Operation Manual
72
CyberLink AudioDirector
informatie over het bewerken van audiofragmenten.
5. Plaats elk audiobestand precies waar u wilt door het bestand naar de
gewenste startpositie te slepen.
Opmerking: als u een audiofragment aan een bestaand fragment op de tijdlijn
toevoegt of verplaatst, wordt u gevraagd of u het fragment wilt splitsen en het
nieuwe fragment tussen de twee delen wilt Invoegen of het bestaande fragment
wilt Overschrijven.
6. Selecteer een track en gebruik vervolgens de mixgereedschappen, links
van de track, om een van de volgende handelingen uit te voeren:
Mixgereedschappen
Klik indien nodig op deze knop en selecteer een label voor de track.
Selecteer een pictogram dat het meest overeenkomt met het
audiotype van de track.
Klik op om deze track voor opname in te schakelen. Klik op de
knop onderaan CyberLink AudioDirector wanneer u klaar bent
om met de opname te starten. U kunt tegelijk meerdere tracks
inschakelen. Alle ingangssignalen worden opgenomen en aan de
desbetreffende track toegevoegd. Klik op om de opname-
instellingen te configureren door de invoerbron voor de opgenomen
audio te selecteren en aan te geven dat u de invoer wilt controleren.
Klik op deze knop om de overeenkomstige audiotrack te dempen.
Selecteer deze knop wanneer u de audio van de desbetreffende
track alleen tijdens de voorbeeldweergave van de audiomix wilt
beluisteren. U kunt het gewenst aantal tracks inschakelen. Alle
tracks waar niet is geselecteerd worden gedempt tijdens de
voorbeeldweergave.
Klikken om het mastervolume voor het audiobestand op de
geselecteerde track te wijzigen met behulp van de volumetoetsen
op specifieke punten. Zie Het mastervolume aanpassen voor
gedetailleerde informatie over het wijzigen van het mastervolume
met de volumetoetsen.
Klik hierop om de balans van het audiobestand op de
geselecteerde track te wijzigen door de audio naar links of rechts te










