User Manual
17
Fig. 2
in STAND-BY, op de timerknop (E). Het display geeft het
symbool
weer en hoeveel tijd ontbreekt voordat het
apparaat uitschakelt. Bedien, om de timer in te stellen, de
regelknoppen + en – (B) en wacht enkele seconden tot de
programmering opgeslagen wordt. Het display geeft het con-
trolelampje (I) voor de stand-by bedrijfswijze en het symbool
weer om aan te geven dat de timer is ingesteld. Zodra
het geprogrammeerde tijdstip wordt bereikt, schakelt het
apparaat in met dezelfde instellingen die tijdens de vorige
werkingsperiode zijn gebruikt.
Geprogrammeerde uitschakeling: druk bij ingescha-
keld apparaat op de timerknop
(E). Het display geeft
het symbool
weer en hoeveel tijd ontbreekt voordat het
apparaat uitschakelt. Bedien, om de timer in te stellen, de
regelknoppen + en – (B) en wacht enkele seconden tot de
programmering opgeslagen wordt. Het display geeft opnieuw
de huidige instellingen weer en het symbool
om aan te
geven dat de timer is ingesteld. Zodra het geprogrammeerde
tijdstip wordt bereikt, schakelt het apparaat automatisch uit.
Als u wilt terugkeren naar werking zonder timer, drukt u twee
maal op de timerknop (E).
Het timersymbool
verdwijnt van het display.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
De functies van de afstandsbediening komen overeen met die
van het bedieningspaneel. Zie voor de beschrijving van de fun-
cties het hoofdstuk “Werking en gebruik” op de vorige pagina.
Inbrengen en vervanging van de batterijen
- De afstandsbediening
is voorzien van een
lithiumbatterij CR2032.
Verwijder, om het
apparaat te laten werken,
de strook van het deksel
van de batterijen, door
deze weg te trekken.
- Verwijder het deksel van
de batterijen door het
te draaien om de batterijen te vervangen. Vervang de
batterij en let daarbij op dat de correcte polariteit in acht
wordt genomen (zie guur 1).
- Breng het deksel weer aan en draai het naar de stand
.
- De batterijen moet verwijderd en verwerkt worden
overeenkomstig de geldende wetgeving, omdat ze
schadelijk zijn voor het milieu.
ONDERHOUD
- Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, dient u altijd
de stekker uit het stopcontact te verwijderen.
- Maak regelmatig de luchtinlaat- en luchtuitlaatroosters
met een stofzuiger schoon tijdens het gebruiksseizoen
van het apparaat.
- Verwijder om het lter te reinigen, het achterste rooster
door het naar buiten te trekken.
Verwijder het stolter dat de onreinheden tegenhoudt
die uit de lucht worden opgezogen, blaas het voorzichtig
uit en plaats het weer in het apparaat.
- Gebruik nooit oplosmiddelen of schuurmiddelen voor de
reiniging van het apparaat.
TECHNISCHE GEGEVENS
Netspanning Zie gegevensplaatje
Opgenomen vermogen “