Users Guide

Problemen oplossen | 83
Problemen met faxen
PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING
Het apparaat doet
niets, het display blijft
leeg en de toetsen
reageren niet.
Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact en steek deze er weer in.
Controleer of het stopcontact stroom geeft.
Geen kiestoon. Controleer of het telefoonsnoer goed is
aangesloten.
Controleer of de telefooncontactdoos in orde
is door er een ander telefoontoestel op aan
te sluiten.
De in het geheugen
opgeslagen nummers
worden verkeerd
gekozen.
Controleer of de nummers correct in het
geheugen zijn opgeslagen. Druk een
telefoonlijst
af, zie "Adresboek afdrukken" op
pagina 53.
Het origineel wordt
niet in het apparaat
ingevoerd.
Controleer of het papier niet gekreukt is en
zorg ervoor dat u het correct plaatst. Ga na
of het origineel het juiste formaat heeft en
niet te dik of te dun is.
Controleer of de DADI goed is gesloten.
Het rubber van de automatische
documentinvoer is mogelijk aan vervanging
toe. Zie "Het rubberen matje van de DADI
vervangen" op pagina 65
Faxberichten worden
niet automatisch
ontvangen.
De ontvangstmodus moet ingesteld zijn op
Fax.
Controleer of de lade papier bevat.
Kijk of er een foutbericht wordt
weergegeven op het display. Los in dat
geval het gemelde probleem op.
Het apparaat verzendt
geen faxberichten.
Zorg dat het origineel zich in de DADI
(of ADI) of op de glasplaat van de scanner
bevindt.
Verzending moet op het display
verschijnen.
Controleer of het andere faxapparaat
uw faxbericht kan ontvangen.
Een ontvangen
faxbericht is
gedeeltelijk blanco of
is van slechte
kwaliteit.
Mogelijk is er een probleem met het
faxapparaat van de verzender.
Een slechte telefoonlijn kan
verbindingsproblemen veroorzaken.
Controleer het apparaat door een kopie
te maken.
Mogelijk is de tonercassette leeg.
Raadpleeg pagina 62 voor informatie over
het vervangen van tonercassettes.
Sommige woorden
van een ontvangen
faxbericht zijn
uitgerekt.
Het documenttransport van het apparaat dat
het faxbericht verzond, haperde even.
Er staan strepen op
de originelen die u
verstuurt.
Controleer of de scannereenheid vuil is en
reinig deze indien nodig. Zie "De
scannereenheid reinigen" op pagina 60.
Het apparaat kiest het
nummer maar kan
geen verbinding tot
stand brengen met het
andere faxapparaat.
Misschien is het andere faxapparaat
uitgeschakeld, is het papier op of kunnen
er geen oproepen worden beantwoord. Vraag
de gebruiker van het andere faxapparaat om
het probleem op te lossen.
Faxen worden niet
in het geheugen
opgeslagen.
Er is mogelijk niet voldoende geheugen om de
fax op te slaan. Als op het display het bericht
Geheugen vol wordt weergegeven, verwijdert
u faxen uit het geheugen die u niet langer
nodig hebt en probeert u vervolgens de fax
opnieuw op te slaan.
Er verschijnen blanco
stukken onder aan de
pagina, met een korte
strook tekst
bovenaan.
Mogelijk heeft u de verkeerde papierinstellingen
gekozen in de door de gebruiker in te stellen
opties. Zie pagina 26 voor meer informatie over
papierinstellingen.
PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING