Gebruikershandleiding bij de Dell Laserprinter 1710/1710n Klik op de koppelingen aan de linkerkant voor meer informatie over de functies en bediening van de printer. Zie Informatie zoeken voor meer informatie over andere documentatie bij de printer. U bestelt als volgt tonercartridges of supplies bij Dell: 1. Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad. 2. Bezoek de website van Dell of bestel supplies voor de Dell printer per telefoon. www.dell.
Informatie zoeken Gewenste informatie Stuurprogramma's voor de printer Gebruikershandleiding Bron Cd met stuurprogramma's en hulpprogramma's Als u tegelijkertijd een Dell computer en printer hebt aangeschaft, zijn de printerstuurprogramma's en hulpprogramma's al geïnstalleerd. U kunt met de cd stuurprogramma's verwijderen of opnieuw installeren, of de documentatie weergeven.
Dit label bevindt zich op de achterkant van de printer. Geef de Express Service Code op om met de juiste afdeling te worden doorverbonden als u contact opneemt met de technische ondersteuning. OPMERKING: De Express Service Code is niet in alle landen beschikbaar. Meest recente stuurprogramma's voor de printer Antwoorden op vragen over technisch onderhoud en ondersteuning Documentatie voor de printer Ondersteuningswebsite van Dell op support.dell.
Informatie over de printer De printer De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken Het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken De juiste kabel kiezen De printer 1 Optionele lade voor 550 vel 5 Uitvoerlade 2 Lade 1 6 Bedieningspaneel 3 Sleuf voor handinvoer 7 Voorklep 4 Papiergeleider De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken Het bedieningspaneel bestaat uit vijf lampjes en twee knoppen.
Druk op Doorgaan (Continue) om het afdrukken te hervatten. Druk tweemaal kort op Doorgaan Druk op Annuleren (Cancel) Houd Annuleren plaatsvindt. om een foutcode weer te geven. om de taak te annuleren die op dat moment wordt afgedrukt. ingedrukt totdat alle lampjes gaan branden en een reset van de printer Het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken U kunt als volgt het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken: 1. Zet de printer uit. 2. Open de bovenste voorklep. 3.
5. De lampjesreeks die het startmenu aangeeft, wordt weergegeven. 6. Houd de knop Doorgaan ingedrukt totdat alle lampjes om beurten gaan branden. Er wordt een configuratieblad met printerinstellingen afgedrukt. De juiste kabel kiezen De Dell Laserprinter 1710 aansluitkabel moet aan de volgende vereisten voldoen: Verbinding Kabelcertificering USB USB 2.
Printer voorbereiden Optionele lader voor 550 vel installeren Optionele geheugenkaart installeren Optionele lader voor 550 vel installeren Uw printer is geschikt voor een optionele lader waarmee u maximaal 550 vel papier kunt laden. VOORZICHTIG: Als u de lader voor 550 vel wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. 1. Pak de lader voor 550 vel uit en verwijder het verpakkingsmateriaal. 2.
U kunt papierstoringen helpen voorkomen door het type en het formaat op te geven van het materiaal dat u hebt geladen. Raadpleeg De papierladen configureren voor meer informatie. De papierladen configureren OPMERKING: U moet eerst de stuurprogramma's voor de printer laden voordat u de papierladen gaat configureren. Zie Lokaal afdrukken instellen of Afdrukken via het netwerk instellen. Dell Laserprinter 1710/1710n 1.
Als Update (Bijwerken) of Ask Printer (Printer vragen) niet beschikbaar is, voert u de volgende stappen uit: a. Klik in de lijst Available Options (Beschikbare opties) op 550-sheet tray (Lade voor 550 vel). b. Klik op Add (Toevoegen). c. Klik op OK en sluit vervolgens de map Printers. Als Update Now (Nu bijwerken) of Ask Printer (Printer vragen) niet beschikbaar is, voert u de volgende stappen uit: a. Klik in de lijst Options (Opties) op 550-sheet tray (Lade voor 550 vel). b.
. 11. Klik op Submit (Verzenden). Optionele geheugenkaart installeren De systeemplaat bevat één connector voor een optionele geheugenkaart. De printer kan tot 128MB ondersteunen (voor een totaal van 160MB voor een printer in een netwerk en 144MB voor een printer die niet in een netwerk is opgenomen). VOORZICHTIG: Als u een geheugenkaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. 1.
2. 3. Open de zijklep door op de twee uitsparingen aan de rechtervoorkant van de machine te drukken en de zijklep terug te klappen. 4. Open de vergrendelingen aan beide uiteinden van de geheugenconnector. OPMERKING: Geheugenopties die voor andere printers beschikbaar zijn, werken mogelijk niet voor deze printer. 5.
5. Haal de geheugenkaart uit de verpakking. LET OP: Geheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp, zoals het frame van de printer, aan voordat u een geheugenkaart aanraakt. Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 6. Breng de uitsparingen aan de onderkant van de kaart op één lijn met de uitsparingen op de connector. 7.
Papier in de printer plaatsen Laden voor 250 vel en 550 vel vullen De enveloppenlader vullen De uitvoer aan de achterkant gebruiken Laden voor 250 vel en 550 vel vullen Ga als volgt te werk om papier te plaatsen in de lade voor 250 vel en de lade voor 550 vel. 1. Verwijder de lade. 2. Maak een stapel papier gereed voor plaatsing in de lade door het papier heen en weer te buigen en het te waaieren. Maak een rechte stapel op een platte ondergrond. 3.
teveel aan papier kan papierstoringen veroorzaken. 4. Verschuif de twee geleiders aan de zijkant en de geleider aan de achterkant zodanig dat zij tegen de stapel papier rusten. Als u papier van het formaat Legal of Folio plaatst, drukt u de grendel aan de achterkant van de lade omlaag en trekt u de lade uit totdat het uitschuifmechanisme vastklikt. 5. Plaats de lade terug.
5. 6. Trek de papiersteun op de uitvoerlade uit. De enveloppenlader vullen Met de handinvoer aan de voorkant van de printer kan telkens slechts één vel afdrukmateriaal worden ingevoerd. U kunt de handinvoer gebruiken om snel afdruktaken uit te voeren met papiersoorten of formaten die zich op dat moment niet in de papierlade bevinden. U vult de enveloppenlader als volgt: 1.
