Gebruikershandleiding voor Corel® VideoStudio® X9
Inhoud Snel aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Welkom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Nieuwe functies in Corel VideoStudio X9 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Systeemvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Ondersteunde bestandsindelingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Hardwareversnelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Rondleiding door werkruimte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 De werkruimten verkennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Schakelen tussen werkruimten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Het Spelerpaneel gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 De werkbalk gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 De werkruimte aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Media indelen en zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 De bibliotheek gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Fragmenten in de bibliotheek indelen, weergeven en filteren . . . . 77 Het formaat van miniaturen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Bestanden als 3D labelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Tijdlijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Overgangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Overgangen toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Overgangen opslaan en verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128 Titels en ondertitels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Het veilige titelgebied gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Titels toevoegen met behulp van de bibliotheek . . . . . . . . . . . .
Overlayfragmenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Fragmenten toevoegen aan de overlaytrack . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Overlayfragmenten aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161 Overlayfragmenten combineren om een Ultra HD-video (4K) te maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 Beweging toepassen op een overlayfragment . . . . . . . . . . . . . .
Fragmentvolumebeheer gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210 Audiofragmenten bijsnijden en knippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210 Audioduur uitrekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212 Fade-in of fade-uit toepassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213 Geluidsmix gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213 Stereokanalen aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uploaden naar internet (FastFlick) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240 Uw film bewerken in VideoStudio (FastFlick) . . . . . . . . . . . . . . . 242 FastFlick-sjablonen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243 Terminologie voor FastFlick-sjablonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244 Regels voor het maken van FastFlick-sjablonen. . . . . . . . . . . . . . 246 FastFlick-sjablonen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249 Stop-motionanimatie .
Opslaan en delen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277 Een optie voor delen kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278 Opslaan als videobestanden voor afspelen op de computer . . . . 279 Opslaan als videobestanden voor afspelen op mobiele apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281 HTML5 videobestanden opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283 Uploaden naar internet . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Sneltoetsen voor Video meervoudig bijsnijden . . . . . . . . . . . . . . 320 Sneltoetsen voor lay-outinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321 Sneltoetsen voor vastleggen van scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321 Andere sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321 Wizard DV-naar-DVD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323 Scannen naar scènes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
x Gebruikershandleiding voor Corel VideoStudio Pro
Snel aan de slag Als u meteen aan de slag wilt met Corel VideoStudio, lees dan deze verkorte handleiding waarin de belangrijkste taken worden belicht.
De bibliotheek is de bron voor al uw mediabestanden, zoals videofragmenten, foto's en muziek. De bibliotheek bevat ook sjablonen, overgangen, effecten en uiteenlopende andere mediafuncties die u in uw projecten kunt gebruiken. 1 Klik op het tabblad Bewerken boven aan het toepassingsvenster om de werkruimte Bewerken te openen. Het paneel Bibliotheek wordt rechtsboven in de toepassing geopend. 2 Zorg dat al uw bestanden op één plek verzameld blijven door ze in een map te plaatsen.
Houd er rekening mee dat de knoppen boven in de bibliotheek in- en uitgeschakeld kunnen worden om de miniaturen te kunnen filteren op video, op foto en op muziek. Als de mediabestanden die u verwacht te zien niet worden weergegeven, controleer dan de status van deze mediaknoppen. Fragmenten en foto's toevoegen U kunt fragmenten en foto's eenvoudig toevoegen aan een project door de corresponderende miniaturen vanuit de bibliotheek naar de tijdlijn te slepen.
Uw videofragmenten evalueren en bijsnijden Een video is succesvol als deze kort genoeg is om de aandacht van de kijker te vangen. We gaan nu nader in op het evalueren en bijsnijden van videofragmenten. 1 Ga naar de werkruimte Bewerken en klik op een videofragment op de tijdlijn. 2 Klik in het navigatiegedeelte van het Spelerpaneel op Fragment en klik op de knop Afspelen.
U kunt bestanden in de tijdlijn ook zelf bijsnijden door de eindgrepen van een fragment te verschuiven. Wilt u het middenstuk bewerken? Probeer dan de optie Video multi-bijsnijden. Zie “Video bijsnijden tot meerdere fragmenten” op pagina 113 voor meer informatie. Titels toevoegen Nu gaan we een titel toevoegen. 1 Sleep de schuiver naar de gewenste positie.
4 U kunt de titel op elke gewenste positie in de Titeltrack plaatsen. Ook kunt u de weergaveduur van de titel instellen door de eindgrepen van het fragment te verplaatsen. 5 Om de titeltekst te bewerken, dubbelklikt u op het titelfragment in de tijdlijn, selecteert u de tekst in de voorbeeldweergave en typt u nieuwe tekst. Zorg ervoor dat de tekst binnen het vak blijft dat wordt weergegeven nabij de randen van de voorbeeldweergave (dit is het veilige titelgebied).
Overgangen toepassen U kunt overgangen toevoegen tussen fragmenten of foto's. Overgangen kunnen worden gebruikt voor het in- of uitfaden of om foto's in elkaar te laten overgaan. Er zijn vele opties waaruit u kunt kiezen. 1 Klik in de bibliotheek op de knop Overgang 2 Klik op de vervolgkeuzelijst Galerij boven in de bibliotheek en selecteer Alles om alle beschikbare opties weer te geven.
1 Klik op de werkbalk van de tijdlijn op de knop Auto muziek 2 In het gedeelte Auto muziek dat onder de miniaturen in de bibliotheek wordt weergegeven, kunt u experimenteren door verschillende selecties te maken in de vervolgkeuzelijsten. Met de functie Geselecteerde muziek afspelen kunt u uw selectie beluisteren. 3 Om de selectie toe te voegen aan de tijdlijn, klikt u op Toevoegen aan tijdlijn. 4 De muziek wordt toegevoegd aan de Muziektrack.
Opslaan en delen Wanneer u klaar bent met uw project, kunt u dit op verschillende manieren opslaan en delen. In het kader van deze verkorte handleiding kiezen we ervoor rechtstreeks naar internet te uploaden. Voordat u een project gaat delen, is het raadzaam om dit eerst op te slaan in het native *.vsp-formaat. Zo profiteert u van maximale flexibiliteit als u het project later nog wilt bewerken of als u het wilt uitvoeren in een ander formaat. 1 Klik op het tabblad Delen weer te geven.
10 Corel VideoStudio X9
Welkom Welkom bij Corel® VideoStudio®, de verrassend creatieve videobewerkingssoftware waarmee u professioneel ogende video's kunt maken, ongeacht uw vaardigheidsniveau. Corel VideoStudio biedt een volledige set gereedschappen waarmee u video-, diashowen multimediaprojecten kunt vastleggen, bewerken en delen. Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van de versie van uw software. Voor meer informatie, raadpleegt u ‘Vergelijking’ op http://videostudiopro.com.
Nieuwe functies in Corel VideoStudio X9 Dankzij nieuwe creatieve functies en verbeteringen in favoriete functies kunt u sneller prachtig ogende video's maken in Corel VideoStudio. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste updates. • Nieuwe Multicamera Editor — Maak professioneel uitziende videocompilaties met opnamen die vanuit een verschillende hoek, met verschillende camera's zijn gemaakt.
• Geoptimaliseerd voor snelheid en prestaties — Snelheid en prestaties zijn altijd belangrijk bij het bewerken van video. Doordat VideoStudio is geoptimaliseerd voor de nieuwste Intel-chips van de 6e generatie en doordat de weergaveprestaties van MPEG 4 en MOV zijn verbeterd, kunt u in het programma altijd soepel en plezierig bewerken. • Meer ondersteunde indelingen — Profiteer van grotere compatibiliteit dankzij ondersteuning voor HEVC (H.265) en *MXF (XAVC). HEVC vormt een verbetering voor H.
• Nieuw FastFlick-sjablonen maken — Maak FastFlick X9-sjablonen in VideoStudio X9. In tegenstelling tot sjablonen voor Rechtstreekse projecten, wat feitelijk eerder opgeslagen statische projecten zijn, zijn FastFlick-sjablonen zo ontworpen dat ze automatisch worden uitgebreid of ingekrompen om te kunnen voldoen aan het aantal foto's en video's dat een gebruiker op de sjabloon neerzet. Zie “FastFlick-sjablonen maken” op pagina 243 voor meer informatie.
Minimale systeemvereisten • Voor updates is een internetverbinding vereist • Windows 10, Windows 8, Windows 7, 64-bits besturingssysteem sterk aanbevolen • Intel Core Duo 1,8 GHz, Core i3 of AMD Athlon 64 X2 3800+ 2,0 GHz • Intel Core i5 of i7 1,06 GHz vereist voor AVCHD en Intel Quick Sync Video-ondersteuning • Intel Core i7 of AMD Athlon X4 voor UHD of het bewerken van opnamen van meerdere camera's • Intel-processor van de 6e generatie (Skylake) is vereist voor HEVC-hardwarecodering • 2 GB RAM, 4 GB voor
• Vastleggen van analoge camcorders met een compatibele analoge vastlegkaart • Vastleggen vanaf USB-vastlegstations, pc-camera's, webcams Productspecificaties kunnen zonder kennisgeving of enige verplichting worden gewijzigd. Ondersteunde bestandsindelingen De ondersteunde bestandsindelingen worden hieronder weergegeven. Raadpleeg de releaseopmerkingen voor updates voor ondersteunde bestanden.
Blu-ray-ondersteuning: • Hiervoor moet u een afzonderlijke plug-in vanuit het product downloaden • Hiervoor is een Blu-ray Disc-lezer en of -brander vereist *MOV, DivX en SWF: QuickTime-stuurprogramma voor MOV, DivX-codec voor DivX en Flash player voor SWF zijn vereist voor gebruik van deze indelingen. **Alleen in VideoStudio Ultimate Hardwareversnelling Afhankelijk van uw hardwarespecificaties kunt u in Corel VideoStudio uw systeemprestaties verhogen door uw hardwareversnelling te optimaliseren.
