Users Guide
Afdrukproblemen
•
Zorg dat u een geschikt papiersoort gebruikt. Zie "Papierspecificaties".
•
Haal het papier uit de papierlade en buig het of waaier het uit.
•
In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Invoerprobleem met een aantal
vellen tegelijk.
•
Erkannietmeerdanéénpapiersoorttegelijkindeladewordengeladen.Plaatspapiervanmaaréénsoort,
formaat en gewicht.
•
Wanneer verschillende vellen zijn vastgelopen, verwijder dan alle vastgelopen vellen. Zie "
Vastgelopen papier uit de
Printer halen".
Er wordt geen papier in de printer
ingevoerd.
•
Verwijder alle obstructies in de printer. Zie "De printer aan de binnenzijde reinigen".
•
Het papier is niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade.
•
Er ligt te veel papier in de papierlade. Verwijder het overschot.
•
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de vereisten van de printer. Zie "Papierspecificaties".
Het papier blijft vastlopen.
•
Controleer of het juiste papierformaat werd gekozen. Zie "Het Papierformaat instellen".
•
U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de vereisten van de printer. Zie
"Papierspecificaties".
•
Mogelijk zit er vuil in de printer. Open de voorklep en verwijder de resten.
Transparanten kleven aan mekaar in
de uitvoer.
Gebruik alleen transparanten die voor laserprinters bedoeld zijn. Verwijder elk transparant zodra het uit de printer
komt.
Enveloppen trekken scheef of worden
niet goed ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de enveloppe goed zijn ingesteld (ze moeten de enveloppe net
raken).
Voorwaarde
Mogelijke oorzaak
Doe het volgende
De printer drukt niet af.
De printer krijgt geen stroom.
Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de
aan/uit-schakelaar en het stopcontact.
De printer is niet ingesteld als standaardprinter.
Kies Dell Laser MFP 1815 als standaardprinter in
Windows.
Klik op de knop Start Instellingen Printers.
Rechtsklik op het pictogram Dell Laser MFP 1815 van de
printer en kies Als standaardprinter instellen.
Controleer het volgende:
Wanneer een printersysteemfout optreedt, contacteer dan
uw onderhoudsdienst.
•
Zijn de voor- en achterklep gesloten?
•
Er is een papierstoring opgetreden.
•
De papierlade is leeg.
•
Er is geen tonercassette geplaatst.
De verbindingskabel tussen de computer en de printer is
niet juist aangesloten.
Maak de kabel los en sluit hem opnieuw aan.
Er is een probleem met de verbindingskabel tussen de
computer en de printer.
Sluit, indien mogelijk, de kabel aan een andere computer
aan die goed werkt en druk een taak af. Probeer een
andere kabel.
De printer is mogelijk verkeerd geconfigureerd.
Controleer de printereigenschappen om na te gaan of alle
afdrukinstellingen correct zijn.
Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed
geïnstalleerd.
De-installeer het printerstuurprogramma en installeer het
opnieuw; zie "De installatie van software ongedaan
maken"en "Software installeren onder Windows".
De printer werkt niet naar behoren.
Controleer het bericht in de display op het
bedieningspaneel om te zien of de printer een
systeemfout meldt.
De printer neemt afdrukmedia op uit
de verkeerde lade.
Mogelijk is in de printereigenschappen de verkeerde
invoerlade geselecteerd.
In vele softwareapplicaties bevindt de papierbron zich
onder het tabblad Papier in de printereigenschappen.
Selecteer de juiste lade. Zie "Tabblad Papier".
Een afdruktaak wordt uiterst
langzaam afgedrukt.
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.
Maak de pagina minder complex door afbeeldingen te
verwijderen of wijzig de instellingen van de
afdrukkwaliteit.
De maximum afdruksnelheid van uw printer is 27 PPM voor
papier in Letterformaat.
Onder Windows 98/Me is de wachtrij-instelling mogelijk
niet juist.
Klik op de knop Start Instellingen Printers.
Rechtsklik op het ppictogram Dell Laser MFP 1815 van
de printer, klik dan op Eigenschappen Details
Spoolinstellingen. Selecteer de gewenste wachtrij-
instelling.
De helft van de pagina is leeg.
Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld.
Wijzig de afdrukstand in uw programma. Zie "Tabblad Lay-
out".
Het ingestelde papierformaat stemt niet overeen met
het formaat van het papier in de lade.
Zorg ervoor dat het ingestelde papierformaat en het
papier in de papierlade overeenkomen,
De printer drukt af, maar de tekst is
verkeerd, vervormd of onvolledig.
De printerkabel zit los of is defect.
Maak de printerkabel los en sluit hem opnieuw aan. Druk
een document af dat u al met succes hebt afgedrukt. Sluit,
indien mogelijk, de kabel en de printer aan een andere
computer aan en probeer een taak af te drukken waarvan
u weet dat ze werkt. Sluit tot slot een nieuwe printerkabel
aan.
Het verkeerde printerstuurprogramma is geselecteerd.
Controleer het printerselectiemenu van de toepassing om
teverifiërenofuwprinterisgeselecteerd.