Users Guide

50 | Faxen
7. Voer het nummer in van het faxapparaat waarnaar de faxen
verzonden moeten worden en druk op OK.
8. Druk op Stoppen/Wissen
()
om terug te keren naar de
gereedmodus.
Na elkaar verzonden faxen zullen doorgestuurd worden naar het
opgegeven faxapparaat.
Verzonden faxen doorsturen naar een e-mailadres
U kunt het apparaat zo instellen dat kopieën van alle uitgaande faxen
niet alleen naar de ingevoerde e-mailadressen maar ook naar een
opgegeven locatie worden verzonden.
1. Druk op Fax.
2. Druk op Menu
()
tot Faxfunctie verschijnt op de onderste regel
van het display en druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltoetsen tot Doorsturen verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot E-mail verschijnt en druk op OK.
5. Druk op de pijltoetsen tot Naar ander nr. verschijnt en druk op OK.
6. Druk op de pijltoetsen tot Aan verschijnt en druk op OK.
7. Voer uw e-mailadres in en druk op OK.
8. Voer het e-mailadres in waar de faxen naartoe gestuurd moeten
worden en druk op OK.
9. Druk op Stoppen/Wissen
()
om terug te keren naar de
gereedmodus.
Na elkaar verzonden faxen zullen worden doorgestuurd naar het
opgegeven e-mailadres.
Ontvangen faxen doorsturen naar een ander
faxapparaat
U kunt het apparaat zo instellen dat inkomende faxberichten gedurende
een bepaalde periode worden doorgestuurd naar een ander faxnummer.
Als het apparaat een faxbericht ontvangt, wordt dit bericht opgeslagen in
het geheugen. Vervolgens kiest het apparaat het faxnummer dat u hebt
opgegeven en wordt het faxbericht verzonden.
1. Druk op Fax.
2. Druk op Menu
()
tot Faxfunctie verschijnt op de onderste regel
van het display en druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltoetsen tot Doorsturen verschijnt en druk op OK.
4. Druk op OK als Fax verschijnt.
5. Druk op de pijltoetsen tot Ontv. doorst. verschijnt en druk op OK.
6. Druk op de pijltoetsen tot Doorsturen verschijnt en druk op OK.
Selecteer Doorst.&afdr. als u wilt dat het apparaat telkens na het
doorsturen een fax afdrukt.
7. Voer het nummer in van het faxapparaat waarnaar de faxen
verzonden moeten worden en druk op OK.
8. Voer de begintijd in en druk op OK.
9. Voer de eindtijd in en druk op OK.
10. Druk op Stoppen/Wissen
()
om terug te keren naar de
gereedmodus.
Na elkaar ontvangen faxen zullen doorgestuurd worden naar het
opgegeven faxapparaat.
Ontvangen faxen doorsturen naar een e-mailadres
U kunt uw apparaat zo instellen dat binnenkomende faxen doorgestuurd
worden naar het e-mailadres dat u hebt ingevoerd.
1. Druk op Fax.
2. Druk op Menu
()
tot Faxfunctie verschijnt op de onderste regel
van het display en druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltoetsen tot Doorsturen verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot E-mail verschijnt en druk op OK.
5. Druk op de pijltoetsen tot Ontv. doorst. verschijnt en druk op OK.
6. Druk op de pijltoetsen tot Doorsturen verschijnt en druk op OK.
Selecteer Doorst.&afdr. als u wilt dat het apparaat telkens na het
doorsturen een fax afdrukt.
7. Voer uw e-mailadres in en druk op OK.
8. Voer het e-mailadres in waar de faxen naartoe gestuurd moeten
worden en druk op OK.
9. Druk op Stoppen/Wissen
()
om terug te keren naar de
gereedmodus.
Na elkaar verzonden faxen zullen worden doorgestuurd naar het
opgegeven e-mailadres.
FAX INSTELLEN
De faxinstellingen wijzigen
Het apparaat beschikt over diverse opties voor het instellen van het
faxsysteem. Deze opties kunnen door de gebruiker zelf worden ingesteld.
U kunt de standaardinstellingen naar wens aanpassen.
De faxinstellingen wijzigen
1. Druk op Fax.
2. Druk op Menu
()
tot Faxinstel. verschijnt op de onderste regel van
het display en druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijltoetsen tot Verzending of Ontvangst verschijnt en druk
op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menu-item verschijnt en druk
op OK.
5.
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste status verschijnt of voer de waarde
in voor de geselecteerde optie en druk op
OK
.
6. Herhaal indien nodig de stappen 4 en 5.
7. Druk op Stoppen/Wissen
()
om terug te keren naar de
gereedmodus.
Verzending-opties
OPTIE BESCHRIJVING
Aant. kiespog. U kunt het aantal kiespogingen opgeven. Als u
0
invoert, vinden er geen nieuwe kiespogingen
plaats.
Opn. kiezen na
Als de lijn van de ontvangende fax bezet is, kan uw
apparaat het faxnummer automatisch opnieuw
kiezen. U kunt het interval tussen de kiespogingen
instellen.
Kenget. kiezen U kunt een prefix van maximaal vijf cijfers
instellen. Dit nummer wordt dan altijd gekozen
voordat er een automatisch gekozen nummer
wordt gekozen. Dit is nuttig om toegang te krijgen
tot een telefooncentrale.
ECM-modus Deze modus compenseert waar nodig de slechte
kwaliteit van een telefoonlijn en zorgt ervoor dat
uw faxen probleemloos naar elk faxapparaat met
ECM-functie worden verstuurd. Een fax versturen
met ECM kan langer duren.