1. printer en is de kans groot dat het scheef trekt. 2. Pas de papiergeleiders aan de breedte van het afdrukmateriaal aan. 3. Houd beide zijden van het afdrukmateriaal dicht bij de handinvoer en duw het in de printer totdat het automatisch wordt vastgegrepen. Er volgt een korte pauze tussen het moment waarop de printer het afdrukmateriaal vastgrijpt en het moment waarop het materiaal wordt ingevoerd in de printer. LET OP: Duw het afdrukmateriaal niet te ver in de handinvoer.
alle afdrukmateriaal naar de uitvoerlade aan de bovenkant van de printer gestuurd.
Lokaal afdrukken instellen Een lokale printer is een printer die op één computer is aangesloten via een USB-kabel of parallelle kabel. Als de printer niet op uw computer, maar op een netwerk is aangesloten, slaat u deze stap over en gaat u naar Afdrukken via het netwerk instellen. Een printerstuurprogramma is software die ervoor zorgt dat de computer kan communiceren met de printer.
gevonden weergegeven op het scherm van de computer. 1. Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation van de computer. De wizard zoekt automatisch naar een geschikt stuurprogramma. 2. Blader door de lijst met stuurprogramma's totdat D:\Drivers\Print\x64\dkaayb40.inf is geselecteerd in de kolom Location (Locatie). In plaats van D:\ wordt de stationsaanduiding van het cdromstation weergegeven. 3. Klik op Next (Volgende).
1. De wizard zoekt automatisch naar een geschikt stuurprogramma. 2. Blader door de lijst met stuurprogramma's totdat D:\Drivers\Print\Win_2kXP\dkaay2da.inf is geselecteerd in de kolom Location (Locatie). In plaats van D:\ wordt de stationsaanduiding van het cdromstation weergegeven. 3. Klik op Next (Volgende). De wizard kopieert alle benodigde bestanden en installeert de printerstuurprogramma's. 4. Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd. 5.
2. romstation weergegeven. 3. Klik op Next (Volgende). De wizard kopieert alle benodigde bestanden en installeert de printerstuurprogramma's. 4. Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd. 5. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten starten. Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK.
Vervang D:\ door de stationsaanduiding van uw cd-romstation (typ bijvoorbeeld D:\, waarbij D de stationsaanduiding van uw cd-romstation is). 5. Klik op Open (Openen) en vervolgens op OK. 6. Klik op Next (Volgende) om het stuurprogramma te installeren dat wordt weergegeven. D:\Drivers\Print\Win_2kXP\dkaay2da.inf 7. Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd. 8. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten starten.
4. Als alle benodigde bestanden op de computer zijn geïnstalleerd, wordt het scherm Congratulations (Gefeliciteerd) weergegeven. 5. Klik op Finish (Voltooien) om het scherm van de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's te verlaten. Windows Me gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel OPMERKING: Afhankelijk van de software en printers die reeds zijn geïnstalleerd op de computer, kunnen uw schermen afwijken van de schermen in de instructies.
10. 11. starten. Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. 12. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Personal Installation - Install the printer for use on this computer only (Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren) om de extra software voor uw printer te installeren. 13.
6. Klik op Next (Volgende) om een printerstuurprogramma te zoeken. 7. Selecteer Search for a suitable driver (Zoeken naar een geschikt stuurprogramma) en klik op Next (Volgende). 8. Selecteer Specify a location only (Alleen een locatie opgeven) en klik op Next (Volgende). 9. Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's. D:\Drivers\Print\Win_9xme\\dkaay2da.inf 10.
Macintosh OS 9.2 en OS 10. gebruiken U kunt de nieuwste stuurprogramma's voor Macintosh downloaden vanaf de website van Dell. 1. Ga naar support.dell.com en klik op Small Business (Kleine ondernemingen). 2. Klik onder Product Support (Productondersteuning) op Downloads & Drivers (Downloads en stuurprogramma's). 3. Selecteer in de keuzelijst Product Model (Productmodel) de optie Printer en selecteer vervolgens 1710n (Network Laser) (Laserprinter voor netwerken). 4. Klik op de pijl. 5.
Afdrukken via het netwerk instellen Directe aansluiting via een netwerkkabel (met afdrukserver) Directe aansluiting via een netwerkkabel (zonder afdrukserver) Lokale aansluiting via een USB-kabel of parallelle kabel (met afdrukserver) Gedeeld afdrukken Directe aansluiting via een netwerkkabel (met afdrukserver) Een afdrukserver is een aangewezen computer waarmee centraal alle afdruktaken van clients worden beheerd.
b. starten. Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. c. Als het scherm van de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Set IP Address Utility (Hulpprogramma voor het instellen van een IP-adres). d. Selecteer uw printer in de lijst "Configure Print Servers" (Afdrukservers configureren) en klik op TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen). e.
3. gebruik op een netwerk installeren). 4. Bij lokale installatie selecteert u Install printer on this computer (Printer op deze computer installeren) en klikt u op Next (Volgende). Bij installatie op afstand doet u het volgende: a. Selecteer Install printer on one or more remote computers (Printer op een of meer externe computers installeren) en klik op Next (Volgende). b. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in en klik op Add (Toevoegen). c.
2. Als de status Niet verbonden is: Controleer of de Ethernet-kabel goed is aangesloten aan de achterzijde van de printer. Sluit de Ethernet-kabel aan op een ander stopcontact. 3. Controleer onder het kopje TCP/IP op de pagina met netwerkinstellingen of het IP-adres, het netmasker en de gateway de verwachte instellingen hebben. 4. Ping de printer en controleer of deze reageert.
3. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Network Installation - Install the printer for use on a network (Netwerkinstallatie - De printer alleen voor gebruik op een netwerk installeren). 4. Selecteer Install printer on one or more remote computers (Printer op een of meer externe computers installeren) en klik op Next (Volgende). 5. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in en klik op Add (Toevoegen). 6.
Besturingssysteem van afdrukserver Windows XP Professional x64 gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel Windows XP gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel Windows 2003 Server gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel Windows 2000 gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel Windows NT gebruiken met een parallelle kabel Windows Me gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel Windows 98 SE gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel Macintosh OS 9.2 en OS 10.
