Operation Manual
3
Attentie: de „0“ – stand heeft een vergrendeling, d. w.z. dat deze vergrendeling eerst
ingedrukt moet worden, voordat men aan de bedieningsknop kan draaien.
Attentie: Als het toestel voor de eerste keer in gebruik genomen wordt en nadat de
gasfles vervangen is kan de ontstekingsduur van 15 seconden overschreden worden,
omdat zich nog lucht in de gasleidingen bevindt.
1.2 Bediening
Attentie: het oppervlak van een kookplaat (keramische plaat) wordt HEET als het
in werking is, zonder dat er een open vlam zichtbaar is. Daarom KINDEREN
ALTIJD UIT DE BUURT HOUDEN!
Het toestel heeft twee branders. De linker brander is iets groter en heeft een
diameter van 200 mm en een belasting van 1,8 kW. Deze brander hoort bij de
achterste draaiknop. De rechter brander is iets kleiner en heeft een diameter
van 180 mm en een belasting van 1,5 kW. Deze brander hoort bij de voorste
draaiknop. Achter elke brander bevindt zich een doorkookzone die verwarmd
wordt door het verbrandingsgas van de ervoor liggende brander. Daardoor is
de oppervlaktetemperatuur in deze doorkookzones lager dan op de branders.
Toch kunnen deze doorkookzones gebruikt worden om te koken. Dat betekent
dat u op één brander met twee ketels kunt koken, waarbij de achterste ketel
iets minder sterk verhit wordt dan de voorste. Tussen de standen „Laag“ en
„Hoog“ op de draaiknop kan de temperatuur van de keramische plaat traploos
ingesteld worden.
U kunt de beide branders in willekeurige volgorde gebruiken. Bij elke
afzonderlijke bediening hoort een rode LED-melder. Deze melder geeft aan
welke van de twee branders aan is (rechter LED = rechter brander, linker
LED = linker brander). De middelste, gele LED-melder is verlicht als het
toestel niet in gebruik is. Het gaat hierbij om een (rest-) warmte-melding van
de kookplaat (keramische plaat). Deze waarschuwt voor het aanraken van het
nog hete oppervlak van het toestel en schakelt daarom pas ca. 20 min., nadat
het toestel niet meer in gebruik is, vanzelf weer uit.
Let op: Als maar één brander uitgezet wordt en de andere nog in gebruik is, is
de waarschuwingsmelding niet verlicht, hoewel de kookplaat boven de
uitgeschakelde brander natuurlijk nog een tijd lang heet blijft.
1.3 Toestel uitschakelen
- Bedieningsknop met de klok mee naar de stand „dicht“ („0“-stand) draaien. De
kookplaat koelt af.
- Afsluitventiel sluiten.
- Flesventiel sluiten (bij een langere onderbreking).
Let op:
De stroomvoorziening mag niet onmiddellijk nadat het toestel uitgeschakeld is
afgekoppeld worden.
Nadat de gaskranen dichtgedraaid zijn, moet het toestel nog minstens 1 minuut aan
de stroom aangesloten blijven, zodat het door de lopende ventilatoren voldoende
koellucht krijgt.
Nadat de stroomvoorziening onderbroken is, geeft de melding geen restwarmte meer
aan.
2. Storingen, controle en onderhoud










