard
TCP/IP-poort instellen en vervolgens het afdrukprotocol in de
printereigenschappen wijzigen. Zie pagina 31 voor informatie over de
installatie van de standaard-TCP/IP-poort.
1
In Windows 2000: klik op de knop
Start
Instellingen
Printers
.
In Windows XP/Server 2003: klik op de knop
Start
en wijs met de cursor
naar
Printers en faxapparaten
.
In Windows Vista/Server 2008: klik op de knop
Start
en klik op
Configuratiescherm Hardware en geluiden Printers
.
In Windows 7: klik op de knop
Start
en klik op
Configuratiescherm
Hardware en geluiden Apparaten en Printers
.
In Windows Server 2008 R2: klik op de knop
Start
en klik op
Configuratiescherm Hardwar Apparaten en Printers
.