Users Guide
242 Afdrukken
de specifieke taak die u wilt afdrukken. De afdruk-instellingen die u kiest in
het printerstuurprogramma krijgen voorrang boven de standaard menu-
instellingen die zijn gekozen via het operatorpaneel of de Werkset.
Mogelijk moet u op Voorkeuren in het eerste scherm Afdrukken klikken om
alle beschikbare systeeminstellingen te zien die u kunt wijzigen. Als u een
functie in het venster van het printerstuurprogramma niet kent, opent u de
online Help voor nadere informatie.
Afdrukken van een taak vanuit een typische Windows
®
-toepassing:
1
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
In het menu
Bestand
selecteert u
Afdrukken
.
3
Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Wijzig
de systeeminstellingen naar behoefte (zoals de pagina’s die u wilt
afdrukken en het aantal exemplaren).
4
Om systeeminstellingen aan te passen die niet beschikbaar zijn in het
eerste scherm, zoals Kwaliteit, Papierformaat of Afbeeldingrichting, klikt u
op
Voorkeuren
.
Het dialoogvenster
Afdrukvoorkeuren
verschijnt.
5
Geef de afdrukinstellingen op. Klik voor meer informatie op
Help
.
6
Klik op
OK
om het dialoogvenster
Afdrukvoorkeuren
te sluiten.
7
Klik op
Afdrukken
om de taak naar de geselecteerde printer te verzenden.
Annuleren van een afdruktaak
U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren.
Annuleren via het operatorpaneel
Een taak annuleren waarvan het afdrukken al begonnen is:
1
Druk op
Annuleren
.
OPMERKING: Het afdrukken wordt geannuleerd, maar alleen voor de
huidige taak. Alle volgende taken worden gewoon afgedrukt.