Operation Manual

164
CyberLink PowerDirector
afbeeldingen. Selecteer een partikelobject in de sleutelframetijdlijn en vervolgens de
optie Partikels toevoegen/verwijderen om individuele partikels van een
partikelobject toe te voegen of te verwijderen.
Klik op en selecteer Een standaardafbeelding invoegen indien u één van de
partikelafbeeldingen van CyberLink PowerDirector wilt selecteren. Selecteer Een
aangepaste afbeelding invoegen als u een eigen partikelafbeelding wilt
importeren. U kunt zoveel aangepaste partikels toevoegen aan een partikelobject als
u wilt.
Selecteer een bestaand partikel en klik vervolgens op om het te verwijderen uit
het partikelobject.
Parameters wijzigen
Selecteer een partikelobject in de sleutelframetijdlijn en vervolgens de optie
Parameters wijzigen om de eigenschappen van het partikelobject volledig aan te
passen als volgt:
Opmerking: u kunt sleutelframes gebruiken om de parameters van
partikelobjecten aan te passen. Zie Partikelsleutelframes gebruiken voor meer
informatie.
Verzendsnelheid: gebruik de schuifbalk of voer een waarde in het veld in om
de verzendsnelheid van partikels van het bronpunt in te stellen.
Max. aantal: gebruik de schuifbalk of voer een waarde in het veld in om het
aantal partikels dat verzonden wordt van het bronpunt in te stellen.
Leven: gebruik de schuifbalk of voer een waarde in het veld in om het leven, de
duur dat partikels worden weergegeven in het effect, in te stellen. Hoe lager het
nummer, hoe korter elk partikel wordt weergegeven alvorens volledig uit te
faden. Als u bijvoorbeeld 100 invoert, zal de duur gelijk zijn aan de volledige
lengte van het fragment.
Levenswijziging: gebruik de schuifbalk of voer een waarde in het veld in om de
variatiehoeveelheid van het partikelleven in te stellen. Bijvoorbeeld, als u 50
invoert, zal de helft van de partikels uitsterven nog voor de gespecificeerde
levensduur wordt bereikt.
Grootte: gebruik de schuifbalk of voer een waarde in het veld in om de grootte
van het partikel in te stellen.
Groottewijziging: gebruik de schuifbalk of voer een waarde in het veld in om
de variatiehoeveelheid van de partikelgrootte in te stellen. Als u bijvoorbeeld 50
invoert, zal de helft van de partikels gelijk zijn aan de vastgestelde grootte.