Users Guide
5. Druk op omtebeginnenmetkopiëren.
Scherpte
Verstelt de scherpte om de kopie scherper of zachter te maken dan het origineel.
1. Leghettekopiërendocumentopdedocument-glasplaat en sluit het deksel.
2. Druk op totdat >KOPIËREN verschijnt, en druk dan op .
3. Druk op totdat er Scherpte verschijnt.
4. Druk op om de gewenste instelling te kiezen, en druk dan op .
5. Druk op omtebeginnenmetkopiëren.
Kleurverzadiging
Past de juiste hoeveelheid kleur aan om de kleuren donkerder of lichter dan het origineel te maken.
1. Leghettekopiërendocumentopdedocument-glasplaat en sluit het deksel.
2. Druk op totdat >KOPIËREN verschijnt, en druk dan op .
3. Druk op totdat er Kleurverzadiging verschijnt.
4. Druk op om de gewenste instelling te kiezen, en druk dan op .
5. Druk op omtebeginnenmetkopiëren.
Autom. belichting
Onderdrukt de achtergrond van het origineel om de tekst op de kopie te verbeteren.
1. Leghettekopiërendocumentopdedocument-glasplaat en sluit het deksel.
2. Druk op totdat >KOPIËREN verschijnt, en druk dan op .
3. Druk op totdat er Autom. belichting verschijnt.
4. Druk op om in te stellen op Aan, en druk dan op .
Donkerder1
Dit werkt het best voor erg lichte afdrukken of potloodschetsen.
Donkerder2
Donkerder3
Lichter3
Dit werkt het best met donkere afdrukken.
Lichter2
Lichter1
Normaal*
Dit maakt de kopie niet scherper of zachter dan het origineel.
Scherper
Dit maakt de kopie scherper dan het origineel.
Zachter
Dit maakt de kopie zachter dan het origineel.
Medium*
De kleurverzadiging is hetzelfde als het origineel.
Hoog
Verhoogt de kleurverzadiging om de kleur van de kopie helderder te maken.
Laag
Verlaagt de kleurverzadiging om de kleur van de kopie lichter te maken.