Als u wilt dat automatisch de mogelijkheden van uw systeem voor hardwareversnelling worden gedetecteerd en de optimale instellingen worden bepaald, selecteert u alle opties voor hardwareversnelling bij Prestatie-optimalisatie, inclusief Hardwareversnellingsoptimalisatie inschakelen. Opties voor hardwareversnelling die niet in uw systeem worden ondersteund, zijn niet beschikbaar. Voorbereiding voor videobewerking Video vastleggen en bewerken zijn taken die veel systeembronnen vereisen.
Als u Corel VideoStudio hebt gestart, kunt u verschillende instellingen selecteren waarmee u een goede balans kunt vinden tussen de kwaliteit van afspelen en de snelheid van de toepassing. Gaat het afspelen snel, maar is het beeld wazig? Gaat het afspelen te langzaam? De onderstaande tips kunnen u helpen bij het vinden van de juiste instellingen voor Corel VideoStudio. • Als uw computer voldoet aan de gestelde systeemvereisten of deze overtreft, kunt u mogelijk afspelen in nog betere kwaliteit.
3 Volg de instructies op het scherm. Opmerking: Mogelijk wordt u gevraagd naast Corel VideoStudio ondersteunende Windows-uitbreidingen en programma's en stuurprogramma's van derden te installeren. Corel VideoStudio verwijderen 1 Open het Configuratiescherm van Windows. 2 Klik bij Programma's op de koppeling Een programma verwijderen. 3 Klik in het venster Programma's en onderdelen op VideoStudio X9 in de lijst met toepassingen. 4 Klik op Verwijderen/wijzigen. 5 Volg de instructies op het scherm.
De toepassing bijwerken • Kies Help > Op updates controleren. Ondersteuningsdiensten van Corel De ondersteuningsdiensten van Corel geven directe en nauwkeurige informatie over productfuncties, specificaties, prijzen, beschikbaarheid, diensten en technische ondersteuningsopties. Voor de meest recente informatie over beschikbare ondersteuning en professionele diensten voor uw Corel-product kunt u terecht op www.corel.com/support.
22 Corel VideoStudio X9
Leermiddelen U kunt op verschillende manieren leren hoe u Corel VideoStudio gebruikt: u kunt informatie opzoeken in de Help of de gebruikershandleiding, u kunt zelfstudievideo's bekijken in het Discovery Center en u kunt natuurlijk de website van Corel raadplegen (www.corel.com).
Conventie Beschrijving Voorbeeld Een opmerking met informatie die belangrijk is voor de voorgaande stappen. Dit kunnen voorwaarden zijn waaronder de procedure kan worden uitgevoerd. Schakel Audio en achtergrondvideo vlak maken in als uw browser slechts een enkele track ondersteunt voor audio en video. Een tip met suggesties over het uitvoeren van de voorgaande stappen. Hierin kunnen alternatieven, andere voordelen of een andere werkwijze voor deze stappen worden beschreven.
Het Help-systeem gebruiken 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op Help > Help-onderwerpen. • Druk op F1. 2 Klik in het Help-venster op een van de volgende tabbladen: • Inhoud — hiermee kunt u door de Help-onderwerpen bladeren. • Zoeken — hiermee kunt u de volledige Help-tekst doorzoeken op een bepaald woord of een bepaalde zinsnede (tussen aanhalingstekens).
Leren met videostudielessen Via het venster Discovery Center (alleen beschikbaar in het Engels) kunt u verschillende video's bekijken die u meer informatie geven over de toepassing en over videobewerking. U kunt voor meer zelfstudiemogelijkheden ook terecht op www.youtube.com/VideoStudioPro. Het Discovery Center openen • Selecteer Help Videostudielessen.
Webbronnen voor Corel VideoStudio openen • Open uw internetbrowser en ga naar www.videostudiopro.com. Hier vindt u verschillende koppelingen naar diverse bronnen en community's, zoals de Facebook-pagina van VideoStudio (https://www.facebook.com/corelvideostudio ) en de threads van het forum over digitale media (http://forum.corel.com/ ).
28 Corel VideoStudio X9
Rondleiding door werkruimte Corel VideoStudio heeft drie werkruimten: Vastleggen, Bewerken en Delen. Deze werkruimten zijn gebaseerd op de belangrijkste stappen in het videobewerkingsproces. U kunt de werkruimten naar wens aanpassen. U kunt bijvoorbeeld de panelen herschikken, zodat u altijd zicht hebt op de gewenste onderdelen.
U kunt nu het formaat en de positie van de elementen op uw scherm wijzigen zodat u volledige controle hebt over uw bewerkingsomgeving. Voor meer informatie over het aanpassen van de werkruimte gaat u naar “De werkruimte aanpassen” op pagina 41. De werkruimte Vastleggen Mediafragmenten kunnen rechtstreeks worden opgenomen op of worden geïmporteerd naar de vaste schijf op uw computer. In deze stap kunt u video-, foto- en audiofragmenten vastleggen en importeren.
De werkruimte Vastleggen bestaat uit de volgende onderdelen: 1. De menubalk — Deze bevat verschillende opdrachten waarmee u Corel VideoStudio kunt aanpassen, filmprojecten kunt openen en opslaan, afzonderlijke fragmenten kunt bewerken, en nog veel meer. 2. Het voorbeeldvenster — Hierin wordt de huidige video weergegeven die wordt afgespeeld in het Spelerpaneel. 3. Het paneel Bibliotheek — Dit is een opslagdepot voor vastgelegde mediafragmenten. 4.
1 4 2 3 5 6 De werkruimte Bewerken bestaat uit de volgende onderdelen: 1. De menubalk — Deze bevat verschillende opdrachten waarmee u Corel VideoStudio kunt aanpassen, filmprojecten kunt openen en opslaan, afzonderlijke fragmenten kunt bewerken, en nog veel meer. 2. Het voorbeeldvenster — Hierin wordt de huidige video weergegeven die wordt afgespeeld in het Spelerpaneel. 3.
5. De werkbalk — Deze bevat verschillende functies met betrekking tot de inhoud op de tijdlijn. 6. Het paneel Tijdlijn — Op de tijdlijn verzamelt u de mediafragmenten voor uw videoproject. Zie “Tijdlijn” op pagina 83 voor meer informatie. De werkruimte Delen In de werkruimte Delen kunt u uw voltooide film opslaan en delen. 1 2 5 3 4 6 De werkruimte Delen bestaat uit de volgende onderdelen: 1.
3. Het gedeelte voor categorieselectie — Hier kunt u de verschillende uitvoercategorieën kiezen, zoals voor computer, apparaat, web, disk of 3D-film. Als u een HTML5-project maakt, kunt u kiezen uit de uitvoeropties HTML5 en Corel VideoStudio-project. 4. Het gedeelte Formaat — Hier kunt u kiezen uit verschillende bestandsformaten, profielen en beschrijvingen. Als u films wilt delen via internet, worden hier uw accountgegevens weergegeven. 5.
Wisselen tussen werkruimten • Klik boven in het toepassingsvenster op een van de volgende tabbladen: • Vastleggen • Bewerken • Delen Het Spelerpaneel gebruiken Het Spelerpaneel bestaat uit het voorbeeldvenster en het navigatiegedeelte, en bevat knoppen voor afspelen en het nauwkeurig bijsnijden van fragmenten. Met behulp van de knoppen kunt u door een geselecteerd fragment of door uw project navigeren. Met de Bijsnijdmarkeringen en de Schuiver kunt u uw fragmenten bewerken.
Het navigatiegedeelte De onderstaande tabel geeft een overzicht van de functies die beschikbaar zijn in het navigatiegedeelte. Onderdeel Beschrijving Schuiver Hiermee kunt u door het project of fragment bladeren. Snijmarkeringen Hiermee kunt u de schuivers verslepen om een voorbeeldbereik in het project te selecteren of een fragment bij te snijden. Project-/ Toont een voorbeeld van het fragmentmodus volledige project of van een geselecteerd fragment.
Onderdeel Beschrijving HD-voorbeeld Hiermee kunt u fragmenten en projecten weergeven die zijn opgenomen in HD. Tijdcode Hiermee kunt u rechtstreeks naar een bepaald gedeelte van uw project of een geselecteerd fragment gaan door de exacte tijdcode op te geven. Voorbeeldvenster vergroten Hiermee kunt u het formaat van het voorbeeldvenster vergroten. Fragment splitsen Hiermee kunt u het geselecteerd fragment splitsen. Plaats de Schuiver waar u het fragment wilt splitsen en klik op deze knop.
Terwijl u aan het project werkt, wilt u waarschijnlijk regelmatig een voorbeeld van uw werk bekijken om te zien hoe het project vordert. Direct afspelen biedt u de mogelijkheid om snel een voorbeeld van de wijzigingen in uw project te bekijken. De afspeelkwaliteit is afhankelijk van de bronnen op uw computer. U kunt ervoor kiezen om slechts een deel van uw project af te spelen. Het geselecteerde bereik van frames voor het voorbeeld wordt het voorbeeldbereik genoemd.
Onderdeel Beschrijving Storyboardweergave Toont miniaturen van uw media in chronologische volgorde. Tijdlijnweergave Hiermee kunt alle frames van uw fragmenten nauwkeurig bewerken op aparte tracks en andere elementen, zoals titels, overlays, stemmen en muziek toevoegen en plaatsen. Ongedaan maken Hiermee wordt de laatste actie ongedaan gemaakt. Opnieuw Hiermee wordt de laatste handeling die ongedaan was gemaakt opnieuw uitgevoerd.
Onderdeel Beschrijving Beweging volgen Hiermee wordt het dialoogvenster Beweging volgen geopend, waarin u volgpaden voor specifieke elementen in geselecteerde videofragmenten kunt maken. Ondertiteleditor Hiermee wordt het dialoogvenster Ondertiteleditor geopend, waarin u segmenten kunt detecteren en ordenen voor het op eenvoudige wijze toevoegen van titels in geselecteerde videofragmenten. Multicamera Editor Hiermee wordt de Multicamera Editor geactiveerd en kunt u de geselecteerde media importeren.
De werkruimte aanpassen De nieuwe werkruimte is ontworpen met het oog op een betere bewerkingservaring. U kunt nu de grootte van het programmavenster aanpassen en het formaat en de positie van de elementen op uw scherm wijzigen. Elk paneel gedraagt zich als een zelfstandig venster dat u kunt aanpassen aan uw bewerkingsvoorkeuren. Dit is handig wanneer u bewerkingen uitvoert op grote schermen of op twee schermen. 1 3 2 De belangrijkste panelen zijn: 1.
Een paneel verplaatsen • Dubbelklik in de linkerbovenhoek van het Spelerpaneel, Tijdlijnpaneel of Bibliotheekpaneel. Wanneer het paneel actief is, kunt u het paneel minimaliseren, maximaliseren en het formaat ervan wijzigen. U kunt het paneel ook uit het hoofdvenster van de toepassing verplaatsten naar een tweede scherm als u twee beeldschermen gebruikt.
2 Sleep met uw muis over de dockinggeleider en kies een dockingpositie om het paneel te fixeren. Een aangepaste werkruimtelay-out opslaan • Klik op Instellingen > Lay-outinstellingen > Opslaan in en klik op een optie Aangepast. Een aangepaste werkruimtelay-out laden • Klik op Instellingen > Lay-outinstellingen > Overschakelen naar en kies Standaard of een van de aangepaste instellingen die u hebt opgeslagen.
44 Corel VideoStudio X9
Vastleggen en importeren In Corel VideoStudio kunt video's vastleggen of importeren van DVD-Video-, AVCHD- en BDMV-schijven, inclusief vanaf camcorders die opnemen op geheugenkaarten of op het interne geheugen van schijven, DV- of HDV-camcorders, mobiele apparaten en apparaten voor vastleggen van analoge en digitale televisie.
Met de optie Video vastleggen kunt u videobeelden en foto's van uw camcorder importeren op uw computer. Met behulp van DV Quick Scan kunt u uw DV-band scannen en de scènes selecteren. Klik op Digitale media importeren om mediafragmenten van een DVD-Video-, AVCHD- of BDMV-schijf of vanaf uw vaste schijf toe te voegen. Met deze functie kunt u video's ook direct importeren vanaf AVCHD, Blu-ray-disks of dvd-camcorders.
• Vastlegmap — Hier kunt u een locatie opgeven voor het opslaan van vastgelegde bestanden. • Splitsen op scène — Splitst de vastgelegde video automatisch op in verschillende bestanden op basis van de opnamedatum en -tijd. • Vastleggen naar bibliotheek — Hiermee kunt u een map in de bibliotheek selecteren of maken waarin u uw video kunt opslaan. • Opties — Hiermee geeft u een menu weer waarmee u de vastleginstellingen kunt aanpassen.
7 Als u een foto uit de videobeelden wilt vastleggen, onderbreekt u de video op het gewenste punt en klikt u op Een momentopname maken. Opmerking: Wanneer de camcorder zich in opnamemodus bevindt (meestal aangeduid met CAMERA of MOVIE), kunt u live-video vastleggen. Opmerking: De beschikbare instellingen in het dialoogvenster Video-eigenschappen verschillen, afhankelijk van de door u gekozen indeling van het vastlegbestand.
2 Zet de camcorder aan en stel deze in op de modus voor Afspelen/bewerken. Als u een HDV-camcorder hebt, controleer dan of uw HDV-camcorder is ingesteld op de HDV-modus. Opmerking: Bij Sony HDV-camcorders klapt u het LCD-scherm open en controleert u of HDVout I-Link wordt weergegeven op het LCD-scherm om na te gaan of de camera is ingesteld op de HDV-modus. Als DVout I-Link wordt weergegeven, drukt u op P-MENU rechtsonder in het scherm.
Tv-beelden vastleggen 1 Selecteer uw TV-tuner in de vervolgkeuzelijst Bron. 2 Klik op Opties > Video-eigenschappen om het dialoogvenster Video-eigenschappen te openen. Pas indien nodig de instellingen aan. Klik op het tabblad Tunergegevens om Antenne of Kabel te selecteren, te scannen naar beschikbare kanalen in uw regio, enzovoort. 3 Geef in het vak Kanaal het nummer op van het kanaal dat u wilt vastleggen. Video vastleggen in MPEG-2-indeling 1 Kies uw videobron bij Bron.
Digitale video (DV) vastleggen Als u DV (Digital Video) in de originele indeling wilt vastleggen, selecteert u DV in de lijst Formaat in het Optiepaneel. Hierdoor wordt de vastgelegde video opgeslagen als DV AVI-bestand (.avi). U kunt ook gebruikmaken van de optie DV Quick Scan om DV-video DV AVI Type-1 en Type-2 vast te leggen. Wanneer u DV vastlegt, klikt u op Opties in het Optiepaneel en selecteert u Video-eigenschappen om een menu te openen.
Analoge video vastleggen Wanneer beeldmateriaal wordt vastgelegd vanaf analoge bronnen zoals VHS, S-VHS, Video-8 of Hi8-camcorders/-videorecorders, wordt het materiaal geconverteerd naar een digitale indeling die kan worden gelezen en opgeslagen op de computer. Voordat u begint met vastleggen, moet u in de lijst Formaat van het Optiepaneel de bestandsindeling selecteren waarin u de vastgelegde video wilt opslaan.
Digitale media importeren 1 Klik in de werkruimte Vastleggen op Digitale media importeren. 2 Klik op Selecteer te importeren bronmappen, blader naar mappen met uw digitale media en klik op OK. 3 Klik op Start en het dialoogvenster Digitale media importeren verschijnt. 4 Kies de mediafragmenten die u wilt importeren en klik op Start importeren. Alle geïmporteerde video's worden toegevoegd aan de miniaturenlijst in de bibliotheek.
5 Kies de optie Gehele video om de tijdcode van het videobestand te importeren zodat deze gedurende de gehele video wordt weergegeven. Kies de optie Duur om de tijdcode als titel binnen een opgegeven duur te importeren. Klik op OK om de instellingen toe te passen. Opmerking: U kunt dezelfde instellingen toepassen op alle video's die u importeert en u kunt het dialoogvenster Instellingen importeren verbergen door het selectievakje Kies deze instelling en vraag dit nooit meer in te schakelen.
Basisinstellingen voor projecten Corel VideoStudio combineert video, titels, geluiden en effecten via een proces dat renderen wordt genoemd. De projectinstellingen bepalen hoe uw film wordt gerenderd wanneer u een voorbeeld van de film bekijkt. De uitgevoerde video kan vervolgens afgespeeld worden op uw computer, op een disk worden gebrand of naar het internet worden geüpload.
Nieuwe projecten maken en projecten openen Wanneer u Corel VideoStudio start, wordt er automatisch een nieuw project geopend en kunt u beginnen met het maken van uw film. Nieuwe projecten zijn altijd gebaseerd op de standaardinstellingen van de toepassing. U kunt ook HTML5-projecten maken die u op internet kunt plaatsen. U kunt eerder opgeslagen projecten openen en als u verschillende projecten wilt combineren, kunt u eerder opgeslagen projecten toevoegen aan een nieuw project.
Een bestaand project toevoegen aan een nieuw project 1 Klik in de bibliotheek op de knop Media 2 Sleep een projectbestand (.vsp) van de bibliotheek naar de tijdlijn. . Als het bestand zich niet in de bibliotheek bevindt, klikt u op de knop Mediabestanden importeren, bladert u naar het projectbestand (dat standaard in de map Mijn projecten wordt opgeslagen), selecteert u het bestand en klikt u op Openen. Alle tracks, media en elementen van het project worden op de tijdlijn weergegeven.
U kunt één sjabloon gebruiken voor de hele film, maar u kunt ook meerdere sjablonen toevoegen aan een film. Zo kunt u een bepaalde sjabloon voor het begin van de film gebruiken, een andere sjabloon voor het middengedeelte en weer een andere sjabloon voor het einde van de film. U kunt zelfs aangepaste sjablonen maken en opslaan. Wanneer u bijvoorbeeld een serie films maakt, kunt u een sjabloon ontwerpen en toepassen om ervoor te zorgen dat alle films een consistente stijl hebben.
U kunt sjablonen ook toevoegen aan uw project door de miniatuur van de gewenste sjabloon naar het gewenste punt op de tijdlijn te slepen. Fragmenten, foto's en muziek vervangen in een sjabloon voor Rechtstreekse projecten 1 Sleep een fragment, foto of muziektrack uit de bibliotheek naar de gewenste placeholder in de sjabloon. 2 Druk op [Ctrl] en laat de muisknop los. Een Rechtstreeks projectsjabloon maken 1 Open het videoproject dat u als een sjabloon wilt opslaan.
Projectsjablonen importeren 1 Klik op Een projectsjabloon importeren en blader naar het *.vpt-bestand dat u wilt importeren. 2 Klik op Openen. Projecteigenschappen instellen Projecteigenschappen dienen als sjabloon voor uw filmprojecten. De projectinstellingen in het dialoogvenster Projecteigenschappen bepalen het uiterlijk en de kwaliteit van een project wanneer een voorbeeld op het scherm wordt weergegeven. De projecteigenschappen zijn gebaseerd op een profiel.
Aangepaste profielen maken Profielen bevatten instellingen die bepalen hoe het uiteindelijke filmbestand moet worden gemaakt.
Een aangepast profiel selecteren voor uw project 1 Klik op Instellingen > Filmprofielen beheren. Het dialoogvenster Filmprofielen beheren wordt geopend. 2 Klik op het tabblad Computer of het tabblad 3D. 3 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Formaat het gewenste bestandsformaat. 4 Selecteer in het gedeelte Profiel de optie Persoonlijke profielen in de vervolgkeuzelijst. Aangepaste profielen die al eerder zijn opgeslagen, worden vermeld in het vak onder de vervolgkeuzelijst.
