Operation Manual
336 Corel VideoStudio X9
Sleutelframe
Een specifiek frame in een fragment dat is gemarkeerd voor speciale
bewerking of andere activiteiten om de voortgang, het afspelen of
andere kenmerken van de voltooide animatie te bepalen. Als u
bijvoorbeeld een videofilter toepast en vervolgens verschillende
effectniveaus toewijst aan de begin- en eindframes, wordt de weergave
van de video gewijzigd van het begin tot het eind van het videofragment.
Wanneer u een video maakt en vervolgens sleutelframes toewijst aan
delen die een hogere gegevensoverdracht nodig hebben, kunt u beter
bepalen hoe vloeiend de video wordt afgespeeld.
Sluitersnelheid
Bij deze camera-instelling wordt de hoeveelheid tijd dat de sluiter
geopend blijft gemeten. De sluitersnelheid wordt gemeten in seconden.
Snelle sluitersnelheden worden gewoonlijk uitgedrukt in fracties van
een seconde (1/500, 1/250, 1/125, enz.). Trage sluitersnelheden worden
gemeten als gehele getallen (1, 10, 30, enz.).
SmartRender
De SmartRender-technologie bespaart tijd bij het genereren van een
voorbeeldweergave door alleen de delen te renderen die sinds uw
laatste rendering zijn gewijzigd.
Splitsen op scène
Met deze functie worden verschillende scènes automatisch opgesplitst
in afzonderlijke bestanden. In Corel VideoStudio is de manier waarop
scènes worden gedetecteerd afhankelijk van de stap waaraan u werkt.
In de werkruimte Vastleggen detecteert de functie Splitsen op scène
afzonderlijke scènes op basis van de opnamedatum en -tijd van het
oorspronkelijke beeldmateriaal. Als in de werkruimte Bewerken de
functie Splitsen op scène wordt toegepast op een DV AVI-bestand,
kunnen scènes op twee manieren worden gedetecteerd: op basis van
de opnamedatum en -tijd of op basis van wijzigingen in de inhoud van
de video. Bij MPEG-bestanden worden scènes alleen gedetecteerd op
basis van wijzigingen in de inhoud.