Operation Manual
38
CyberLink AudioDirector
audiobestand toegepast. Zie Bereik selecteren voor meer informatie over
het selecteren van een bereik van een audiobestand.
5. Voer een van de volgende handelingen uit om de lengte van de audio aan
te passen:
Voer handmatig de Nieuwe audiolengte in het desbetreffende veld in.
Gebruik deze functie wanneer u een exacte audiolengte wilt gebruiken.
Gebruik de schuifbalk Uitrekverhouding als u de lengte met een specifiek
percentage wilt vergroten/verkleinen.
Opmerking: indien nodig kunt u zowel de functie Nieuwe audiolengte als de
functie Uitrekverhouding gebruiken om de lengte van de audio aan te passen.
6. Selecteer de optie Toonhoogte behouden zodat CyberLink
AudioDirector de toonhoogte van de originele audio behoudt en het
eindresultaat van de audio niet wordt versneld of vertraagd.
Opmerking: de optie Toonhoogte behouden is alleen beschikbaar als de
wijziging van de audiolengte zich tussen 0.5X en 2X bevindt.
7. Indien u wilt, kunt u de aangepaste audio afspelen door de optie
Aangepast resultaat te selecteren en vervolgens op de afspeelknop
te drukken op het bedieningspaneel. Selecteer Originele audio als u
de originele audiolengte wilt afspelen.
8. Klik op Toepassen om de lengte van de audio aan te passen.
Toonhoogte aanpassen
Gebruik de functie Toonhoogte aanpassen om de toonhoogte van de audio aan
te passen. Het resultaat is dat de audio versnelt of vertraagd klinkt zonder dat de
lengte van de audio wordt gewijzigd.
Ga als volgt te werk om de toonhoogte van de audio aan te passen:
1. Selecteer het mediabestand in de bibliotheek dat u wilt aanpassen.
2. Klik op Toonhoogte aanpassen in het gedeelte Audio aanpassen.
3. Kies of u de aanpassing op een of op alle kanalen wilt toepassen. Zie
Kanalen voor bewerking selecteren voor meer informatie over het
selecteren van kanalen.
4. Gebruik indien nodig Bereik selecteren om een gedeelte van een
audiobestand te selecteren waarvan u de toonhoogte wilt aanpassen.