U kunt Smart Proxy-beheer gebruiken om Smart Proxy in of uit te schakelen, om de drempel voor de resolutie te wijzigen waarbij Smart Proxy wordt ingeschakeld en om toegang te krijgen tot de Bestandsbeheer Smart Proxy en Wachtrijbeheer Smart Proxy om nu en in de toekomst proxybestanden te beheren. Smart Proxy kunt u instellen en aanpassen in de VideoStudiowerkruimten of in de Multicamera Editor.
Een voorbeeld weergeven van uw project of fragmenten De knop Afspelen in het navigatiegedeelte van het paneel Afspelen heeft twee functies: • Het gehele project afspelen • Een geselecteerd fragment afspelen Terwijl u aan het project werkt, wilt u waarschijnlijk regelmatig een voorbeeld van uw werk bekijken om te zien hoe het project vordert. Direct afspelen biedt u de mogelijkheid om snel een voorbeeld van de wijzigingen in uw project te bekijken.
Een voorbeeldweergave van een project of fragment bekijken 1 Klik in het navigatiegedeelte van het paneel Afspelen op Project of Fragment. 2 Klik op Afspelen. Opmerking: Als u Fragment hebt geselecteerd, wordt alleen het huidige geselecteerde fragment afgespeeld. Als een in HD opgenomen project volledig in HD wilt bekijken, schakelt u de optie HD-voorbeeld in.
U kunt het aantal niveaus voor ongedaan maken aanpassen in het dialoogvenster Voorkeuren. U kunt ook de sneltoetsen [Ctrl + Z] en [Ctrl + Y] gebruiken om acties respectievelijk ongedaan te maken en opnieuw uit te voeren. Rasterlijnen weergeven en verbergen U kunt rasterlijnen gebruiken om u te helpen bij het plaatsen of vergroten/verkleinen van foto's en video's. U kunt rasterlijnen ook gebruiken om titels in een film te plaatsen.
Projecten opslaan U kunt projecten opslaan en deze in een later stadium bewerken of voltooien. Om te voorkomen dat u werk verliest, kunt u instellen dat het project met regelmatige tussenpozen automatisch wordt opgeslagen. uw project opslaan • Klik op Bestand > Opslaan [Ctrl + S]. Opmerking: Corel VideoStudio-projectbestanden worden opgeslagen in de bestandsindeling *.vsp. HTML5-videoprojecten worden opgeslagen in de bestandsindeling *.vsh.
Projecten opslaan met Smart Package 1 Klik op Bestand > Smart Package en kies ervoor om uw project te verpakken als een map of Zip-bestand. 2 Geef achtereenvolgens het Pad naar map, de Naam projectmap en de Naam projectbestand op in de daarvoor bestemde vakken. Als u tracker- of diskinstellingen wilt toevoegen, schakelt u het desbetreffende selectievakje in. 3 Klik op OK. U moet uw project opslaan voordat u Smart Package gebruikt.
2 Klik op Beginpuntmarkering. 3 Sleep de cursor naar de plaats waar u een beginpunt wilt toevoegen en klik op de balk onder de liniaal van de tijdlijn. Er wordt een pictogram van een blauwe pijl toegevoegd. Beginpuntmarkeringen Beginpuntmarkering toevoegen/verwijderen Beginpuntmarkeringen 4 Herhaal stap 3 om meer beginpuntmarkeringen toe te voegen. Opmerking: U kunt ook Beginpuntmarkeringen beheren gebruiken wanneer u beginpuntmarkeringen toevoegt.
Hoofdstukken toevoegen 1 Selecteer Hoofdstukmarkering in het menu Hoofdstuk/beginpunt. 2 Sleep de cursor naar de plaats waar u een hoofdstuk wilt toevoegen en klik op de balk onder de liniaal van de tijdlijn. Er verschijnt een pictogram met een groene pijl als hoofdstukmarkering in uw film. Hoofdstukmarkeringen 3 Als u een hoofdstuk wilt bewerken, klikt u op een hoofdstukmarkering en sleept u deze naar een nieuwe positie.
U kunt ook de schuifknop van de tijdlijn naar de gewenste positie voor de hoofdstukmarkering in uw project slepen. Klik op Hoofdstukmarkering toevoegen/verwijderen.
72 Corel VideoStudio X9
Media indelen en zoeken U kunt de mediafragmenten in de bibliotheek zo indelen dat u snel en gemakkelijk toegang hebt tot de creatieve elementen van uw projecten. U kunt een bibliotheek ook importeren om mediabestanden en andere bibliotheekgegevens te herstellen.
Nadat u een project hebt voltooid, kunt u de bibliotheek herstellen naar de oorspronkelijke staat om de standaardmediafragmenten te herstellen. De bestanden die u hebt toegevoegd, worden verwijderd uit de bibliotheek, maar blijven bewaard op hun oorspronkelijke locatie. U kunt er altijd voor kiezen om uw mediabestanden opnieuw te importeren in de bibliotheek.
Zie “Ondersteunde bestandsindelingen” op pagina 16 voor meer informatie over ondersteunde media-indelingen. Mediabestanden selecteren in de bibliotheek • Voer in de bibliotheek een van de volgende handelingen uit: • Eén mediabestand selecteren — klik op een miniatuur. • Meerdere mediabestanden selecteren — houd [Ctrl] ingedrukt en klik op de gewenste miniaturen.
Mediafragmenten uit de bibliotheek verwijderen 1 Selecteer een fragment in de bibliotheek en druk op [Delete]. U kunt ook met de rechtermuisknop op het fragment in de bibliotheek en klikken op Verwijderen klikken. Opmerking: In de bibliotheek wordt naar fragmenten verwezen. De fragmenten blijven op hun oorspronkelijke locatie staan en wanneer u een fragment uit de bibliotheek verwijdert, wordt het alleen uit de bibliotheek verwijderd.
Een bibliotheek importeren 1 Klik op Instellingen > Bibliotheekbeheer > Bibliotheek importeren en zoek de map die u wilt importeren. 2 Klik op OK. De bibliotheek opnieuw instellen • Klik op Instellingen > Bibliotheekbeheer > Bibliotheek opnieuw instellen. Hiermee herstelt u de bibliotheek naar de standaardinstellingen en verwijdert u alle bestanden die door gebruikers zijn toegevoegd.
Mediafragmentweergave wijzigen • Klik op de knop Lijstweergave om uw mediafragmenten in een lijst met bestandseigenschappen weer te geven, of klik op de knop Miniatuur weergeven om miniaturen weer te geven. Als u de mediafragmenten wilt sorteren in de Lijstweergave, klikt u op de titel van een eigenschap, zoals Naam, Type of Datum. U kunt ook op de knop Titel weergeven/verbergen klikken om de bestandsnamen van de videofragmenten weer te geven of te verbergen.
De weergave van het paneel Bibliotheek wijzigen • Met behulp van de pictogrammen in het paneel Bibliotheek kunt u sjablonen voor Rechtstreekse projecten, overgangen, titels, grafische weergaven, filters en volgpaden weergeven. Het formaat van miniaturen wijzigen In Corel VideoStudio kunt u het formaat van miniaturen aanpassen zodat u gemakkelijker toegang hebt tot verschillende mediafragmenten in de bibliotheek.
Bestanden als 3D labelen In Corel VideoStudio worden MVC- en MPO-fragmenten tijdens het importeren automatisch gedetecteerd en als 3D gelabeld. U kunt ook 2D-fragmenten labelen om een 3D-effect te simuleren als u een project als 3D-film rendert. U kunt 3D-mediafragmenten als 3D labelen, zodat u de fragmenten snel kunt vinden en in 3D kunt bewerken.
2 Kies een van de volgende opties om de juiste indeling voor 3D-inhoud in te stellen: • 2D — de standaardinstelling als het geselecteerde fragment niet als 3D wordt herkend. • Side-by-side — produceert 3D-inhoud door de horizontale resolutie van elk frame te splitsen voor het linker- en het rechteroog. Side-by-side 3D wordt vaak door kabelmaatschappijen gebruikt voor inhoud die is bestemd voor televisies die 3D-ready zijn, omdat hiervoor minder bandbreedte nodig is. Kies Links-Rechts of Rechts-Links.
• Boven-Onder— produceert 3D-inhoud door de verticale resolutie van elk frame te splitsen voor het linker- en het rechteroog. Door het grotere aantal horizontale pixels is deze optie beter geschikt voor het weergeven van horizontale bewegingen. Kies Links-Rechts of Rechts-Links. • MVC (Multi-weergave videocodering) — genereert een HD-video met twee beelden (stereoscopisch) of een 3D-video met meerdere beelden.
Tijdlijn In de tijdlijn verzamelt u de mediafragmenten voor uw videoproject. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Wisselen tussen tijdlijnweergaven • Tracks weergeven en verbergen • Tracks toevoegen en omwisselen • Rimpeling bewerken gebruiken Wisselen tussen tijdlijnweergaven Er worden twee weergavetypen in de tijdlijn getoond: de storyboardweergave en de tijdlijnweergave.
Storyboardweergave van Corel VideoStudio Tijdlijnweergave De tijdlijnweergave geeft het meest uitgebreide beeld van de elementen in het filmproject. Het project wordt in deze weergave verdeeld in verschillende tracks voor video's, overlays, titels, stemmen en muziek.
1 2 3 9 4 5 10b 6 11b 12 13 14 7 8 Tijdlijn in de modus HTML5 in Corel VideoStudio Onderdeel Beschrijving 1 — Alle zichtbare tracks tonen Toont alle tracks in uw project. 2 — Trackbeheer Hiermee kunt u de in de tijdlijn zichtbare tracks beheren. 3 — Geselecteerd bereik Toont een kleurenbalk die het bijgesneden of geselecteerde deel van een project weergeeft. 4 — Hoofdstuk of markering toevoegen/ verwijderen Hiermee kunt u hoofdstukken of markeringspunten in uw film instellen.
