Operation Manual
Alarmen en preposities
Camera XX
Het nummer wordt getoond van de camera die op dat moment
geselecteerd is, samen met de status – gedetecteerd of niet
gedetecteerd. Gebruik de cameratoetsen om een camera te
kiezen of alarmen en presets te configureren.
Telemetry protocol (Telemetrieprotocol)
Kies het telemetrieprotocol voor de camera: BBV, Pelco, DM of
seriële telemetry domes geselecteerd in de “system Options”
menu pagina.
BBV en PELCO is Coaxiaal telemetrie, bij gebruik van Pelco
seriële telemetrie verschijnt “Pelco-P”. DM telemetry is DTMF
telemetrie ( met gebruik van TAD3) of 485-bus telemetrie.
Nota: Autopan en Patrol mode zijn niet beschikbaar bij
gebruik van Pelco coaxiaal telemetrie.
Nota’s voor JVC domes : Hier zijn er twee types seriële
telemetrie, type 1 en type 2. Selecteer het correcte type
corresponderende met het model in de lijst hieronder:
Preset
Als de telemetriepresets van de camera geconfigureerd zijn, kunnen deze
worden opgevraagd wanneer een alarm wordt geactiveerd. Voer het
presetnummer van 00 tot 99 in voor het overeenkomstige alarmcontact.
Module
Tot 16 alarmmodules kunnen worden aangesloten op het 485-bus
netwerk. Elke alarmmodule wordt met een cijfer van 01 tot 16
aangegeven – kies het adres van de alarmmodule die wordt gebruikt.
Meer informatie over het instellen van het adres vindt u in de handleiding
bij de alarmmodule.
Contact
Elke alarmmodule heeft 16 alarmingangen; elke ingang kan worden
gebruikt door een camera of door meerdere camera's.
Input
Kies of het alarmcontact normaal open (N/O) of normaal gesloten (N/C)
is.
25