1. De wizard zoekt automatisch naar een geschikt stuurprogramma. 2. Blader door de lijst met stuurprogramma's totdat D:\Drivers\Print\Win_2kXP\dkaay2da.inf is geselecteerd in de kolom Location (Locatie). In plaats van D:\ wordt de stationsaanduiding van het cdromstation weergegeven. 3. Klik op Next (Volgende). De wizard kopieert alle benodigde bestanden en installeert de printerstuurprogramma's. 4. Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd. 5. Voer de installatiesoftware uit.
3. 4. hulpprogramma's. D:\Drivers\Print\Win_2kXP\ Vervang D:\ door de stationsaanduiding van uw cd-romstation (typ bijvoorbeeld D:\, waarbij D de stationsaanduiding van uw cd-romstation is). 5. Klik op Open (Openen) en vervolgens op OK. 6. Klik op Next (Volgende) om het stuurprogramma te installeren dat wordt weergegeven. D:\Drivers\Print\Win_2kXP\dkaay2da.inf 7. Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd. 8. Voer de installatiesoftware uit.
4. Selecteer D:\Drivers\Print\Win_9xme\\ dkaay2da.inf uit de lijst op het scherm (waarbij D de stationsaanduiding voor uw cd-romstation is) en klik op OK. 5. Klik op Next (Volgende) om het stuurprogramma te installeren. 6. Klik op Next (Volgende) om de installatie te voltooien. 7. Gebruik de standaard printernaam (bijvoorbeeld Dell Laserprinter 1710) of geef een unieke naam voor uw printer op en klik op Next (Volgende). 8.
8. 9. Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's. D:\Drivers\Print\Win_9xme\\dkaay2da.inf 10. Markeer het stuurprogramma en selecteer vervolgens to install the updated driver (recommended) (Bijgewerkt stuurprogramma installeren (aanbevolen)). 11. Klik op Next (Volgende). 12. Klik op Next (Volgende) om de installatie te voltooien. 13.
9. 10. 11. Klik op de bestandsnaam van het stuurprogramma. 12. Selecteer Download Now Using HTTP (Downloaden via HTTP) of Download Now Using FTP (Downloaden via FTP). 13. Klik op I agree (Ik ga akkoord). 14. Selecteer de optie voor bewaren op schijf en klik vervolgens op OK. 15. Selecteer de gewenste locatie en sla het bestand op. 16. Ga op de computer naar het bestand en dubbelklik erop om het installatieprogramma te starten. 17. Als het installatieprogramma is gestart, klikt u op Continue (Ga door). 18.
7. nieuwe naam op in het veld Printer Name (Naam van printer). 8. Als u andere gebruikers op het netwerk toegang tot deze printer wilt geven, selecteert u Share this printer with other computers (Deze printer delen met andere computers) en voert u vervolgens een naam op die gebruikers eenvoudig kunnen herkennen. 9. Klik op Next (Volgende). 10. Selecteer de software en documentatie die u wilt installeren en klik vervolgens op Install (Installeren). 11.
U kunt als volgt controleren of de printer met succes is gedeeld: Controleer of voor het printerobject in de map Printers wordt aangegeven dat het is gedeeld. In Windows 2000 wordt bijvoorbeeld een handje weergegeven onder het printerpictogram. Blader door Mijn netwerklocaties of Netwerkomgeving. Zoek de hostnaam van de server en zoek de gedeelde naam die u hebt toegewezen aan de printer.
9. Als met succes een testpagina wordt afgedrukt, is de printerinstallatie voltooid. Peer-to-Peer Als u de methode Peer-to-Peer gebruikt, wordt het printerstuurprogramma volledig geïnstalleerd op elke clientcomputer. Het stuurprogramma kan worden aangepast op de netwerkclients. Afdruktaken worden verwerkt met de clientcomputer. 1. Alleen voor Windows XP: Klik op Start Configuratiescherm Printers en andere hardware Printers en faxapparaten.
Softwareoverzicht Dell™ Toner Management System Dell Local Printer Settings Utility Hulpprogramma voor het instellen van een IP-adres Dell Printer Software Uninstall Profiler voor het stuurprogramma Dell Printer Configuration Web Tool Gebruik de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's die met de printer zijn meegeleverd om een combinatie van softwaretoepassingen te installeren, afhankelijk van uw besturingssysteem.
De beschikbare hoeveelheid toner in uw printer in de gaten houden. Klik op Order Toner (Toner bestellen) om tonercartridges te bestellen. Zie Dell Printer Supplies Reorder Application voor meer informatie. Dell Printer Supplies Reorder Application OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar in Windows NT, 98 SE of Me.
Bindzijde duplex Papierformaat1 PS SmartSwitch Regels per pagina Exemplaren Papiersoort1 Parallelbuffer A4-breedte Lege pagina's Aangepaste typen2 Status Uitgebreid Lade-nr.
Hulpprogramma voor het instellen van een IP-adres OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar als de printer lokaal is aangesloten op een computer. Met het Set IP Address Utility (hulpprogramma voor het instellen van IP-adres) kunt u een IP-adres en andere belangrijke IP-parameters instellen. U kunt als volgt het IP-adres handmatig instellen. 1. Start het Dell Printer Configuration Web Tool door het IP-adres van uw netwerkprinter in de webbrowser te typen. 2.
a. Selecteer Dell Printer Software Uninstall. b. Selecteer de onderdelen die u wilt verwijderen en klik op Next (Volgende). c. Klik op Uninstall Now (Nu verwijderen). d. Klik op OK als de software is verwijderd. Profiler voor het stuurprogramma Gebruik de profiler voor het stuurprogramma om stuurprogrammaprofielen te maken met aangepaste stuurprogramma-instellingen.
Met het Dell Printer Configuration Web Tool kunt u tevens de printerinstellingen wijzigen en afdruktrends bijhouden. Als u netwerkbeheerder bent, kunt u op eenvoudige wijze, vanaf uw webbrowser, de instellingen van de printer kopiëren naar één of alle printers op het netwerk. Start het Dell Printer Configuration Web Tool door simpelweg het IP-adres van uw netwerkprinter in de webbrowser te typen. Als u het IP-adres van uw printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af.
