Operation Manual

De basiskennis
05
Veiligheid
WAARSCHUWING:
Het is uw verantwoordelijkheid om aan alle
verkeer-gerelateerde wetten te voldoen en het
juiste gereedschap te gebruiken. Dit geldt ook voor
geschikte fietskleding en onderhoud van de fiets.
Houdt u aan alle lokale eisen en regels met betrekking
tot het verkeer. Let op de regels voor fietsverlichting,
licenties, rijden op trottoirs/voetpaden, het gebruik van
fietspaden en wegen, helmwetten, wetten met betrekking
tot kindervervoer op de fiets en speciale verkeerswetgeving
voor fietsers. Het is uw verantwoordelijkheid op de
hoogte te zijn en u aan de lokale wetten te houden.
• Controleert u voordat u gaat fietsen eerst of alles
werkt en correct afgesteld is.
• Wees vertrouwd met de bediening van uw fiets:
remmen (Hoofdstuk 4.B);
pedalen (hoofdstuk G);
en versnellingen (Hoofdstuk 4.C).
• Houd tijdens het fietsen alle lichaamsdelen of
andere objecten verwijderd van de scherpe tanden
van de kettingbladen. Geen juiste kleding dragen kan
leiden tot verwondingen.
Veilig rijden
• Wees ervan bewust dat u de weg of het fietspad
met anderen deelt - dwz. automobilisten, voetgangers
en andere fietsers.
Wees altijd een verantwoordelijke rijder. Ga er altijd van
uit dat anderen u niet zien en verwacht het onverwachte.
• Wees altijd bewust van uw omgeving. Wees alert en
reageer op:
»» Motorvoertuigen van alle soorten en in alle richtingen
»» Onverwachte bewegingen van obstakels
»» Voetgangers in de buurt
»» kinderen of dieren in de buurt
»» onvolkomenheden van fietspaden of verharde
wegen, inclusief kuilen, ongelijke oppervlakken,
los grind, bouwwerken en puin
»» waarschuwings-, gevaar- en voorrangsborden
• Rijd op de daarvoor bestemde fietspaden indien
beschikbaar en altijd in de juiste verkeersrichting.
• Stop bij stopborden en verkeerslichten.
• Wanneer volledig tot stilstand gekomen, kijk
in beide richtingen bij kruispunten voordat u
verderfietst.
• Gebruik de juiste handsignalen bij afslaan
en stoppen.
• Rijd niet met een hoofdtelefoon.
• Vervoer nooit een passagier mee.
• Houdt u nooit vast aan een ander voertuig.
• Zigzag niet door het verkeer of maak geen
onverwachte bewegingen of bochten.
• Voorrangregelen voor gemotoristeerd
verkeer gelden ook voor fietsers. Een fietser
moet altijd bereid zijn voorrang te geven.
• Rijd nooit onder invloed van alcohol of
drugs.
• Vermijd rijden in slecht weer of bij beperkte
zichtbaarheid, zonsopgang, zonsopgang, of
in het donker. Dergelijke omstandigheden
verhogen de kans op een ongeval.
Fietsen bij nat weer
WAARSCHUWING:
Nat weer beïnvloedt grip op het wegdek,
remmen en zichtbaarheid van zowel de
fietser als andere motorvoertuiggen op de
weg. Bij natte weersomstandigheden
neemt de kans op een ongeval drastisch
toe.
Bij natte weersomstandigheden is uw
remweg aanzienlijk langer (NB:
Weersomstandigheden beïnvloeden ook
andere voertuigen). Onder dergelijke
omstandigheden is het moeilijker uw snelheid
te controleren en gemakkelijker de controle
over uw fiets te verliezen. Rijd langzamer en
rem eerder, zodat u op tijd kunt afremmen en
stoppen in natte weersomstandigheden.
(Hoofdstuk 4.B)