Onderdeel Beschrijving 5 — Rimpeling bewerken in-/uitschakelen Als deze optie is ingeschakeld, behouden fragmenten hun relatieve positie als een fragment wordt toegevoegd aan de track. Zie “Rimpeling bewerken gebruiken” op pagina 90 voor meer informatie. 6 — Trackknoppen Afzonderlijke tracks weergeven/verbergen. 7 — Tijdlijn automatisch verschuiven Hiermee kunt u schuiven langs de tijdlijn in- en uitschakelen wanneer u een voorbeeld van een fragment bekijkt dat langer is dan de huidige weergave.
U kunt ook het muiswiel gebruiken om door de tijdlijn te schuiven. Klik met de rechtermuisknop op de knop van een track en kies Alle media selecteren om alle mediafragmenten in de track te selecteren. Als u de muisaanwijzer op de zoomknoppen of de tijdlijnliniaal plaatst, kunt u het muiswiel gebruiken om in en uit te zoomen op de tijdlijn. Wisselen tussen de storyboardweergave en de tijdlijnweergave • Klik op de knoppen links van de werkbalk.
Tracks toevoegen en omwisselen Met de functie Trackbeheer hebt u nog meer grip op de tijdlijn. U kunt maximaal 20 overlaytracks, twee titeltracks, één stemtrack en acht muziektracks toevoegen. In een HTML5-project kunt u tot wel drie achtergrondtracks, 18 overlaytracks, twee titeltracks, één stemtrack en drie muziektracks toevoegen. Er is maar één videotrack en één stemtrack.
Klik op Als standaard instellen om de huidige instellingen als standaard in te stellen voor alle nieuwe projecten. U kunt ook het aantal optionele tracks verminderen dat u hebt toegevoegd door de instellingen voor Trackbeheer aan te passen. Tracks op de Tijdlijn invoegen of hieruit verwijderen 1 Klik op de tijdlijn met de rechtermuisknop op een trackknop voor een tracktype dat u wilt invoegen of verwijderen.
Overlaytracks omwisselen 1 Klik met de rechtermuisknop op een knop Overlaytrack selecteer Tracks omwisselen. 2 Kies de bijbehorende overlaytrack die u wilt omwisselen. en Alle media in de geselecteerde overlaytracks worden omgewisseld. Deze functie werkt alleen als u werkt aan projecten met meerdere overlaytracks. Rimpeling bewerken gebruiken Gebruik de modus Rimpeling bewerken om de oorspronkelijke tracksynchronisatie te behouden bij het invoegen of verwijderen van fragmenten.
Tijdlijn nadat een fragment is ingevoegd op de videotrack met Rimpeling bewerken uitgeschakeld. Alleen de fragmenten op de videotrack worden verplaatst wanneer er een nieuw fragment wordt ingevoegd. Tijdlijn nadat een fragment is ingevoegd op de videotrack met Rimpeling bewerken ingeschakeld op sommige tracks. Fragmenten op de tracks met Rimpeling bewerken ingeschakeld worden verplaatst wanneer er een nieuw fragment wordt ingevoegd om de oorspronkelijke synchronisatie te behouden.
Fragmenten invoegen in de modus Rimpeling bewerken 1 Klik op de knop Rimpeling bewerken in/uitschakelen het paneel te activeren. 2 Klik naast elke track waarop u Rimpeling bewerken wilt toepassen. 3 Sleep het fragment dat u wilt invoegen vanuit de bibliotheek naar de gewenste positie op de tijdlijn. Zodra het nieuwe fragment op de juiste plaats staat, worden alle fragmenten waarop Rimpeling bewerken is toegepast, verschoven waarbij de onderlinge trackposities behouden blijven.
Media bewerken Videofragmenten, foto's en audiofragmenten vormen de basis van uw project en het bewerken ervan is de meest belangrijke vaardigheid die u onder de knie moet krijgen.
Het optiepaneel in de werkruimte Bewerken gebruiken Met behulp van het Optiepaneel in de werkruimte Bewerken kunt u media, overgangen, titels, afbeeldingen, animaties en filters wijzigen die u aan de tijdlijn hebt toegevoegd. Het aantal tabbladen en bedieningselementen dat beschikbaar is, is afhankelijk van het type media dat u selecteert. Als u bijvoorbeeld een videofragment selecteert en op Opties klikt in het paneel Bibliotheek, worden twee tabbladen weergegeven: het tabblad Video en het tabblad Kenmerk.
• Kleurcorrectie — hiermee kunt u tint, verzadiging, helderheid, contrast en gamma van het videofragment aanpassen. U kunt ook de witbalans van het video- of afbeeldingsfragment aanpassen of automatische toonaanpassingen aanbrengen. • Snelheid/Tijdsverloop — hiermee kunt u de afspeelsnelheid van uw fragment aanpassen en tijdsverloop- en stroboscoopeffecten toepassen. • Variabele snelheid — hiermee kunt u de afspeelsnelheid van een fragment wijzigen met verschillende tussenpozen.
• Optie voor resampling — hiermee kunt u de hoogte-breedteverhouding van een foto wijzigen bij toepassing van een overgang of effect. • Pannen & zoomen — past het pan- en zoomeffect toe op de huidige afbeelding. • Voorinstellingen — hiermee beschikt u over verschillende instellingen vooraf voor pannen en zoomen. Selecteer een voorinstelling in de vervolgkeuzelijst. • Aanpassen — hiermee kunt u opgeven hoe u de huidige afbeelding wilt pannen en zoomen.
• Voorinstellingen — hiermee beschikt u over verschillende instellingen vooraf voor filters. Selecteer een voorinstelling in de vervolgkeuzelijst. • Filter aanpassen — hiermee kunt u het gedrag van het filter bepalen in de clip. • Richting/Stijl — hiermee kunt u de richting en stijl van het begin/ einde van het fragment instellen. Deze optie kan worden ingesteld op statisch, boven/onder, links/rechts, linksboven/rechtsboven en linksonder/rechtsonder.
Batch converteren uitvoeren 1 Klik op Bestand > Batch converteren. 2 Klik op Toevoegen en selecteer de bestanden die u wilt converteren. 3 Selecteer een uitvoerbestand bij Opslaan in map. 4 Selecteer het gewenste uitvoertype bij Opslaan als type. Als u geavanceerde instellingen voor opslaan wilt instellen, klikt u op de knop Opties 5 Klik op Converteren. Het resultaat wordt weergegeven in het dialoogvenster Taakrapport. Klik op OK om de procedure te voltooien.
Videofragmenten toevoegen U kunt videofragmenten op verschillende manieren op de tijdlijn invoegen: • Selecteer een fragment in de bibliotheek en sleep dit naar de video- of overlaytrack. Houd [Shift] ingedrukt als u meerdere fragmenten wilt selecteren. • Klik met de rechtermuisknop op een fragment in de bibliotheek en selecteer Invoegen in: Videotrack of Invoegen in: Overlaytrack. • Selecteer een of meer videobestanden in Windows Verkenner en sleep deze naar de video- of overlaytrack.
Foto's toevoegen Fotofragmenten worden op dezelfde manier aan de videotrack toegevoegd als videofragmenten. Voordat u foto's aan uw project toevoegt, moet u het formaat bepalen dat u voor al uw foto's wilt gebruiken. Corel VideoStudio past standaard het formaat aan om de hoogte-breedteverhouding van de foto te behouden. PSPIMAGE-bestanden (*.pspimage) van Corel PaintShop Pro worden nu ondersteund in Corel VideoStudio.
3 Kies een van de volgende opties: • Lagen — hiermee kunt u de lagen van een bestand opnemen in afzonderlijke tracks • Vlak maken — hiermee kunt u een vlak gemaakte afbeelding in een enkel track invoegen U kunt het bestand ook rechtstreeks naar de tijdlijn slepen. In dat geval worden de lagen automatisch toegevoegd aan afzonderlijke tracks. Als u een afbeelding vlak wilt maken, houdt u [Shift] ingedrukt en sleept u het bestand.
2 Geef in Duur van nieuw fragment een tijdsduur voor uw videofragment op. Opmerking: Als u de oorspronkelijke duur van uw fragment wilt behouden, laat u de oorspronkelijke waarde ongewijzigd. 3 Geef in Framefrequentie het aantal frames op dat op regelmatige tijdstippen moet worden verwijderd tijdens het afspelen van video. Opmerking: Een hogere waarde die in Framefrequentie wordt ingevoerd zal een groter tijdsverloop in uw video creëren.
Tijdsverloop-/Stroboscoopeffecten op uw foto's toepassen 1 Klik op Bestand > Mediabestand invoegen in tijdlijn > Foto invoegen voor Tijdsverloop/Stroboscoop. 2 Blader naar de foto's die u in uw project wilt opnemen en klik op Openen. Opmerking: Het wordt aangeraden om een reeks foto's te kiezen die opeenvolgend met uw DSLR zijn genomen. 3 Geef het aantal frames op dat moet worden behouden en het aantal dat moet worden verwijderd in Behouden en Laten vallen.
4 Geef in Frameduur de belichtingstijd voor elk frame op. 5 Gebruik de afspeelknoppen om een voorbeeld van het effect van de frame-instellingen op uw foto's te bekijken. 6 Klik op OK. Als de waarde van de Framefrequentie hoger is dan 1 en de duur van het fragment hetzelfde blijft, zal het Stroboscoopeffect worden gecreëerd. Als de waarde van de Framefrequentie hoger is dan 1 en de duur van het fragment korter wordt gemaakt, zal het Tijdsverloopeffect worden gecreëerd.
4 U kunt de snelheid verhogen of verlagen door op de knoppen te klikken of een waarde in te voeren in Snelheid. U kunt ook de schuifknop van Traag naar Normaal of Snel slepen. 5 Klik op de knop Afspelen effect. 6 Klik op OK wanneer u klaar bent. voor een voorbeeldweergave van het U kunt variatie toevoegen aan uw project door de afspeelsnelheid van een fragment te wijzigen met verschillende tussenpozen. Door het instellen van de variabele snelheid wordt de audio uit het videofragment verwijderd.
Frame bevriezen gebruiken U kunt Frame bevriezen gebruiken om een bepaald frame in uw video uit te lichten door de weergaveduur van het frame te verlengen. U kunt Frame bevriezen bijvoorbeeld gebruiken om het videoframe te benadrukken wanneer een goal wordt gescoord bij een sportwedstrijd of om een glimlach of een vastgelegde reactie te benadrukken.