Hiermee kopieert u snel de instellingen van de printer naar één of meer andere printers op het netwerk door simpelweg het IP-adres van elke printer in te voeren. OPMERKING: U kunt deze functie alleen gebruiken als u netwerkbeheerder bent. Statistieken afdrukken Hiermee houdt u afdruktrends, zoals papierverbruik en soorten afdruktaken, bij. Printerinformatie Hiermee geeft u de informatie weer die u nodig hebt voor onderhoud, voorraadrapporten of de status van het beschikbare geheugen en de enginecodes.
Informatie over lampjes op bedieningspaneel Veelvoorkomende lampjesreeksen Secundaire foutcodes De lampjes op het bedieningspaneel hebben verschillende betekenissen, afhankelijk van hun volgorde. Lampjes die uit zijn, branden en/of knipperen geven printercondities aan zoals printerstatus, noodzaak tot ingrijpen (bijvoorbeeld als het papier op is) of onderhoud.
Vul handinvoer Druk zijde twee van een dubbelzijdige afdruktaak af Ongeldige enginecode Ongeldige netwerkcode Toner bijna op Belichtingstrommel bijna vol Vervang belichtingstrommel Vervang belichtingstrommel (harde stop printer) Niet-ondersteunde tonercartridge Tonercartridge niet geïnstalleerd Vervang ongeldige tonercartridge Enginecode wordt geprogrammeerd Systeemcode wordt geprogrammeerd Taak annuleren Reset printer Onderhoudsfout Printerfout* Printerfout door papierstoring* * Zie Secundaire foutcodes vo
Lampjesreeksen voor secundaire foutcodes Doorgaan Gereed/ Toner bijna Gegevens op/ Vervang trommel Laad/ Verwijder papier Papierstoring Fout Printerconditie Pagina is te complex Onvoldoende printergeheugen Onvoldoende ruimte voor sorteren Lettertypefout Netwerkinterfacefouten Fout bij communicatie met de hostcomputer Hostinterface uitgeschakeld Geheugen vol Papier te kort Ongeldige enginecode Ongeldige netwerkcode
Lampjesreeks voor secundaire foutcode bij papierstoringen Doorgaan Gereed/Gegevens Toner bijna op/ Vervang trommel Laad Papierstoring Fout Printerconditie Klik hier voor papier meer informatie.
Betekenis lampjesreeks: De printer is bezig met het ontvangen of verwerken van gegevens of met afdrukken. De printer is bezig met het defragmenteren van het flash-geheugen om ruimte vrij te maken die nog in beslag wordt genomen door verwijderde bronnen. De printer formatteert het flash-geheugen. De printer is bezig met het opslaan van bronnen, zoals lettertypen of macro's, in het flash-geheugen.
Betekenis lampjesreeks: De printer staat in de werkstand Gereed en Hex Trace is actief. Mogelijke actie: Gevorderde gebruikers kunnen de functie Hex Trace gebruiken om afdrukproblemen op te lossen. Los het probleem op en zet de printer uit en weer aan om de werkstand Hex Trace uit te schakelen. Houd Annuleren voeren. ingedrukt om een reset van de printer uit te Betekenis lampjesreeks: De printer wacht totdat een afdruktime-out plaatsvindt of totdat er extra gegevens worden ontvangen.
Betekenis lampjesreeks: De printer is bezig met het verwijderen van beschadigde afdrukgegevens. De printer is bezig met het verwerken van gegevens of het afdrukken van pagina's, maar de resolutie van een pagina in de huidige afdruktaak is verminderd van 600 dpi (dots per inch) tot 300 dpi om de fout Het geheugen is vol. te voorkomen. Mogelijke actie: Wacht totdat op het bedieningspaneel weer Gereed wordt aangegeven en u andere taken kunt afdrukken. Druk op Annuleren Houd Annuleren voeren.
Betekenis lampjesreeks: De klep van de printer staat open. Mogelijke actie: Sluit de klep. Betekenis lampjesreeks: Het afdrukmateriaal in de printer is op of het materiaal is niet correct ingevoerd. Mogelijke actie: Plaats afdrukmateriaal in lade 1 of in de optionele lade voor 550 vel en druk op Doorgaan om door te gaan met afdrukken. Controleer of het materiaal correct is geplaatst in lade 1 of de optionele lade voor 550 vel. Druk op Annuleren om de afdruktaak te annuleren.
Betekenis lampjesreeks: De printer vraagt u om een los vel afdrukmateriaal in te voeren via de handinvoer. Mogelijke actie: Plaats afdrukmateriaal, met de te bedrukken zijde richting voorkant van de printer, in de handinvoer. Druk op Doorgaan Houd Annuleren voeren. om door te gaan met afdrukken. ingedrukt om een reset van de printer uit te Betekenis lampjesreeks: Druk zijde twee van uw dubbelzijdige afdruktaak af. Mogelijke actie: Voer de afdruktaak opnieuw in lade 1.
Betekenis lampjesreeks: Er is geen code geprogrammeerd in een interne printerserver of de geprogrammeerde code is niet geldig. Mogelijke actie: Download een geldige netwerkcode naar de interne printerserver. Druk kort tweemaal op Doorgaan om de secundaire foutcode weer te geven. Zie Secundaire foutcodes voor meer informatie. Betekenis lampjesreeks: De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. Bovendien is de toner in de tonercartridge bijna op.
Betekenis lampjesreeks: De belichtingstrommel is bijna vol en moet spoedig worden vervangen. OPMERKING: Dit bericht wordt alleen weergegeven als het toneralarm is ingeschakeld. Mogelijke actie: Druk op Doorgaan om door te gaan met afdrukken. Druk een configuratieblad met printerinstellingen af, zodat u het niveau van de belichtingstrommel kunt bepalen. Zie Het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken voor meer informatie.
Betekenis lampjesreeks: De belichtingstrommel is vol en moet worden vervangen. De printer drukt niet verder af totdat de belichtingstrommel is vervangen. Mogelijke actie: Vervang de belichtingstrommel. Zie Belichtingstrommel vervangen voor meer informatie. Betekenis lampjesreeks: De tonercartridge is niet geïnstalleerd of de printer detecteert een fout met de tonercartridge. Mogelijke actie: Plaats de tonercartridge als deze niet is geïnstalleerd.
