Users Guide
a.
Druk op de bladertoetsen ( of ) om de instelling te wijzigen in Aan (inschakelen) of Uit
(uitschakelen).
b.
OPMERKING: Als u AppleTalk instelt, moet u uw computer opnieuw opstarten om de nieuwe
instellingen toe te passen.
Druk op OK ( ) om uw selectie op te slaan.5.
TCP/IP configureren
Statische adressering: het TCP/IP-adres wordt handmatig toegewezen door de systeembeheerder.
Dynamische adressering BOOTP/DHCP (standaard): het TCP/IP-adres wordt automatisch toegekend
door een DHCP- of BOOTP-server op uw netwerk.
OPMERKING: Het IP-adres voor TCP/IP (IPv6) kan alleen door de systeembeheerder worden
ingesteld.
TCP/IP instellen
Voer de volgende stappen uit om de TCP/IP-instelling vanaf het bedieningspaneel van uw printer in te
voeren:
Druk op de bladertoetsen ( of ) om Instel. te markeren en druk vervolgens op OK ( ).1.
Druk op de bladertoetsen ( of ) om Netwerkinstel. te markeren en druk vervolgens op OK (
).
2.
Druk op de bladertoetsen ( of ) om het gewenste netwerkprotocol te selecteren en druk
vervolgens op OK ( ).
3.
Als u TCP/IP (IPv4) hebt geselecteerd:
Druk op de bladertoetsen ( of ) om IPV4 Activeren te selecteren en druk vervolgens op
OK ( ).
a.
Druk op de bladertoetsen ( of ) om de instelling te wijzigen in Aan (inschakelen) of Uit
(uitschakelen).
b.
Als u TCP/IP (IPv6) hebt geselecteerd :
a.