Users Guide

24 Uw projector gebruiken:
INSTELLEN
Dit omvat de instellingen V. t r a p e z i u m c o r r. , Auto trapez. corr., Projectorstand,
Beeldverhouding en Projectorinfo.
V.
TRAPEZIUMCORR.—Past de beeldvervorming aan die wordt veroorzaakt door de
kanteling van de projector.
A
UTO TRAPEZ. CORR.—Past de beeldvervorming die door het kantelen van de
projector wordt veroorzaakt, automatisch aan.
P
ROJECTORSTANDHiermee kunt u de projectorstand selecteren, afhankelijk van de
manier waarop de projector is gemonteerd.
Projectie vooraan-bureau — Dit is de standaardoptie.
Projectie vooraan-plafondmontage — het beeld wordt ondersteboven
gedraaid voor projectie vanaf een aan het plafond gemonteerde projector.
Projectie achteraan-bureau — De projector keert het beeld om zodat u
kunt projecteren van achter een doorschijnend scherm.
Projectie achteraan-plafondmontage — het beeld wordt achterstevoren en
ondersteboven gekeerd. U kunt projecteren vanachter een doorzichtig scherm
met een projectie op het plafond.
B
EELDVERHOUDINGHiermee kunt u de beeldverhouding instellen.
Origineel — De invoerbron wordt aangepast zodat deze op het scherm
past terwijl de beeldverhouding van de invoerbron wordt behouden.
4:3 — De invoerbron wordt geschaald zodat het beeld past op het scherm.
16:9 – De invoerbron wordt geschaald zodat het beeld past op de breedte
van het scherm.
Gebruik de beeldverhouding 16:9 of 4:3 als u een van de volgende items
gebruikt:
Computer met een resolutie die hoger is dan XGA
Componentkabel (720p/1080i/1080p)
P
ROJECTORINFOToont de modelnaam de huidige invoerbron en het serienummer