Users Guide

Faxproblemen
Zwarte afdrukken
Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
De tonercassette is mogelijk defect en moet worden vervangen. Plaats een nieuwe tonercassette. Zie "De
tonercassette vervangen".
Mogelijk zijn reparaties aan de printer vereist. Neem contact op met een medewerker van het servicecenter.
Tonerverlies
Reinig de binnenkant van de printer. Zie "De printer aan de binnenzijde reinigen".
Controleer het type en de kwaliteit van het papier. Zie "Papierspecificaties".
Plaats een nieuwe tonercassette. Zie "De tonercassette vervangen".
Wanneer het probleem blijft, moet de printer mogelijk gerepareerd worden. Neem contact op met een medewerker
van het servicecenter.
Openingen in tekens
In de karakters zijn witte openingen die zwart zouden moeten zijn:
Wanneer u transparanten gebruikt, probeer dan een ander soort transparant. (In verband met de eigenschappen van
transparanten is een beperkte mate van zulke openingen normaal.)
Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het materiaal. Draai de stapel papier in de papierlade om
(ondersteboven).
Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Zie "Papierspecificaties".
Horizontale strepen
Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
Is de tonercassette juist geplaatst? Verwijder de cassette en plaats ze opnieuw.
Misschien is de tonercassette defect. Plaats een nieuwe tonercassette. Zie "De tonercassette vervangen".
Wanneer het probleem blijft, moet de printer mogelijk gerepareerd worden. Neem contact op met een medewerker
van het servicecenter.
Krul
Wanneer het afgedrukte papier gekruld is of het papier wordt niet in de printer opgenomen:
Draaidestapelpapierindepapierladeom(ondersteboven).Probeerookomhetpapier180°indepaperladete
draaien.
Probeer via de andere achterklep af te drukken.
Voorwaarde
Doe het volgende
De printer doet niets, de display blijft leeg en
de toetsen reageren niet.
Trek de netstekker uit en steek hem opnieuw in.
Haal de stekker uit het stopcontact en uit het apparaat en sluit het netsnoer opnieuw aan.
Geen kiestoon.
Controleer of het telefoonsnoer goed is aangesloten. Zie "Het telefoonsnoer aansluiten".
Controleer of de wandcontactbus in orde is door er een ander telefoontoestel op aan te sluiten.
De in het geheugen opgeslagen nummers
worden verkeerd gekozen.
Controleer of de nummers correct in het geheugen zijn opgeslagen. Druk een telefoonlijst af (zie "Een
Telefoonboeklijst afdrukken").
Het document wordt door de printer niet
opgenomen.
Controleer of het document niet gekreukeld is en of u het juist invoert. Controleer of het document het
juiste formaat heeft en niet te dik of te dun is.
Zorg ervoor dat de ADI-klep goed gesloten is.
Faxberichten worden niet automatisch
ontvangen.
De Fax-modus moet geselecteerd zijn.
Zorg ervoor dat er papier in de papierlade zit.
Controleer of in het display "Geheugen vol" verschijnt.
De printer verstuurt niet.
Controleer of er een document in de automatische documentinvoer of op de glasplaat is geplaatst.
Verzenden moet op het display verschijnen.
Controleer of het faxapparaat waar u een bericht naar wilt sturen in staat is om faxen te ontvangen.
De inkomende fax heeft witte stukken of is
van een lage kwaliteit.
Mogelijk is er een probleem met het faxapparaat van de verzender.
Een slechte telefoonlijn kan verbindingsproblemen veroorzaken.
Controleer uw printer door een kopie te maken.
Mogelijk is de tonercassette leeg. Vervang de tonercassette. Zie "De tonercassette vervangen".
Sommige woorden van een ontvangen
faxbericht zijn uitgerekt.
Het documenttransport van het apparaat dat het faxbericht verzond, haperde even.
Er staan strepen op faxberichten die u
verzendt.
Controleer het scannerglas en reinig het. Zie "De Scanner reinigen".