Users Guide

9. Klik in het scherm Voltooi de draadloze instellingen op Voltooien, voltooi de draadloze instelling en sluit de Wireless Settings Tool.
Scène2.Bouweennieuweomgevingvooreendraadloosnetwerkopvoorzoweldecomputeralsdeprinter
(Wanneer een draadloze instelling nodig is voor uw computer)
1. Sluit de printer aan op de computer met behulp van een USB-kabel.
2. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in uw computer en start de Eenvoudige installatie navigator.
3. Druk op de knop Installeren van opties.
4. Druk op Draadloze printer-adapter.
5. Start de Draadloze instellingenhulp door op Video overslaan te drukken.
6. Selecteren in de lijst op het scherm Printer selecteren de doelprinter waarvoor u een draadloze instelling maakt en klik vervolgens op Volgende.
7. Stel in het scherm Draadloze netwerkinstellingen invoeren de verschillende instellingen voor de draadloze verbinding in een klik vervolgens op
Volgende.
8. Selecteer in het scherm Selecter de IP-modus de stand IP die u wilt instellen en klik op Volgende.
Wanneer Alleen IPv4 is geselecteerd:
Stel in het scherm Voer de IPv4 adresinstellingen in de verschillende items in en stuur daarna de draadloze instellingen naar de printer door op
Verzenden te klikken.
Wanneer Alleen IPv6 is geselecteerd:
Stel in het scherm Voer de IPv6 adresinstellingen in de verschillende items in en stuur daarna de draadloze instellingen naar de printer door op
Verzenden te klikken.
Wanneer Dubbele stapel (zowel IPv4 als IPv6) is geselecteerd:
a. Stel in het scherm Voer de IPv4 adresinstellingen in de verschillende instellingen in een klik vervolgens op Volgende.
b. Stel in het scherm Voer de IPv6 adresinstellingen in de verschillende items in en stuur daarna de draadloze instellingen naar de printer door op
Verzenden te klikken.
9. Klik in het scherm Voltooi de draadloze instellingen op Voltooien, voltooi de draadloze instelling en sluit de Wireless Settings Tool.
10. Ga als volgt te werk en maak op uw computer de draadloze instelling aan die naar de printer is gestuurd.
Voor Windows XP en Windows Server 2003:
a. Selecteer in het configuratiescherm Netwerkverbindingen.
b. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en selecteer Eigenschappen.
c. Selecteer het tabblad Draadloze netwerken.
d. Controleer of het keuzevakje Draadloos netwerk automatisch configureren is ingeschakeld.
e. Klik op Geavanceerd.
f. Kieséénvandevolgendewerkwijzen:
Wanneer de stand draadloos ad-hoc is ingesteld op de printer:
Selecteer Alleen computer-tot-computer netwerken en sluit het dialoogvenster Geavanceerd.
Wanneer de stand draadloos Infrastructuur is ingesteld op de printer:
Selecteer Alleen toegangspunt (infrastructuur) netwerken en sluit het dialoogvenster Geavanceerd.
g. Klik op Toevoegen zodat de eigenschappen van het draadloze netwerk verschijnen.
h. Voer de instelling in die u naar de printer stuurt en klik op OK.
i. Klik op Omhoog als u de instelling naar bovenaan de lijst wilt verplaatsen.
OPMERKING: Als de CD niet automatisch wordt gestart klikt u op Start® Alle Programma's (alleen voor Windows Vista)® Accessoires (alleen
voor Windows Vista)® Uitvoeren en daarna typt u D:\setup_assist.exe (waarbij D de letter is van uw CD-station) en daarna klikt u op OK.
OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van
deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de
onderstaande instructies.