Betekenis lampjesreeks: De tonercartridge die u gebruikt is niet ontworpen voor uw printer. Mogelijke actie: Installeer tonercartridge die is gemaakt voor uw printer (zie Supplies bestellen ). Betekenis lampjesreeks: Er wordt nieuwe code geprogrammeerd in de engine- of firmware-flashcode. Mogelijke actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Als de printer gereed is met het programmeren van de code, wordt een zachte reset uitgevoerd.
Betekenis lampjesreeks: De huidige afdruktaak is geannuleerd. De printer wordt opnieuw ingesteld op de standaardgebruikersinstellingen. Eventueel actieve afdruktaken worden geannuleerd. Een standaardgebruikersinstelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt of totdat u de fabrieksinstellingen terugzet. Mogelijke actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Betekenis lampjesreeks: Er is een onderhoudsfout opgetreden in de printer en het afdrukken is gestopt.
Betekenis lampjesreeks: Er is een van de volgende fouten opgetreden in de printer: Er is onvoldoende geheugen beschikbaar om de inhoud van de buffer op te slaan of om het flash-geheugen te defragmenteren. Een pagina is te complex om af te drukken of is korter dan de ingestelde paginamarges. De resolutie van een opgemaakte pagina wordt verlaagd tot 300 dpi. Er is een lettertypefout opgetreden. De verbinding met de hostcomputer is verbroken.
Secundaire foutcode Betekenis lampjesreeks: De pagina wordt mogelijk niet correct afgedrukt, omdat de afdrukinformatie op de pagina te complex is (oftewel te groot voor het geheugen van de printer). Mogelijke actie: Druk op Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met het verwerken van de afdruktaak (mogelijk gaat een deel van de afdrukgegevens verloren).
Secundaire foutcode Betekenis lampjesreeks: Het printergeheugen heeft onvoldoende ruimte om de afdruktaak te sorteren. Dit kan gebeuren door een van de volgende fouten: Geheugen vol Pagina is te complex om af te drukken Een pagina is korter dan de ingestelde paginamarges. Er is onvoldoende geheugen beschikbaar om de inhoud van de buffer op te slaan. Mogelijke actie: Druk op Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak (mogelijk wordt de taak niet correct afgedrukt).
Secundaire foutcode Betekenis lampjesreeks: De printer kan geen communicatie tot stand brengen met het netwerk. Mogelijke actie: Druk op Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. (Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt.) Secundaire foutcode Betekenis lampjesreeks: De verbinding tussen de printer en een externe printerserver (ook wel een externe netwerkadapter of ENA genoemd) is uitgevallen.
Secundaire foutcode Betekenis lampjesreeks: De USB- of parallelle poort van de printer is uitgeschakeld. Mogelijke actie: Selecteer Doorgaan om het bericht te wissen. Alle eerder verstuurde afdruktaken worden verwijderd door de printer. Schakel de USB-poort of parallelle poort in door een andere waarde dan Uitgeschakeld te selecteren voor de optie USB-buffer of Parallelle buffer in het programma Local Printer Settings Utility (zie Dell Local Printer Settings Utility ).
Secundaire foutcode Betekenis lampjesreeks: Het papier is te kort voor het afdrukken van de opgemaakte gegevens. Dit doet zich voor als de printer niet weet welk formaat materiaal in de lade is geplaatst of als er een probleem is met de invoer van het materiaal. Mogelijke actie: Controleer of het geplaatste afdrukmateriaal groot genoeg is. Open de voorklep, maak de papierbaan vrij en sluit de klep om het afdrukken te hervatten (zie Papierstoringen verhelpen ).
Secundaire foutcode Betekenis lampjesreeks: Er is geen code geprogrammeerd in een interne printerserver of de geprogrammeerde code is niet geldig. Mogelijke actie: Download een geldige netwerkcode naar de interne printerserver.
Informatie over de printermenu's Het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken Menuoverzicht Het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken Geavanceerde gebruikers die afdrukproblemen willen oplossen of configuratie-instellingen van de printer willen wijzigen, kunnen het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken voor instructies over het navigeren door de configuratiemenu's bij het selecteren en opslaan van nieuwe instellingen.
Houd Doorgaan Houd Annuleren startmenu. ingedrukt totdat alle lampjes gaan branden om een instelling op te slaan. ingedrukt totdat alle lampjes gaan branden om terug te gaan naar het Schakel de printer uit om de menu's te verlaten. Menu Netwerk Gebruik het menu Netwerk om de instellingen te wijzigen van taken die via een netwerkpoort worden verstuurd (Standaardnetwerk of Netwerkoptie ).
Waarden: Automatisch (standaardinstelling)-De printer detecteert de huidige netwerksnelheid. 10Mbps, half-duplex-De printer probeert uitsluitend verbinding met het netwerk te maken op een snelheid van 10Mbps, half-duplex. 10Mbps, full-duplex-De printer probeert uitsluitend verbinding met het netwerk te maken op een snelheid van 10Mbps, full-duplex. 100Mbps, half-duplex-De printer probeert uitsluitend verbinding met het netwerk te maken op een snelheid van 100Mbps, half-duplex.
Parallelle modus 2 Gebruik deze instelling voor het volgende: Bepalen hoe de gegevens van de parallelle poort worden gesampled aan de voor- (Aan) of achterkant (Uit) van de strobe. Waarden: Uit Aan (standaardinstelling) MAC binair PS Gebruik deze instelling voor het volgende: De printer configureren voor het verwerken van binaire PostScript-afdruktaken van een Macintosh-computer. Waarden: Uit-De printer filtert PostScript-afdruktaken met een standaardprotocol.
Gebruik deze instelling voor het volgende: Opgeven of de printer automatisch op een nieuwe regel moet beginnen na een opdracht voor een harde return. Waarden: Uit (standaardinstelling) Aan Menu USB Gebruik het menu USB om de printerinstellingen te wijzigen voor afdruktaken die via een USB-poort (Universal Serial Bus) worden verzonden. NPA-modus Gebruik deze instelling voor het volgende: Afdruktaken naar de printer sturen en tegelijkertijd informatie over de printerstatus opvragen.
