Operation Manual
244 Corel VideoStudio X9
Terminologie voor FastFlick-sjablonen
De volgende terminologie wordt gebruikt voor het maken en beschrijven
van FastFlick-sjablonen.
• Segment — met elke afbeelding of videoclip die aan de hoofdtrack
wordt toegevoegd, wordt een segment gemaakt (hieronder vallen
ook afbeeldingen of video's uit de grafische bibliotheek, zoals
achtergronden of objecten). U kunt uw segment naar wens
aanpassen door elementen als overlays, titels en overgangen toe
te voegen. U kunt ook effecten toepassen op elementen in uw
segment. Een segment moet u als onafhankelijk blok beschouwen.
Zorg er daarom voor dat elementen in het segment de duur van
de afbeelding of video van het segment op de hoofdtrack niet
overschrijden (de enige uitzondering wordt gevormd door de
muziektrack).
• Element — een element kan een overgang, titel, object of een ander
media-item zijn. Hiermee beschrijven we de afzonderlijke delen die
worden gebruikt voor het opbouwen van een sjabloonsegment.
• Kenmerken — de eigenschappen die u toewijst aan
sjabloonelementen en die hun gedrag bepalen.
• Placeholder — een kenmerk dat wordt toegewezen aan tijdelijke
media die later wordt vervangen door media van de gebruiker.
Placeholders kunnen standaard worden herhaald (om plaats te
bieden aan het niet van tevoren opgegeven aantal media-items
dat een gebruiker aan een sjabloon kan toevoegen).
Optioneel is een kenmerk dat u kunt toewijzen aan een placeholder
als u vindt dat het element niet vereist is wanneer er niet voldoende
gebruikersinhoud is. U kunt bijvoorbeeld Optioneel toepassen
op een placeholder op de hoofdvideotrack als het segment kan
worden verwijderd wanneer er niet meer gebruikersinhoud is (in
plaats van het herhalen van de gebruikersinhoud om de reeks aan
te vullen).