Reference Guide

24 Appendix B. Beheerprotocollen
Appendix B. Beheerprotocollen
Voordat u gebruik maakt van uw netwerkprinter of -MFP, dient u wellicht enkele
parameters te controleren of te configureren met behulp van
beheerprotocollen.
DHCP/BOOTP
Het Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een
communicatieprotocol waarmee netwerkbeheerders het toewijzen van IP-
adressen in een netwerk centraal kunnen beheren en automatisch kunnen
laten uitvoeren. In een IP-netwerk heeft elk apparaat een uniek IP-adres
nodig. DHCP stelt een beheerder in staat om IP-adressen te inspecteren en te
distribueren vanaf een centraal punt en verzendt automatisch een nieuw IP-
adres wanneer een apparaat op een andere plaats in het netwerk wordt
aangesloten.
Het Bootstrap Protocol (BOOTP) is een op UDP/IP gebaseerd protocol dat
een opstartende host in staat stelt zichzelf dynamisch en zonder toezicht van een
gebruiker te configureren. BOOTP biedt mogelijkheden om een host in
kennis te stellen van zijn toegewezen IP-adres, het IP-adres van een
opstartserverhost en andere configuratie-informatie, zoals het lokale
subnetmasker, de lokale time-offset en de adressen van standaardrouters.
Adressen van verscheidene internetservers kunnen ook naar een host worden
overgedragen met behulp van BOOTP.
DHCP is standaard op uw netwerkafdrukserver geactiveerd. Na het opstarten
zal de netwerkafdrukserver automatisch een IP-adres krijgen van de DHCP-
server, in de veronderstelling dat een DHCP-server aanwezig is. Raadpleeg de
gebruikershandleiding om handmatig een IP-adres in te stellen.
DHCP/BOOTP configureren
Gebruik het bedieningspaneel of de Embedded Web Service (EWS) van de
printer/MFP om DHCP/BOOTP in of uit te schakelen.
HTTP
Het Hypertext Transfer Protocol (HTTP) is toepassingsprotocol voor
gedistribueerde, collaboratieve hypermedia-informatiesystemen. Het is een
generiek, staatloos protocol dat naast de toepassing voor hypertext voor vele