Operation Manual
280 Corel VideoStudio X9
• Audio
• Aangepast
Als u de projectinstellingen wilt gebruiken voor het videobestand,
schakelt u het selectievakje Zelfde als projectinstellingen boven
de knoppen in.
3 Selecteer vervolgens de gewenste optie in de vervolgkeuzelijst
Profiel of Formaat.
Als u een aangepast profiel wilt maken, klikt u op de knop
Aangepast profiel maken . Zie “Werken met aangepaste
profielen in de werkruimte Delen” op pagina 293 voor meer
informatie.
4 Geef een bestandsnaam op in het vak Bestandsnaam.
5 Geef in het vak Bestandslocatie aan op welke locatie u het
bestand wilt opslaan.
6 U kunt de volgende opties instellen:
• Alleen voorbeeldbereik maken — Als deze optie is geselecteerd,
wordt alleen het gedeelte van de video gerenderd dat zich
bevindt tussen de bijsnijdmarkeringen in het voorbeeldvenster.
• SmartRender inschakelen — Als deze optie is geselecteerd,
wordt gecontroleerd of de video gerenderde gedeelten bevat en
worden alleen de nieuwe of herziene gedeelten van de video
gerenderd. Hierdoor kan de tijd voor renderen aanzienlijk
worden verkort.
7 Klik op Starten.