Gebruik het menu Extra om problemen met de printer op te lossen. Fabrieksinstellingen herstellen Gebruik deze instelling voor het volgende: De oorspronkelijke fabriekswaarden voor de printerinstellingen herstellen. Soms kunnen opmaakproblemen worden opgelost door de printer terug te zetten op de oorspronkelijke instellingen. Alle menuopties worden opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden met uitzondering van: Taal op display Alle instellingen in het menu Parallel, Netwerk en USB.
afbeelding. Twee pagina's met afbeeldingen.
Afdrukken Afdruktaak handmatig invoeren Afdrukken op beide zijden van het papier (handmatig dubbelzijdig) Meerdere pagina's afdrukken op één vel (N per vel) Brochure afdrukken Poster afdrukken Afdrukken op briefhoofdpapier Afdruktaak annuleren Afdruktaak handmatig invoeren Met de handinvoer aan de voorkant van de printer kan telkens slechts één vel afdrukmateriaal worden ingevoerd. Wanneer u de handinvoer gebruikt, stuurt u de afdruktaak naar de printer voordat u het afdrukmateriaal plaatst.
3. 4. Selecteer Manual paper (Handinvoer) in de keuzelijst Paper tray (Papierlade). 5. Selecteer het juiste papierformaat en de papiersoort. 6. Klik op OK. 7. Klik op OK in het afdrukvenster om de afdruktaak naar de printer te sturen. Op de printer wordt de lampjesreeks voor Vul handinvoer weergegeven. 8.
Afdrukken op beide zijden van het papier (handmatig dubbelzijdig) U kunt afdrukkosten besparen door af te drukken op beide zijden van het papier. Hoewel u Lade 1 of de lade voor 550 vel kunt gebruiken om de eerste zijde van de dubbelzijdige afdruktaak af te drukken, kunt u de tweede zijde alleen afdrukken met behulp van Lade 1. U kunt opgeven hoe u de taak dubbelzijdig wilt laten afdrukken: Lange zijde of Korte zijde.
2. 3. Selecteer 2-sided printing (2-zijdig afdrukken) op het tabblad Page Layout (Pagina-indeling). 4. Selecteer Long Edge (Lange zijde) of Short Edge (Korte zijde). 5. Selecteer Manual 2-sided printing (Handmatig 2-zijdig afdrukken). 6. Klik op het tabblad Paper (Papier). 7. Selecteer de gewenste Input options (Invoeropties) voor de afdruktaak. 8. Klik op OK. 9. Klik op OK in het afdrukvenster. De printer drukt eerst alle overige pagina's af.
Down (Omlaag) 4. Als u een zichtbare rand wilt afdrukken rond elk paginabeeld selecteert u Print page borders (Paginaranden afdrukken). 5. Klik op OK. 6. Klik op OK in het afdrukvenster om de afdruktaak naar de printer te sturen. Brochure afdrukken Met de instelling Booklet (Brochure) kunt u meerdere pagina's afdrukken in de vorm van een brochure zonder het document opnieuw te hoeven opmaken om de pagina's in de juiste volgorde te kunnen afdrukken.
per bundel om op te geven hoeveel fysieke pagina's in één bundel worden opgenomen. Het benodigde aantal bundels wordt afgedrukt op de printer, waarna u de bundels kunt inbinden tot één brochure. Afdrukken in bundels helpt u bij het gelijkmatiger uitlijnen van de buitenranden van de pagina's. U moet opgeven of u al dan niet gebruik wilt maken van de opties voor dubbelzijdig afdrukken voordat u de brochurefunctie selecteert.
1. 2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing) om de instellingen van het printerstuurprogramma te bekijken. 3. Klik op More Page Layout Options (Meer opties voor pagina-indeling) op het tabblad Page Layout (Pagina-indeling). 4. Klik op Poster. 5. Selecteer het gewenste posterformaat door het aantal pagina's te kiezen dat u wilt gebruiken voor de poster. 6.
7. 8. Afdruktaak annuleren Een afdruktaak kan worden geannuleerd vanaf het bedieningspaneel of vanaf de computer. De lampjesreeks Taak annuleren wordt op het bedieningspaneel weergegeven tijdens het annuleren van de taak. Vanaf het bedieningspaneel van de printer Druk op Annuleren om de taak te annuleren die op dat moment wordt afgedrukt. Vanaf de computer 1. Alleen voor Windows XP: Klik op Start Configuratiescherm Printers en andere hardware Printers en faxapparaten.
Printer onderhouden Supplies bestellen Supplies bewaren Tonercartridge vervangen Belichtingstrommel vervangen Lens van printerkop reinigen Stuurprogramma's verwijderen Supplies bestellen Als de printer is aangesloten op het netwerk, typt u het IP-adres van de printer in uw webbrowser om het Dell Configuration Web Tool te starten en klikt u op de koppeling voor de tonervoorraad. 1. Klik op Start Programma's of Alle programma's Dell Printers Dell Laser Printer 1710 Dell Printer Supplies–Laser. 2.
muur. Als u losse pakken afdrukmateriaal niet in de oorspronkelijke doos bewaart, legt u de pakken op een vlakke ondergrond, zodat de randen niet omkrullen of kreuken. Plaats niets boven op de pakken afdrukmateriaal. Tonercartridge bewaren Bewaar de tonercartridge in de originele verpakking zolang u de cartridge nog niet nog niet hoeft te gebruiken. Bewaar de tonercartridge niet op de volgende plaatsen: Een omgeving met een temperatuur die hoger is dan 40 °C.
Wanneer het lampje Toner bijna op brandt of wanneer de afdrukken vaag zijn, verwijdert u de tonercartridge. Schud deze goed heen en weer om de resterende toner te kunnen gebruiken. Plaats de cartridge vervolgens opnieuw in de printer en ga door met afdrukken. Herhaal deze procedure enkele keren totdat de afdruk vaag blijft. Vervang in dat geval de tonercartridge. Vervang de tonercartridge als volgt: 1. Open de voorklep door op de knop aan de linkerkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken.
2. Druk op de knop op de basis van de tonercartridge-eenheid. 3. Trek de tonercartridge omhoog en naar buiten aan de handgreep. 4. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. 5. Draai de cartridge in alle richtingen om de toner te verdelen.
