Operation Manual
6
te gebruiken, moeten de ketels en pannen, als ze heet zijn, goed recht op de kookplaat 
staan en moet de grootte van de bodem aan het kookvlak aangepast zijn. Ketels en 
pannen van aluminium zijn niet geschikt voor gebruik op een keramische kookplaat. De 
doorsnede van de ketel moet altijd groter zijn dan de doorsnede van het kookvlak of 
minstens net zo groot. De fabrikant van de keramische plaat (Schott) verleent een 
keurteken voor door hem gekeurd kookgerei. 
5.  Aanwijzing 
De originele verpakking goed bewaren. Reclamaties kunnen alleen in behandeling 
genomen worden als het toestel in de originele verpakking naar ons wordt teruggestuurd. 
B. I n s t a l l a t i e h a n d l e i d i n g 
1. Belangrijke aanwijzingen 
Het toestel mag uitsluitend geïnstalleerd worden door hiervoor opgeleide vaklieden! 
Belasting van het toestel (Hs) 
Hoogste stand: 
1,8 kW (linker brander) + 1,5 kW (rechter brander) (Mn = 240 g/h, propaan/butaan) 
Laagste stand: 
1,3 kW (linker brander) +1,2 kW (rechter brander)   
Aansluitwaarde: 12 Volt DC(aan 12 Volt stopcontact aan het toestel) 
Verbruik:  - tijdens het ontstekingsproces: 3 A 
- bij het gebruik:  0,6 A 
Dit toestel is als klasse 3 toestel bestemd voor de inbouw in een keukenblok. 
Dit toestel moet overeenkomstig de geldende installatievoorwaarden geplaatst en 
aangesloten worden. Er moet vooral op geschikte ventilatievoorzieningen worden gelet. 
Voordat het toestel voor de eerste keer in gebruik genomen wordt en vervolgens telkens 
na 2 jaar, moeten de gasgeleidende delen en de aangesloten leidingen voor de 
verbrandingsgassen (pijp voor uitlaatgas) door een deskundige, overeenkomstig de 
geldende normen, vooral volgens de norm EN 1949 gecontroleerd worden. Bij de leiding 
voor de luchttoevoer moet gecontroleerd worden of de schoorsteen voor de luchttoevoer, 
inclusief de bijbehorende ventilator, aan de buitenwand vrij is en niet verstopt. 
Het toestel bezit een gesloten branderkringloop, dat betekent dat de frisse lucht van 
buitenaf wordt aangezogen en dat het uitlaatgas naar buiten afgevoerd wordt. Daarom 
moet er bij de installatie en de controle van het toestel vooral op worden  gelet dat de 
leiding voor de luchttoevoer en luchtafvoer goed zijn geplaatst. 
Voordat het toestel aangesloten wordt moet gecontroleerd worden of de plaatselijke 
aansluitvoorwaarden (gassoort en de gasdruk) overeenkomen. Het gassoort en de gasdruk 
voor dit toestel staan aangegeven op het typeplaatje (of op het toestel). 
De gebruiker is er verantwoordelijk voor dat de controle wordt uitgevoerd en dient hierop 
toe te zien. Degene die de installatie plaatst moet de gebruiker schriftelijk op zijn 
verantwoordelijkheid attenderen. 