Frame bevriezen toepassen 1 Selecteer in de tijdlijn (werkruimte Bewerken) het fragment met het frame dat u wilt bevriezen. 2 Sleep de schuiver naar het frame dat u wilt gebruiken. Het geselecteerde frame wordt in het voorbeeldvenster weergegeven. Opmerking: Met de knoppen Vorige en Volgende in het navigatiepaneel kunt u frame voor frame door een fragment gaan en het gewenste frame selecteren. 3 Klik op het menu Bewerken > Frame bevriezen.
3 Blader naar de vervangende mediafragmenten en klik op Openen. Het fragment op de tijdlijn wordt automatisch vervangen. De duur van het vervangingsfragment moet gelijk of groter zijn dan de duur van het oorspronkelijke fragment. Houd de [Shift]-toets ingedrukt en klik op verschillende fragmenten om twee of meerdere fragmenten op de tijdlijn te selecteren en herhaal het proces om meerdere fragmenten te vervangen.
3 Klik op om het fragment op te splitsen in twee fragmenten. Als u een van deze fragmenten wilt verwijderen, selecteert u het ongewenste fragment en drukt u op [Delete]. Een fragment bijsnijden met de snijmarkeringen en de optie Eén fragment bijsnijden 1 Dubbelklik op een videofragment in de bibliotheek of klik met de rechtermuisknop op een videofragment en kies Eén fragment bijsnijden om het dialoogvenster Eén fragment bijsnijden te openen.
Een fragment direct op de tijdlijn bijsnijden 1 Klik op een fragment op de tijdlijn om het te selecteren. 2 Versleep de Bijsnijdmarkeringen aan weerszijden van het fragment om de lengte te wijzigen. In het voorbeeldvenster wordt de positie van de snijmarkering in het fragment aangegeven. Opmerking: Tip voor Directe tijdcode is een functie van Corel VideoStudio waarmee u fragmenten met een specifieke tijdcode kunt toevoegen.
Duur Snijmarkeringen Opmerking: Wijzigingen die worden aangebracht in het vak Duur van de video, zijn alleen van invloed op de uitschakelingsmarking (eindpunt). De Inschakelingsmarkering (beginpunt) blijft ongewijzigd. Splitsen op scène gebruiken Met de functie Splitsen op scène in de werkruimte Bewerken kunt u verschillende scènes in een videobestand detecteren en deze automatisch opsplitsen in meerdere fragmentbestanden.
In een MPEG-1- of MPEG-2-bestand kunnen scènes alleen gedetecteerd worden op basis van wijzigingen in de inhoud (Frame-inhoud). Splitsen op scène gebruiken voor een DV AVI- of MPEG-bestand 1 Ga naar de werkruimte Bewerken en selecteer een vastgelegd DV AVI-bestand of MPEG-bestand op de tijdlijn. 2 Klik op Opties en klik vervolgens op de knop Splitsen op scène in het Optiepaneel. Het dialoogvenster Scènes wordt geopend. 3 Kies de gewenste scanmethode (DV opnametijd scannen of Frame-inhoud).
Video bijsnijden tot meerdere fragmenten De functie Video multi-bijsnijden is een andere methode waarmee u een fragment in meerdere segmenten kunt opsplitsen. Terwijl Splitsen op scène automatisch wordt uitgevoerd door de toepassing, geeft Video multi-bijsnijden u de volledige controle over de fragmenten die u wilt extraheren, zodat u gemakkelijker alleen de gewenste scènes kunt opnemen.
Onderdeel Beschrijving 1 — Tijdlijn zoomen Sleep deze knop omhoog of omlaag om een videofragment in frames per seconde te verdelen. 2 — AccuCut-tijdlijn Scan een videofragment per frame, zodat u de positie van de begin- en eindpunten exact kunt bepalen. 3— Afspeelsnelheidbesturing Hiermee bekijkt u een voorbeeld van het fragment op verschillende afspeelsnelheden. 4 — Jogwiel Gebruik dit wiel om naar verschillende delen van het fragment te schuiven.
8 Herhaal stappen 4 en 5 tot u alle segmenten hebt gemarkeerd die u wilt bewaren of verwijderen. Opmerking: Als u segmenten wilt markeren, kunt u ook op [F3] en [F4] drukken terwijl de video wordt afgespeeld. U kunt ook op de knop Selectie omkeren klikken of op [Alt+I] drukken om te schakelen tussen het markeren van segmenten die u wilt behouden en het markeren van segmenten die u uit het fragment wilt verwijderen.
Bijgesneden fragmenten opslaan Wanneer u wijzigingen aanbrengt (dat wil zeggen, na het automatisch opsplitsen van fragmenten met Splitsen op scène, het extraheren van fragmenten met Video multi-bijsnijden of het handmatig bijsnijden van fragmenten), komt het vaak voor dat u een definitieve wijziging wilt aanbrengen in het fragment en het bewerkte bestand wilt opslaan.
5 Klik op Bewerken > Een momentopname maken. De momentopname wordt automatisch toegevoegd aan de bibliotheek en in uw werkmap opgeslagen. Fragmenten verbeteren Corel VideoStudio biedt u de mogelijkheid om het uiterlijk van een video- of afbeeldingsfragment te verbeteren door de huidige eigenschappen van het fragment aan te passen. Kleur en helderheid aanpassen 1 Selecteer het video- of afbeeldingsfragment dat u wilt verbeteren op de tijdlijn.
De grootte van een fragment aanpassen of een fragment vervormen 1 Selecteer een fragment op de videotrack en klik vervolgens op het tabblad Kenmerk in het Optiepaneel. 2 Schakel het selectievakje Fragment vervormen in. De gele grepen verschijnen. U kunt nu de volgende acties uitvoeren: • Sleep de gele grepen in de hoeken om de grootte van het fragment proportioneel aan te passen (A). • Sleep de gele grepen aan de zijkanten om de grootte aan te passen zonder de verhoudingen te behouden (B).
• Auto — kiest automatisch een witpunt dat overeenstemt met de globale kleur van uw afbeelding. • Kleur kiezen — hiermee kunt u handmatig het witpunt in de afbeelding selecteren. Gebruik de pipet om een referentiegebied te kiezen dat wit of neutraal grijs moet zijn. • Voorinstellingen voor witbalans — hiermee wordt het witpunt automatisch geselecteerd op basis van de specifieke lichtomstandigheden of scenario's. • Temperatuur — hiermee kunt u de kleurtemperatuur van de lichtbronnen in Kelvin (K) opgeven.
6 Als u Kleur kiezen hebt geselecteerd, kiest u Voorbeeld weergeven om een voorbeeldgebied in het Optiepaneel weer te geven. 7 Wanneer u de cursor naar het voorbeeldgebied sleept, verandert de cursor in een pipetpictogram. 8 Klik om een referentiepunt in uw afbeelding aan te geven dat de kleur wit vertegenwoordigt. 9 Bekijk in het voorbeeldvenster het effect van de nieuwe instellingen op de afbeelding.
Pan- en zoomeffecten toepassen op foto's • Klik met de rechtermuisknop de foto op de tijdlijn en selecteer Automatisch pannen en zoomen. Opmerking: U kunt pannen en zoomen ook toepassen op een foto door te klikken op Pannen en zoomen op het tabblad Foto in het Optiepaneel. U kunt het pan- en zoomeffect aanpassen. In de onderstaande procedure wordt een voorbeeld gegeven waarin eerst wordt ingezoomd op een onderwerp en vervolgens gepand en uitgezoomd om de gehele afbeelding weer te geven.
Een pan- en zoomeffect aanpassen 1 Selecteer op het tabblad Foto de optie Aanpassen onder Pannen en zoomen. 2 In het dialoogvenster Pannen en zoomen geven de kruisdraden in het venster met het origineel de sleutelframes in het afbeeldingsfragment aan waarvoor u de instellingen kunt wijzigen om het pan- en zoomeffect te produceren. 3 Sleep het start sleutelframe, aangegeven door de kruisdraden in het afbeeldingsvenster naar het onderwerp waarop u wilt inzoomen.
5 Sleep de kruisdraden van het sleutelframe Einde naar het gewenste eindpunt. Origineel Voorbeeldweergave 6 Klik op de knop Afspelen effect. 7 Klik op OK om het effect toe te passen op de afbeelding. voor een voorbeeldweergave van het Met extra opties in het dialoogvenster Pannen en zoomen kunt u dit effect verder aanpassen. Klik op de vakken onder Anker om het schermvak op basis van vaste posities in het venster met het origineel te verplaatsen.
124 Corel VideoStudio X9
Overgangen Overgangen zorgen ervoor dat de scènes in uw films soepel van de ene in de andere overlopen. Ze kunnen op enige fragmenten of tussen fragmenten op alle tracks op de tijdlijn worden toegepast. Door op een doeltreffende wijze gebruik te maken van deze functie kunt u uw film een professionele uitstraling geven. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Overgangen toevoegen • Overgangen opslaan en verwijderen Overgangen toevoegen Er zijn 16 overgangstypes in de bibliotheek.
Een overgang toevoegen • Ga in de werkruimte Bewerken als volgt te werk: • Klik op Overgangen in de bibliotheek en selecteer een overgang uit de verschillende categorieën van overgangen in de vervolgkeuzelijst. Blader door de overgangen in de bibliotheek. Selecteer een effect en sleep dit naar een positie tussen twee videofragmenten op de tijdlijn. Laat de muisknop los om het effect op de tijdlijn te plaatsen. U kunt slechts één fragment tegelijk verslepen.
Een overgang automatisch toevoegen 1 Selecteer Instellingen > Voorkeuren en klik op het tabblad Bewerken. 2 Schakel onder Overgangseffect de optie Overgangseffect automatisch toevoegen in. De standaardovergang wordt automatisch toegevoegd tussen fragmenten. Opmerking: Een standaardovergang wordt altijd automatisch toegevoegd tussen overlappende fragmenten, ongeacht of Overgangseffect automatisch toevoegen is ingeschakeld in Voorkeuren.
