Users Guide

Vanaf het printer- bedieningspaneel
1. Druk op totdat >INSTELLEN verschijnt, en druk dan op .
2. Druk op totdat er >Rapporten verschijnt, en druk dan op .
3. Systeeminstell. wordt aangegeven. Druk op .
De systeem-instellingen pagina wordt afgedrukt.
4. ControleerdecapaciteitvanhetgeïnstalleerdegeheugenindesysteeminstellingenonderAlgemeen.
Als de beschikbare hoeveelheid geheugen niet groter geworden is, schakelt u de printer uit, trekt u de stekker uit het stopcontact en dan installeert u
de geheugenkaart opnieuw.
Vanaf uw computer
1. Klik op start® Alle programma's® Dell Printers® Aanvullende kleurenlasersoftware® Snelstartprogramma.
Het dialoogkader van het Snelstartprogramma opent.
2. Klik op de knop Werkset .
Het dialoogvenster Werkset wordt geopend.
3. Selecteer de printer uit Printernaam.
De Werkset opent.
4. Klik op het tabblad Printerinstellingenrapport.
5. Selecteer Rapporten in de lijst links van de pagina.
De pagina Rapporten verschijnt.
6. Klik op de toets Systeeminstell..
De systeem-instellingen pagina wordt afgedrukt.
7. ControleerdecapaciteitvanhetgeïnstalleerdegeheugenindesysteeminstellingenonderAlgemeen.
Als de beschikbare hoeveelheid geheugen niet groter geworden is, schakelt u de printer uit, trekt u de stekker uit het stopcontact en dan installeert u
de geheugenkaart opnieuw.
Bijwerken van uw PCL stuurprogramma
Als u het extra afdrukgeheugen aanbrengt na het installeren van het printer-stuurprogramma, dient u het stuurprogramma daarna bij te werken volgens de
aanwijzingenvoorhetbesturingssysteemdatugebruikt.Alsdeprinteropeennetwerkisaangesloten,dientuhetstuurprogrammavoorelkecliëntbijte
werken.
1. Klik op start® Printers en faxapparaten.
Voor Windows
®
2000: Klik op start® Instellingen® Printers.
Voor Windows Server
®
2003: Klik op Start® Printers en faxapparaten.
Voor Windows Vista
®
: Klik op Starten® Configuratiescherm® Hardware en geluiden® Printers.
Voor Windows Server 2008: Klik op Start® Configuratiescherm® Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen.
3. Klik op het Opties tabblad, en selecteer dan Informatie ophalen van de printer.
4. ControleerdecapaciteitvanhetgeïnstalleerdegeheugenindesysteeminstellingenonderGeheugencapaciteit. uitklaplijst.
5. Klik op Toepassen, en klik dan op OK.