Users Guide

196 Afdrukken
instellingen die u kiest in het printerstuurprogramma krijgen voorrang boven
de standaard menu-instellingen die zijn gekozen via het operatorpaneel of de
Werkset.
Mogelijk moet u op Voorkeuren in het eerste scherm Afdrukken klikken om
alle beschikbare systeeminstellingen te zien die u kunt wijzigen. Als u een
functie in het venster van het printerstuurprogramma niet kent, opent u de
online Help voor nadere informatie.
Afdrukken van een taak vanuit een typische Windows
®
-toepassing:
1
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
In het menu
Bestand
selecteert u
Afdrukken
.
3
Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Wijzig
de systeeminstellingen naar behoefte (zoals de pagina’s die u wilt
afdrukken en het aantal exemplaren).
4
Klik op
Voorkeuren
als u systeeminstellingen wilt instellen die niet
beschikbaar zijn op het eerste scherm, en klik op
OK
.
5
Klik op
OK
of
Afdrukken
om de taak naar de geselecteerde printer te
verzenden.
Annuleren van een afdruktaak
U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren.
Annuleren via het operatorpaneel
Een taak annuleren waarvan het afdrukken al begonnen is:
1
Druk op
Annuleren
.
OPMERKING: Het afdrukken wordt geannuleerd, maar alleen voor de
huidige taak. Alle volgende taken worden gewoon afgedrukt.
Annuleren van een taak vanaf een computer die draait onder Windows
Annuleren van een taak vanaf de taakbalk
Wanneer u een taak voor afdrukken verzendt, verschijnt er een klein
printerpictogram in de rechterhoek van de taakbalk.
1
Dubbelklik op het printerpictogram.