Als u overgangen nog verder wilt aanpassen, kunt u een van de volgende bewerkingen uitvoeren: • In Standaardduur overgangseffect een waarde invoeren voor het aantal seconden dat overgangen moeten duren tussen fragmenten. • Selecteer een overgangseffect in de vervolgkeuzelijst Standaard overgangseffect. • Klik in Willekeurige effecten op de knop Aanpassen en selecteer overgangen die u wilt gebruiken in uw project als overgangen worden toegevoegd tussen fragmenten.
Een overgang verwijderen uit een project • Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op de overgang die u wilt verwijderen en druk op [Delete]. • Klik met de rechtermuisknop op de overgang en selecteer Verwijderen. • Versleep het overgangseffect om de twee fragmenten te scheiden.
130 Corel VideoStudio X9
Titels en ondertitels Met Corel VideoStudio kunt u binnen enkele minuten professioneel ogende titels maken, compleet met speciale effecten. Zo kunt u bijvoorbeeld openingscredits, afsluitende credits, bijschriften of ondertitels maken.
Het veilige titelgebied weergeven of verbergen 1 Klik op Instellingen > Voorkeuren. 2 Klik onder het tabblad Algemeen op Veilig titelgebied weergeven in voorbeeldvenster. Titels toevoegen met behulp van de bibliotheek Als de categorie Titel actief is in de bibliotheek, kunt u titels toevoegen. U kunt een of meer eenvoudige titels toevoegen of standaardinstellingen gebruiken om geanimeerde titels toe te voegen, zoals rollende credits aan het einde van uw film. U kunt ook aangepaste instellingen opslaan.
5 Dubbelklik op het voorbeeldvenster en voer uw tekst in. Klik buiten het tekstvak als u klaar bent met typen. 6 Herhaal stap 4 en 5 om meer titels toe te voegen. U kunt meerdere titels toevoegen en de kenmerken van elke titel wijzigen. Titelfragmenten kunnen op titel-, video- en overlaytracks worden geplaatst. Een vooraf ingestelde titel aan uw project toevoegen 1 Klik op Titel in het bibliotheekpaneel. 2 Sleep de vooraf ingestelde tekst en zet deze neer op de tijdlijn.
Titels toevoegen met de Ondertiteleditor Met de Ondertiteleditor kunt u titels toevoegen aan video- of audiofragmenten. U kunt ook eenvoudig achtergrondcommentaar toevoegen aan diavoorstellingen of songteksten aan muziekvideo's. Met behulp van tijdcodes kunt u ondertitels nauwkeurig koppelen aan fragmenten wanneer u handmatig ondertitels toevoegt. U kunt ondertitels ook automatisch laten toevoegen op basis van Spraakherkenning om in minder tijd nauwkeurigere resultaten te boeken.
Opmerking: U kunt ook op de knop Voeg een nieuwe ondertitel toe klikken om een ondertitelsegment toe te voegen op de huidige locatie van de schuiver. Als u op deze knop klikt terwijl de schuiver zich op een bestaand ondertitelsegment bevindt, wordt in het programma naadloos een eindpunt voor het bestaande ondertitelsegment en het beginpunt voor een nieuw ondertitelsegment gemaakt. Klik op de knop Waveform-weergave om de audiowaveform van het videofragment weer te geven.
Voor betere resultaten bij de spraakherkenning kunt u het beste video's met duidelijke spraak en minder achtergrondgeluid gebruiken. Deze functie werkt het beste voor zelfstudievideo's, toespraken en videopresentaties. Ondertitelbestanden importeren met de Ondertiteleditor 1 Klik op de knop Importeer ondertitelbestand ondertitelbestanden die u wilt importeren. 2 Klik op Openen. en blader naar De geselecteerde ondertitels worden weergegeven in de lijst met ondertitels.
2 U kunt titels in uw project verder aanpassen door gebruik te maken van de volgende opties: Onderdeel Beschrijving Geselecteerde ondertitels verwijderen — Hiermee wordt het geselecteerde ondertitelsegment verwijderd. Ondertitels samenvoegen — Hiermee worden twee of meer geselecteerde ondertitels samengevoegd. Tijdverschuiving — Hiermee worden tijdverschuivingen voor het begin en einde van ondertitelsegmenten geïntroduceerd.
Tekst opmaken U kunt tekst opmaken door het lettertype, de tekstuitlijning en de tekstrichting te wijzigen. U kunt de tekstrichting bijvoorbeeld instellen als links-naar-rechts, rechts-naar-links of verticaal. U kunt ook randen en schaduwen toevoegen, of de tekst draaien. U kunt een tekstachtergrond toevoegen om uw tekst te projecteren op een vaste of hellende vorm om de tekst te laten uitspringen.
Tekst in het voorbeeldvenster draaien 1 Dubbelklik op een titel in de titeltrack. 2 In het voorbeeldvenster worden gele en paarse grepen rond de tekst weergegeven. 3 Klik en sleep de paarse greep naar de gewenste positie. U kunt de tekst ook draaien met behulp van het Optiepaneel. Geef op het tabblad Bewerken een waarde op bij Aantal graden draaien om de draaihoek in te stellen.
Een tekstachtergrond toevoegen 1 Schakel het selectievakje Achtergrond tekst in. 2 Klik op de knop Kenmerken van achtergrond tekst aanpassen om het dialoogvenster Achtergrond tekst te openen. 3 Selecteer Effen achtergrondbalk of Passend bij tekst. Als u Passend bij tekst hebt gekozen, kiest u in de vervolgkeuzelijst een vorm en stelt u een waarde in het vak Vergroten in. 4 Selecteer in het gedeelte Kleurinstelling de optie Effen of Verloop en selecteer een achtergrondkleur in de kleurenwaaier.
De tekstrand en transparantie wijzigen en schaduwen toevoegen • Klik op de knop Rand/Schaduw/Transparantie kenmerken in met behulp van het dialoogvenster Rand/Schaduw/Transparantie. en stel de Een vooraf ingestelde titel gebruiken 1 Klik op het titelfragment op de tijdlijn en dubbelklik vervolgens op het voorbeeldvenster. 2 Klik op het tabblad Bewerken op de vervolgkeuzelijst Vooraf ingestelde titelstijl en klik op een miniatuur om het effect toe te passen.
De duur van titelfragmenten aanpassen • Voer een van de volgende handelingen uit: • Versleep de grepen van het fragment op de tijdlijn. • Selecteer het fragment op de tijdlijn, open het Optiepaneel, klik op het tabblad Bewerken en geef een waarde op in het vak Duur. Teksteffecten en -animaties toepassen U kunt hulpmiddelen voor tekstanimatie, zoals Faden, Bewegingspad en Laten vallen, gebruiken om uw tekst te laten bewegen.
6 Voor sommige animatie-effecten kunt u de grepen voor de pauzeduur verslepen, die worden weergeven in het navigatiegedeelte van het Spelerpaneel, om aan te geven hoe lang de tekst moet blijven stilstaan wanneer deze op het scherm verschijnt en voordat deze van het scherm verdwijnt. Grepen voor pauzeduur Titelfilters op de huidige tekst toepassen 1 Klik in de bibliotheek op Filter en selecteer Titeleffecten in de vervolgkeuzelijst Galerij.
Opmerking: Wanneer er meer dan een titelfilter is toegepast op een fragment, kunt u de volgorde van filters wijzigen door op de pijl Filter omhoog verplaatsen of Filter omlaag verplaatsen te klikken, die rechts van de lijst met filters op het tabblad Kenmerken worden weergegeven. Het wijzigen van de volgorde van de titelfilters heeft verschillende gevolgen voor uw videofragment.
Een bewegende titel converteren naar een animatiebestand (UISX) 1 Klik in de tijdlijn op een fragment met bewegende elementen op de titeltrack. 2 Klik met de rechtermuisknop op het fragment en kies Converteren naar animatie. Het UISX-bestand wordt toegevoegd aan de bibliotheek (categorie Video's).
146 Corel VideoStudio X9
Graphics De grafische bibliotheek bevat kleurfragmenten, objecten, frames en Flash-animatie. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Kleurfragmenten toevoegen • Kleurpatronen toevoegen • Achtergronden toevoegen • Objecten of frames toevoegen • Flash-animaties toevoegen • Objecten, frames en animaties aanpassen Kleurfragmenten toevoegen Kleurfragmenten zijn effen gekleurde achtergronden. U kunt de vooraf ingestelde kleurfragmenten gebruiken of nieuwe kleurfragmenten maken in de bibliotheek.
3 Als u een kleur wilt laden die zich niet in de bibliotheek bevindt, klikt u op de knop Toevoegen naast het keuzevak Galerij. In het dialoogvenster Nieuw kleurfragment kunt u een kleur selecteren met behulp van Corel-kleurkeuze of Windows-kleurkeuze. 4 Klik op het tabblad Opties om de duur van het kleurfragment in te stellen in het Optiepaneel. Kleurpatronen toevoegen Kleurpatronen kunnen worden gebruikt als decoratieve achtergrond.
Achtergronden toevoegen U kunt decoratieve achtergronden toevoegen aan uw video's. De standaardachtergronden bevatten een scala aan kleurrijke afbeeldingen die u kunt gebruiken om video's visueel aantrekkelijker te maken. Een achtergrondfragment in de Achtergrondbibliotheek selecteren 1 Selecteer Grafisch in het paneel Bibliotheek en kies de optie Achtergrond in de vervolgkeuzelijst Galerij. 2 Kies de gewenste achtergrond zoals weergegeven in de bibliotheek en sleep deze naar de video- of overlaytrack.
4 Klik op het tabblad Kenmerk om de grootte en positie van het object of frame te wijzigen. Opmerking: U kunt de grootte van een object ook wijzigen door op het object te dubbelklikken in het voorbeeldvenster en de gele grepen te verslepen. Object Frame Flash-animaties toevoegen Breng uw video's tot leven door Flash-animaties als overlayfragmenten toe te voegen. Een Flash-animatie toevoegen 1 Selecteer Grafisch in het paneel Bibliotheek en kies de optie Flash-animatie in de vervolgkeuzelijst Galerij.
