Operation Manual

56
Instructies voor Gebruik
NL
HEAT (Verwarming): Thermostaat werkt alleen als
verwarmingsthermostaat, begint met verwarming zodra de
kamertemperatuur onder de gewenste temperatuur uitkomt.
COOL (Koeling): Thermostaat werkt alleen als koelthermostaat,
begint met koeling zodra de kamertemperatuur boven de
gewenste temperatuur uitkomt.
OFF (Uit): Verwarming en koeling zijn allebei uitgeschakeld. (Er
is geen bescherming tegen vorst in de funktie “O ”. )
Ventilatorfunkties instellen
De ventilatorbesturing kan gewijzigd worden met de toets FAN.
De volgende funkties zijn beschikbaar:
Auto: De ventilator draait bij warmtevraag
of koelvraag. Op het display naast de
aanduiding FAN AUTO ziet u een zwart
blokje en het ventilatorpictogram is
zichtbaar als de ventilator draait.
Aan: De ventilator draait voortdurend.
Op het display naast de aanduiding
FAN ON ziet u een zwart blokje en het
ventilatorpictogram is zichtbaar ten teken
dat de ventilator draait.
Smart-fan: De ventilator draait continu
tijdens schakeltijden 1-4 maar keert terug
naar de funktie Auto tijdens schakeltijd 4-
1. Op het display naast de aanduiding FAN
ON ziet u een knipperend zwart blokje en
het ventilatorpictogram is zichtbaar als de
ventilator draait.
FAN AUTO
FAN ON