Users Guide
82 | Problemen oplossen
Problemen met scannen
Kopie staat scheef. • Zorg dat het origineel met de bedrukte zijde
naar beneden op de glasplaat van de scanner
is geplaatst of met de bedrukte zijde naar
boven in de DADI.
• Plaats het kopieerpapier op de juiste manier
in het apparaat.
Kopieën zijn blanco. Zorg dat het origineel met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat van de scanner is
geplaatst of met de bedrukte zijde naar boven in
de DADI.
Afdruk geeft
gemakkelijk af.
• Vervang het papier in de lade door papier uit
een ander pak.
• In vochtige omstandigheden moet u papier
niet te lang ongebruikt in het apparaat laten
zitten.
Kopieerpapier loopt
regelmatig vast.
• Waaier de stapel papier uit en leg deze
ondersteboven terug in de lade. Vervang het
papier in de lade door papier uit een ander
pak. Controleer de papiergeleiders en stel ze
indien nodig beter af.
• Gebruik alleen afdrukpapier met het juiste
gewicht. Het aanbevolen papiergewicht is
75 g/m
2
.
• Nadat u vastgelopen papier hebt verwijderd,
controleert u of er resten kopieerpapier in het
apparaat zijn achtergebleven.
De tonercassette
gaat korter mee dan
verwacht.
• Mogelijk bevatten uw originelen afbeeldingen,
opgevulde vlakken of dikke lijnen. Uw
originelen zijn bijvoorbeeld formulieren,
nieuwsbrieven, boeken of andere
documenten die meer toner gebruiken.
• Mogelijk wordt het apparaat vaak in- en
uitgeschakeld.
• Mogelijk is het deksel van de scanner
opengelaten tijdens het kopiëren.
PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING
PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING
De scanner doet het
niet.
• Zorg dat u het origineel met de te scannen
zijde naar beneden op de glasplaat plaatst
of met de te scannen zijde naar boven in
de DADI.
• Misschien is er niet voldoende geheugen
vrij voor het document dat u wilt scannen.
Ga na of de prescanfunctie werkt. Probeer
een lagere scanresolutie.
• Controleer of de USB-kabel goed is
aangesloten.
• Controleer of de USB-kabel beschadigd
is. Vervang de kabel door een andere
kabel waarvan u zeker weet dat die werkt.
Vervang de kabel indien nodig.
• Controleer of de scanner correct is
geconfigureerd. Controleer de
scaninstelling in de SmarThru-
configuratie of de toepassing die u wenst
te gebruiken om er zeker van te zijn dat
de scantaak naar de juiste poort wordt
verzonden.
Het apparaat doet erg
lang over een scan.
• Kijk of het apparaat tegelijkertijd ontvangen
gegevens afdrukt. Wacht in dat geval met
scannen totdat de afdruktaak is voltooid.
• Het scannen van afbeeldingen kost meer
tijd dan het scannen van tekst.
• De communicatiesnelheid kan laag zijn in
de scanmodus omdat er veel geheugen
nodig is om de gescande afbeelding te
analyseren en te reproduceren. Stel de
printerpoort van uw computer in op de
stand ECP (in de BIOS-instellingen van de
computer). De communicatiesnelheid gaat
dan omhoog. Zie de gebruiksaanwijzing
van uw computer voor meer informatie
over de BIOS-instellingen.
Er verschijnt een bericht
op het beeldscherm:
• "Het toestel kan niet in
de door u gewenste
H/W-modus worden
gezet."
• "Poort wordt gebruikt
door een ander
programma."
• "Poort is
gedeactiveerd."
• "Scanner is bezig met
ontvangen of
afdrukken van data.
Probeer het opnieuw
zodra de huidige
opdracht is afgerond."
• "Ongeldige toegang."
• "Scannen is mislukt."
• Het is mogelijk dat er een kopieer- of
afdruktaak wordt uitgevoerd. Probeer het
opnieuw wanneer de andere taak is
voltooid.
• De geselecteerde poort is momenteel in
gebruik. Start uw computer opnieuw op
en probeer het opnieuw.
• De printerkabel is niet goed bevestigd
of het apparaat is niet ingeschakeld.
• Het scannerstuurprogramma is niet
geïnstalleerd of de besturingsomgeving
is niet correct ingesteld.
• Controleer of het apparaat correct is
aangesloten en is ingeschakeld. Start
de computer vervolgens opnieuw op.
• De USB-kabel is wellicht niet goed
aangesloten of het apparaat is niet
ingeschakeld.