Users Guide

312 Faxen
Voorkiezen
OPMERKING: Voorkiezen ondersteunt alleen de omgeving waar u een fax naar de
externe lijn stuurt. Als u Voorkiezen wilt gebruiken, moet u het volgende vanaf het
operatorpaneel uitvoeren.
1
Druk op de knop
(Menu)
.
2
Druk op de knop totdat
Systeem
wordt gemarkeerd, en druk dan op
de knop .
Faxdrstuurnum
mer
Specificeert het faxnummer in van de bestemming waar de
inkomende faxen naar moeten worden doorgestuurd.
Voorkiezen Specificeert of er een voorkiesnummer gedraaid moet worden.
Voorkiesnumm
er
Stelt een voorkiesnummer in van maximaal vijf cijfers. Dit nummer
wordt gedraaid voordat eventuele automatische nummers worden
gedraaid. Dit is nuttig voor toegang tot de PABX-telefooncentrale.
Wis formaat Stelt in of tekst of afbeeldingen onderaan een faxpagina gewist
mogen worden, als de gehele pagina niet op het papier past. Keuze
van Auto-reductie verkleint de faxpagina automatisch zodat deze
op het uitvoerpapier past. Afbeeldingen of tekst aan de onderkant
van de pagina worden niet gewist.
ECM Stelt in of ECM moet worden ingeschakeld. Voor het gebruik van
ECM moeten de machines aan de andere kant van de lijn ook ECM
ondersteunen.
Modemsnelhei
d
Specificeert de snelheid van de faxmodem wanneer er fouten
optreden bij het verzenden of ontvangen van een fax.
Fax-activiteit Stelt in of er na elke 50 binnenkomende en uitgaande faxberichten
een automatisch activiteitenrapport moet worden afgedrukt.
Fax-verzending Stelt in of er na elk faxbericht of uitsluitend na een foutmelding
een transmissierapport moet worden afgedrukt.
Fax-
rondzending
Stelt in of er na elk faxbericht aan meerdere bestemmingen of
uitsluitend na een foutmelding een transmissierapport moet
worden afgedrukt.
Protocol-
monitor
Stelt in of er na elk faxbericht of uitsluitend na een foutmelding
een protocol-monitorrapport moet worden afgedrukt.
Land Stelt het land in waar de printer gebruikt wordt.
Optie Beschrijving