5. 6. Plaats de nieuwe tonercartridge door de witte rollen op de tonercartridge uit te lijnen met de witte pijlen op de rails van de belichtingstrommel en de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen te schuiven. De toner is correct geïnstalleerd als deze vastklikt. 7. Sluit de voorklep. Belichtingstrommel vervangen U kunt controleren of de belichtingstrommel bijna vol is door het configuratieblad met printerinstellingen af te drukken. Zo kunt u nagaan of u nieuwe supplies dient te bestellen.
Wanneer het lampje Vervang belichtingstrommel gaat branden, dient u onmiddellijk een nieuwe trommel te bestellen. Hoewel de printer mogelijk nog naar behoren werkt wanneer de belichtingstrommel het officiële maximumaantal (30.000 pagina's) heeft bereikt, neemt de afdrukkwaliteit aanzienlijk af. Na 40.000 pagina's stopt de belichtingstrommel met afdrukken.
2. Trek de tonercartridge-eenheid uit de printer door aan de handgreep voor de tonercartridge te trekken. OPMERKING: Druk niet op de knop op de basis van de tonercartridge-eenheid. Plaats de tonercartridge-eenheid op een vlakke, schone ondergrond. 3. Druk op de knop op de basis van de tonercartridge-eenheid. 4. Trek de tonercartridge omhoog en naar buiten aan de handgreep. 5. Haal de nieuwe belichtingstrommel uit de verpakking. 6.
7. Plaats de tonercartridge-eenheid in de printer door de blauwe pijlen op de geleiders van de tonercartridge-eenheid uit te lijnen met de blauwe pijlen op de rails in de printer en de tonercartridgeeenheid zo ver mogelijk naar binnen te schuiven. 8. Nadat u de belichtingstrommel hebt vervangen, moet u de teller voor de belichtingstrommel op nul zetten. U kunt de teller op nul zetten door op de knop Annuleren één voor één gaan knipperen.
U kunt bepaalde problemen met de afdrukkwaliteit oplossen door de lens van de printerkop te reinigen. 1. Zet de printer uit. 2. Open de voorklep door op de knop aan de linkerkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken. 3. Verwijder de tonercartridge-eenheid uit de printer door aan de handgreep voor de tonercartridge te trekken. OPMERKING: Druk niet op de knop op de basis van de tonercartridge-eenheid. Plaats de tonercartridge-eenheid op een vlakke, schone ondergrond.
4. printer. 5. Veeg de lens van de printerkop voorzichtig af met een schone, droge en pluisvrije doek. LET OP: Als u geen schone, droge en pluisvrije doek gebruikt, kan de lens van de printerkop beschadigd raken. 6. Plaats de tonercartridge-eenheid in de printer door de blauwe pijlen op de geleiders van de tonercartridge-eenheid uit te lijnen met de blauwe pijlen op de rails in de printer en de tonercartridgeeenheid zo ver mogelijk naar binnen te schuiven. 7. Sluit de voorklep. 8. Schakel de printer in.
8. Stuurprogramma's verwijderen De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's bevat stuurprogramma's en hulpprogramma's voor uw printer en optionele apparaten. De cd bevat tevens een programma voor het verwijderen van printersoftware om alle op dat moment geïnstalleerde printersoftware of printerobjecten te verwijderen. U kunt op twee manieren toegang krijgen tot dit programma: Alleen voor Windows XP: Klik op Start Configuratiescherm Printers en andere hardware Printers en faxapparaten.
Problemen oplossen Algemene problemen Problemen met afdrukkwaliteit Bellen voor onderhoud Algemene problemen Gebruik de volgende tabel om oplossingen te vinden voor afdrukproblemen die u tegenkomt. Als u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met Dell op support.dell.com. Mogelijk moet een printeronderdeel worden gereinigd of vervangen door een servicetechnicus. De afdruk wordt licht, maar het lampje Toner bijna op /Vervang trommel brandt niet.
De printer staat aan en het lampje Fout brandt. Controleer of de printerklep is gesloten. De lampjes op het bedieningspaneel gaan niet branden als de printer wordt ingeschakeld. Wacht even en kijk of de lampjes gaan branden. Dit kan enkele seconden duren. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten aan de achterzijde van de printer en op het stopcontact. Pagina's zijn leeg. Mogelijk is de tonercartridge leeg. Vervang de cartridge. Raadpleeg Tonercartridge vervangen voor meer informatie.
1. 2. Open de voorklep en verwijder de tonercartridge. OPMERKING: Stel de tonercartridge niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden. 3. Verhelp eventuele papierstoringen in het gebied achter de tonercartridge. 4. Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier onder de flap.
4. 5. Open de achterklep en verhelp eventuele papierstoringen. 6. Nadat u de papierstoringen hebt verholpen, kunt u de tonercartridge terugplaatsen. Controleer vervolgens of alle printerkleppen en laden zijn gesloten en druk op Doorgaan om het afdrukken te hervatten. OPMERKING: De printer drukt de pagina's die de papierstoring hebben veroorzaakt opnieuw af. Problemen met afdrukkwaliteit Gebruik de volgende tabel om oplossingen te vinden voor afdrukproblemen die u tegenkomt.
U gebruikt papier dat niet aan de printerspecificaties voldoet. De tonercartridge is bijna leeg. De tonercartridge is defect. Probeer het volgende: Selecteer een andere instelling voor Tonerintensiteit 2 in het printerstuurprogramma voordat u de taak naar de printer stuurt. Laad papier uit een nieuw pak. Gebruik geen gestructureerd papier met een ruwe afwerking. Controleer of het papier dat u in de laden plaatst niet vochtig is. Vervang de tonercartridge. Zie Tonercartridge vervangen.
Vervang het verhittingsstation1. Afdrukkwaliteit van transparanten is matig (Afdruk bevat lichte en donkere vlekken, de toner is uitgesmeerd of er verschijnen horizontale of verticale strepen.) U gebruikt transparanten die niet aan de printerspecificaties voldoet. De instelling Form Type (Papiersoort) in het printerstuurprogramma is ingesteld op een andere optie dan Transparency (Transparant). Probeer het volgende: Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen door de fabrikant van de printer.
