Operation Manual

49
Audio bewerken
toevoegen.
2. Gebruik indien nodig Bereik selecteren om een gedeelte van een
audiobestand te selecteren waarop u het effect wilt toepassen. Zie Bereik
selecteren voor meer informatie over het selecteren van een bereik van een
audiobestand. Selecteert u geen bereik, dan wordt het effect op het
volledige audiofragment toegepast.
3. Kies of u het effect op een of op alle kanalen wilt toepassen. Zie Kanalen
voor bewerking selecteren voor meer informatie over het selecteren van
kanalen.
4. Klik op Vertraging in het gedeelte Effect toepassen.
5. Selecteer de vertragingsmodus die u wilt gebruiken:
Tape: bootst de nostalgische tape-echo-effecten na, inclusief ritsel/
knipperkenmerken.
Tape/Tube: een andere tapevertragingseffect met extra tubeverzadiging die
de warmte van oude tubegebaseerde analoge circuits nabootst.
Analog: een lo-fi analoog vertragingseffect, onzuiver en met analoge
degradatie, vergelijkbaar met analoge gitaarklankkasten.
6. Gebruik de beschikbare schuifregelaars om de vertraging als volgt aan
te passen:
Dry Out: voor het instellen van de uitgangsversterking van het dry signaal
zonder vertraging aan het signaal toe te voegen.
Wet Out: voor het instellen van de uitgangsversterking van het wet/
vertraagde signaal.
Feedback: voor het instellen van de versterking van de
vertragingsfeedback. Hogere waarden resulteren in langere hoorbare
feedbacktijden, d.w.z. meer herhalingen.
Trash: voor het instellen van de hoeveelheid degradatie voor de vertraging.
Hogere Trash-waarden voor tapevertragingen resulteren in meer
verzadiging. Hogere Trash-waarden voor lo-fi digitale vertragingen
resulteren in meer bitverkleining en aliasing.
Spreiding: alleen voor stereotracks. voor het instellen van de
stereospreiding van het signaal, van mono (0%) tot extra breed (200%).