Users Guide

De afdruk is gedeeltelijk te licht.
Is het probleem opgelost?
3
Zet de Tonerspaarmodus uit in het printerstuurprogramma.
1. Het is belangrijk dat het tabblad Geavanceerd het keuzevakje Tonerspaarmodus niet is geselecteerd.
Is het probleem opgelost?
De taak is
voltooid.
Ga naar actie 4.
4
Het afdrukmediaoppervlak kan ongelijkmatig zijn. Probeer of het helpt de instelling Papiersoort in het
printerstuurprogramma te wijzigen. Wijzig bijvoorbeeld normaal papier in dik papier.
1. Wijzig de instelling Papiersoort op het tabblad Papier/uitvoer.
Is het probleem opgelost?
De taak is
voltooid.
Ga naar actie 5.
5
Controleer of de juiste afdrukmedia wordt gebruikt. Zie "Ondersteunde papierformaten". Als het niet het geval is,
gebruik dan de afdrukmedia die wordt aanbevolen voor de printer.
Is het probleem opgelost?
De taak is
voltooid.
Ga naar actie 6.
6
Het is belangrijk dat u de acht gele linten goed hebt verwijderd uit de PHD-eenheid. Zie "Vervangen van de PHD-
eenheid (printkopapparaat)" en "De PHD-eenheid installeren". Verwijder de linten als dat niet geval is.
Is het probleem opgelost?
De taak is
voltooid.
Ga naar actie 7.
7
Zorg ervoor dat de ontwikkelaarmotor goed functioneert.
1. Start de Werkset en klik op Machinecontrole op het tabblad Diagnose.
2. Selecteer Bedieningscontrole hoofdmotor uit de uitklaplijst en klik op de knop Starten.
3. Klik op de knop Geluid afspelen en controleer het motorgeluid.
Functioneert de motor naar behoren?
Ga naar actie
8.
Neem contact
op met Dell.
8
Zorg dat de inspuitmotor voor elke tonercassette goed functioneert.
1. Start de Werkset en klik op Machinecontrole op het tabblad Diagnose.
2. Selecteer Controle inspuitmotor (Geel), Controle inspuitmotor (Magenta), Controle inspuitmotor (Cyaan) of
Controle inspuitmotor (Zwart) uit de uitklaplijst en klik op de knop Start.
3. Klik op de knop Geluid afspelen en controleer het motorgeluid.
4. Herhaal stap 2 en 3 en voer de Controle inspuitmotor uit voor de rest van de tonercassettes.
OPMERKING: U kunt de Controle inspuitmotor voor CMYK in iedere gewenste volgorde uitvoeren.
Functioneert de inspuitmotor naar behoren?
Ga naar actie
9.
Neem contact
op met Dell.
9
Gebruik de Verversfunctie toner als u veel afbeeldingen afdrukt met een lage densiteit.
1. Start de Werkset en klik op Vernieuwenmodus op het tabblad Diagnose.
2. Klik op de knop Geel onder Verversfunctie toner.
3. Herhaal stap 2 voor de knoppen Magenta, Cyaan, en Zwart.
OPMERKING: De Verversfunctie gebruikt extra toner.
4. Na gebruik van de Vernieuwenmodus selecteert u de Grafiekafdruk in de lijst op het tabblad Diagnose.
5. Klik op de knop Configuratiegrafiek 4 kleuren .
Dan wordt het Configuratiegrafiek 4 kleuren afgedrukt.
Is het probleem opgelost?
De taak is
voltooid.
Ga naar actie
10.
10
Vervang de PHD-eenheid als u een reserve-exemplaar hebt.
1. Vervang de PHD-eenheid. Zie "Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat)" en "De PHD-eenheid
installeren".
2. Klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose na het plaatsen van de PHD-eenheid.
3. Klik op de knop Configuratiegrafiek 4 kleuren .
Dan wordt het Configuratiegrafiek 4 kleuren afgedrukt.
Is het probleem opgelost?
De taak is
voltooid.
Neem contact
op met Dell.
Oplossing
Ja
Nee
Gebruik de Verversfunctie toner als u veel afbeeldingen afdrukt met een lage densiteit.
1. Start de Werkset en klik op Vernieuwenmodus op het tabblad Diagnose.
2. Klik op de knop Geel onder Verversfunctie toner.
3. Herhaal stap 2 voor de knoppen Magenta, Cyaan, en Zwart.