Operation Manual

DE VEILIGHEIDSRIEM VAN UW KIND BEVESTIGEN
Zet uw kind in het kinderzitje. Trek de driepuntsgordel ver naar buiten en leid
deze vuw kind langs naar het gordelslot.

Klik de gesptong (m) in het gordelslot (l) vast. De tong moet met een hoorbare
"KLIK" vergrendelen.
De heupgordel (n) moet in de onderste gordelgeleidingen (k) aan beide zijden
van het kinderzitje (d) bevestigd zijn.
Let op! Leer uw kind vanaf het begin dat het er altijd op moet letten dat de
gordel strak zit en dat hij of zij de gordel zo nodig zelf moet straktrekken.
Bevestig de heupgordel (n) in de onderste gordelgeleidingen (k) van het
kinderzitje. Trek nu de heupgordel (n) strak, door de diagonale gordel (f) strak
te trekken. Hoe strakker de gordel, hoe beter deze kan beschermen tegen
verwondingen. De diagonale gordel en de heupgordel moeten beide in de
onderste gordelgeleiding aan de zijde van het gordelslot bevestigd zijn.



   

lopen.
Leid de diagonale gordel (f) nu door de bovenste rode gordelgeleiding (g) in
de schoudersteun (e), totdat deze in de gordelgeleider valt.
Let op dat de diagonale gordel (f) tussen de buitenrand van de schouder en
de nek van uw kind loopt. Pas het verloop van de gordel zo nodig aan door de
hoogste van de hoofdsteun aan te passen. De hoogte van de hoofdsteun van
de autostoel kan ook worden aangepast.
37
m
l
f
l
k
n
f
d
k
n
g
e
f