Er wordt op slechts één zijde van de pagina afgedrukt. De tonercartridge is niet correct geplaatst. Verwijder de tonercartridge en plaats deze vervolgens opnieuw. De marges zijn onjuist. De instelling Form Size (Papierformaat) in het printerstuurprogramma wijkt af van het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst. Stel het papierformaat in op de juiste waarde en druk de taak vervolgens opnieuw af. De afdruk is scheef.
Is de printer correct aangesloten op de computer? Zijn alle andere apparaten die op de printer zijn geïnstalleerd, aangesloten en ingeschakeld? Is het stopcontact uitgeschakeld via een schakelaar? Is een zekering doorgeslagen? Heeft er zich een stroomstoring voorgedaan? Is een tonercartridge in de printer geplaatst? Is de printerklep helemaal gesloten? Als alle andere adviezen niet helpen, schakelt u de printer uit en opnieuw in. Als de printer nog steeds niet goed werkt, belt u vervolgens voor onderhoud.
Printerspecificaties Overzicht Omgevingsspecificaties Geluidsniveaus Emulatie, compatibiliteit en aansluitingen Ondersteunde besturingssystemen Richtlijnen voor afdrukmateriaal Kabels Certificeringen Overzicht 1710 1710n Basisgeheugen 16 MB 32 MB Maximaal geheugen 144 MB 160 MB Aansluitingen Parallel en USB Parallel en USB 10/100BaseT Ethernet Verzonden met tonercartridge Aantal pagina's bij ca. 5% dekking 3.000 pagina's 3.
De volgende metingen zijn uitgevoerd conform ISO 7779 en gerapporteerd overeenkomstig ISO 9296. Gemiddelde geluidsdruk in dBA op 1 meter afstand Afdrukken 52 dBA Inactief (stand-bymodus) 30 dBA Emulatie, compatibiliteit en aansluitingen Emulaties PostScript 3, PCL 6 Compatibiliteit Windows 98 SE/Me, Windows 2000, Windows NT 4.
Microsoft Windows 2000 Advanced Server Microsoft Windows Server 2003 Novell® NetWare® 5.x, 6.x inclusief ondersteuning voor NDPS/iPrint Novell Distributed Print Services™ (NDPS™) 2.0 of later met Novell NDPS IP Gateway Red Hat Enterprise 3.0 SuSE Enterprise Linux 8.0, 9.0 SuSE Linux 9.1, 9.2, 9.3 Debian 3.0 rev 2, 3.1 Linspire 4.5 Red Flag 4.0 (uitsluitend Vereenvoudigd Chinees) Mac OS 9.
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt. Gebruik karton met een maximaal gewicht van 163 g/m2 en een minimaal formaat van 76,2 x 127 mm.
USB-IF
Kennisgevingen over regelgevingen Kennisgeving over CE (Europese Unie) Kennisgeving over de CE-markering Conformiteit met EN 55022 (alleen Tsjechië) Kennisgeving over het Pools centrum voor testen en certificering (PCBC) Conformiteit met ENERGY STAR® Elektromagnetische storing (Electromagnetic Interference; EMI) verwijst naar een signaal of straling die vrijkomt in vrije ruimte of wordt geleid via elektriciteitsdraden en waardoor de werking van een radiobaken of andere veiligheidsservice in gevaar wordt geb
Kennisgeving over afgeschermde kabels: Gebruik alleen afgeschermde kabels voor het aansluiten van een Dell apparaat om te voorkomen dat er storing in radio-uitzendingen optreedt. Het gebruik van afgeschermde kabels zorgt ervoor dat u aan de juiste EMC-voorwaarde voldoet voor de bestemde omgeving. De kabels zijn verkrijgbaar bij Dell op www.dell.com. De meeste apparaten van Dell zijn geclassificeerd voor Klasse B-omgevingen.
Als de FCC- of ICES-informatie op het etiket aangeeft dat het apparaat de classificatie Klasse B heeft, is de volgende Klasse B-verklaring van toepassing op uw apparaat: Dit Dell apparaat is geschikt voor gebruik in een Klasse B-omgeving (woonwijken). Een "Verklaring van conformiteit" aangaande de vermelde richtlijnen en normen is getekend en gearchiveerd bij Dell Inc. Products Europe BV, Limerick, Ierland. Kennisgeving over de CE-markering Deze apparatuur voldoet aan de EU-richtlijn 1999/5/EC.
Kennisgeving over het Pools centrum voor testen en certificering (PCBC) Het apparaat moet stroom krijgen van een stopcontact met een aangesloten beveiligingscircuit (een stopcontact voor 3-pinsstekkers). Alle apparaten die samenwerken (computer, monitor, printer, enzovoort) moeten dezelfde stroombron hebben. De fasegeleider van de elektriciteitstoevoer van de ruimte moet een overspanningsbeveiliging hebben in de vorm van een stop met een nominale waarde die niet hoger is dan 16 ampère (A).
Conformiteit met ENERGY STAR® Alle Dell apparaten met het ENERGY STAR®-logo zijn gecertificeerd conform de ENERGY STAR®-vereisten van EPA (Environmental Protection Agency), als de configuratie zoals die is ingesteld door Dell nog van toepassing is. U kunt ook het elektriciteitsverbruik en de neveneffecten hiervan helpen verminderen door het product uit te schakelen wanneer het langere tijd niet wordt gebruikt, met name 's nachts en in het weekend.
Bijlage Beleid voor technische ondersteuning van Dell Contact opnemen met Dell Garantie en beleid voor retourneren Beleid voor technische ondersteuning van Dell Technische ondersteuning door een technicus vindt plaats in samenwerking met de klant.
Elektronische offerteservice sales@dell.com apmarketing@dell.com (alleen voor Azië/Pacific) Elektronische informatieservice info@dell.com Garantie en beleid voor retourneren Dell Inc. ('Dell') vervaardigt hardwareproducten met onderdelen en componenten die nieuw of zo goed als nieuw zijn, in overeenstemming met de geldende praktijken binnen de branche. Raadpleeg de Handleiding voor eigenaren voor meer informatie over de Dell garantie voor de printer.
Kennisgeving over licenties De software van de printer omvat: Software die is ontwikkeld door, en waarop het copyright berust bij, Dell en/of derden Door Dell aangepaste software die is gelicentieerd onder de bepalingen van versie 2 van GNU General Public License (GNU GPL) en versie 2.