Users Guide

2.
Druk op de bladertoetsen ( of ) om door de instellingsopties te bladeren.3.
Druk, wanneer de gewenste optie verschijnt, op OK ( ) om de optie te kiezen.4.
Wijzig de instelling met behulp van de bladerknoppen ( of ) of voer de waarde in met behulp van
de cijfertoetsen.
5.
Druk op OK ( ) om uw selectie op te slaan.6.
Herhaal indien nodig de stappen 3 t/m 6 .7.
Druk op Annuleren ( ) om terug te keren naar de stand-bymodus.8.
Scannen naar een faxserver
De fax- en e-mailgegevens worden door de faxserver ontcijferd om de taak te versturen. De e-mail wordt
automatisch door de faxserver verwerkt en naar de opgegeven ontvanger verzonden.
Eerst stuurt de printer de gescande gegevens naar de faxserver. Vervolgens maakt de fax gebruik van PSTN
om fax- en e-mailgegevens naar de ontvanger te versturen.
Als u faxserverfuncties zoals scannen naar e-mail wilt gebruiken, moet u eerst de netwerkinstellingen
configureren. Zie "Dell Webprinterconfiguratie" voor netwerkparameters.
Druk op de bladertoetsen ( of ) om Scan te markeren en druk vervolgens op OK ( ).1.
Druk op de bladertoetsen ( of ) om Faxserver te markeren en druk vervolgens op OK (
).
2.
Voer het nummer van het ontvangende faxapparaat in met de cijfertoetsen.3.
Als u een enkel document met de voorkant naar beneden op de glasplaat plaatst, gaat u verder met
stap 6 .
4.
Druk op de bladertoetsen ( of ) naar de optie voor dubbelzijdig afdrukken, selecteer Uit , 2-
zijdig of 2->1-zijdig rot. en druk vervolgens op OK ( ).
Uit : Voor originelen die op slechts één zijde worden bedrukt.
2-zijdig : Voor originelen die dubbelzijdig worden bedrukt.
2->1-zijdig rot. : Voor originelen die dubbelzijdig worden bedrukt. De achterzijde wordt echter
180 graden gedraaid.
5.
Druk op Start ( ) of OK ( ).6.
De printer begint met scannen en verstuurt vervolgens de fax.
7.