Objecten, frames en animaties aanpassen Gebruik de verschillende opties die beschikbaar zijn op de tabbladen Bewerken en Kenmerk om uw object en frame aan te passen. U kunt animaties toevoegen, transparantie toepassen, de grootte van het object of frame wijzigen en meer.
152 Corel VideoStudio X9
Videofilters Videofilters zijn effecten die u kunt toepassen op fragmenten om de stijl of het uiterlijk van het fragment te wijzigen. Het gebruik van filters is een creatieve manier om uw fragmenten te verbeteren of onvolmaaktheden in uw video te corrigeren. U kunt een fragment er bijvoorbeeld laten uitzien als een schilderij of de kleurbalans van het fragment verbeteren.
Een videofilter toepassen op een foto of fragment in de videotrack 1 Klik op knop Filter in de bibliotheek om de miniaturen van verschillende filtervoorbeelden weer te geven. Als u de filters in de bibliotheek per categorie wilt weergeven, selecteert u een filtercategorie in het keuzevak Galerij. 2 Selecteer het fragment op de tijdlijn en kies vervolgens het videofilter uit de miniaturen die in de bibliotheek worden getoond. 3 Sleep het videofilter en zet dit neer op het fragment in de videotrack.
Een filter markeren als favoriet 1 Klik op knop Filter in de bibliotheek om de miniaturen van verschillende filtervoorbeelden weer te geven. 2 Selecteer het videofilter dat u wilt markeren als favoriet uit de miniaturen in de bibliotheek. 3 Klik op de knop Toevoegen aan mijn Favorieten toe te voegen aan de categorie Favorieten. om het filter U kunt ook specifieke filteraanpassingen opslaan.
Wanneer er meerdere videofilters zijn toegepast op een fragment, kunt u de volgorde van de filters wijzigen door op of te klikken. Het wijzigen van de volgorde van de videofilters heeft verschillende gevolgen voor uw fragment. Filters aanpassen Corel VideoStudio biedt u de gelegenheid om videofilters op verschillende manieren aan te passen, bijvoorbeeld door sleutelframes aan uw fragmenten toe te voegen. Met sleutelframes kunt u een verschillend kenmerk of gedrag aan uw videofilter toekennen.
Sleutelframeknoppen Opmerking: U kunt het muiswiel gebruiken voor in- of uitzoomen op de tijdlijn voor de nauwkeurige plaatsing van sleutelframes. 4 Klik op Sleutelframe toevoegen om het betreffende frame in te stellen als sleutelframe in het fragment. U kunt de instellingen van het videofilter voor dat specifieke frame aanpassen. Opmerking: Er verschijnt een ruitvormige markering op de tijdlijn die aangeeft dat het frame een sleutelframe is in het fragment.
• Als u naar het volgende sleutelframe wilt gaan, klikt u op Ga naar volgend sleutelframe . • Als u naar het vorige sleutelframe wilt gaan, klikt u op Ga naar vorig sleutelframe . 7 Klik op Fade in te brengen. 8 Pas de instellingen van het videofilter aan uw voorkeuren aan. 9 Bekijk een voorbeeld van de wijzigingen die u hebt aangebracht door op Afspelen dialoogvenster. en Fade uit om fadepunten in uw filter aan te klikken in het voorbeeldvenster van het 10 Klik op OK wanneer u klaar bent.
Overlayfragmenten Wanneer u meerdere overlaytracks toevoegt, hebt u meer creatieve mogelijkheden voor uw film. U kunt fragmenten op een achtergrondvideo plaatsen, waarbij delen van de overlay transparant zijn, een videomasker gebruiken of u kunt objecten en frames toevoegen aan uw video en zelf beheren hoe deze met de achtergrond worden samengevoegd.
Een fragment aan de overlaytrack toevoegen 1 Selecteer in de bibliotheek de mediamap met het overlayfragment dat u wilt toevoegen aan uw project. 2 Sleep het mediafragment vanuit de bibliotheek naar de overlaytrack op de tijdlijn. Opmerking: U kunt ook kleurfragmenten als overlayfragmenten gebruiken. Als u meer tracks wilt toevoegen, raadpleegt u “Tracks toevoegen en omwisselen” op pagina 88. 3 160 Als u het overlayfragment wilt aanpassen, klikt u op het tabblad Kenmerk.
Overlayfragmenten aanpassen U kunt eenvoudig verschillende effecten op uw project toepassen als u weet hoe u overlayfragmenten en -tracks kunt gebruiken. Een fragment in de video- en overlaytracks splitsen 1 Klik op Project als afspeelmodus en versleep de schuifbalk naar het gedeelte dat u wilt knippen. 2 Klik op de knop Clip opsplitsen . De positie van een overlayfragment wijzigen • Voer een van de volgende handelingen uit: • Sleep het overlayfragment naar het gewenste gebied in het voorbeeldvenster.
Het formaat van een overlayfragment wijzigen • Sleep in het voorbeeldvenster de grepen op het overlayfragment om de grootte te wijzigen. Opmerking: Wanneer u een gele hoekgreep versleept, blijft de hoogte-/breedteverhouding behouden terwijl u de grootte van het fragment wijzigt. De uitlijning en grootte van het overlayfragment opgeven • Klik op Uitlijningsopties op het tabblad Kenmerk en klik op de gewenste optie voor het beoogde effect. Hiermee worden grootte en positie van het overlayfragment aangepast.
Wanneer u het groene knooppunt selecteert, wordt de muisaanwijzer een kleinere pijl met een zwart vakje aan zijn staart. Houd [Shift] ingedrukt terwijl u de groene knooppunten versleept om de vervorming binnen het selectievenster van het huidige fragment te houden. Overlayfragmenten combineren om een Ultra HD-video (4K) te maken Sommige Ultra HD (4K-resolutie) video's worden gemaakt door vier full HD-bestanden te combineren die zijn opgenomen met een 4K-camera.
4 Verplaats de overlayfragmenten. Zie “Overlayfragmenten aanpassen” op pagina 161 voor meer informatie. Zelfs als u de video niet hebt gerenderd, kan de Ultra HD-video (4K) als *.vsp-bestand worden geïmporteerd in een nieuw project om het bewerken te vergemakkelijken.
De algehele transparantie van overlayfragmenten aanpassen U kunt snel de algehele transparantie van een overlayfragment aanpassen en een semitransparant effect bereiken. Zie “Overlayfragmenten samenvoegen met de achtergrond” op pagina 166 als u meer controle wilt over de manier waarop overlayfragmenten met de achtergrond worden samengevoegd. Transparantie toepassen op een overlayfragment 1 Klik op het tabblad Kenmerk op de Masker- & chromatoets.
3 Klik op het kleurvak Rand naast de pijltoetsen om de kleur van de rand in te stellen. Overlayfragmenten samenvoegen met de achtergrond U kunt opgeven hoe overlayfragmenten worden samengevoegd met de achtergrond met verschillende 'sleutel'-opties: • Chromatoets — Hiermee verwijdert u een specifieke kleur uit een overlayfragment.
• Sleutel toevoegen — Hiermee worden de kleurwaarden van het overlayfragment toegevoegd aan de waarden van de onderliggende kleuren. U kunt de schuifregelaar Mengen/transparantie gebruiken om de transparantie aan te passen. Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type sleutel dat u kiest. U kunt experimenteren met de instellingen totdat u het gewenste uiterlijk hebt verkregen.
3 Experimenteer met een van de volgende instellingen om het gewenste resultaat te bereiken (de beschikbare opties zijn afhankelijk van het type dat u selecteert): • Gamma — Is van invloed op het afbeeldingscontrast en kan worden gebruikt voor het lichter (schuif naar rechts verplaatsen) of donkerder maken (schuif naar links verplaatsen) van de afbeelding als geheel. • Min — Kan naar rechts worden verplaatst om de lichtste pixels van de afbeelding donkerder te maken.
Een maskerframe toevoegen Door een masker aan een overlayfragment toe te voegen, wordt een vorm rond het fragment geplaatst die u doorzichtig of transparant kunt maken. Een maskerframe toevoegen 1 Klik op Masker- & chromatoets op het tabblad Kenmerk. 2 Klik op Overlayopties selecteren en selecteer Masker frame in de vervolgkeuzelijst Type. 3 Selecteer een maskerframe. 4 Bekijk in het voorbeeldvenster het effect van de nieuwe instellingen op de afbeelding.
5 Als u een maskerframe wilt importeren, moet u eerst een masker voor uw project maken. Klik op en blader naar het afbeeldingsbestand. Opmerking: U kunt elk afbeeldingsbestand gebruiken voor een masker. Als uw masker niet de vereiste 8-bits bitmapindeling heeft, converteert Corel VideoStudio het masker automatisch. U kunt programma's zoals Corel PaintShop Pro en CorelDRAW gebruiken om een afbeeldingsmasker te maken.
U kunt op heel veel manieren een eigen videomasker maken. Begin bijvoorbeeld een nieuw project en voeg vanuit de categorie Afbeeldingen in de bibliotheek een zwart kleurstaal en een wit kleurstaal toe aan de tijdlijn. Pas een overgang toe en stem de duur af op de twee stalen. Sla uw project op als videobestand (zoals MPEG 4, AVI of MOV). U kunt het bestand vervolgens importeren als videomasker. Een videomasker toepassen op een overlayfragment 1 Selecteer een overlayfragment in de tijdlijn.
172 Corel VideoStudio X9
Beweging volgen Corel VideoStudio biedt u de mogelijkheid om volgpaden te maken in videofragmenten en specifieke elementen in uw video te volgen. Met Beweging volgen wordt een einde gemaakt aan de meervoudige en steeds herhaalde stappen van het toevoegen van objecten aan de tijdlijn en het gebruik van sleutelframes om beweging op te wekken.
Als u er de voorkeur aan geeft om handmatig overlays en titels van animatie te voorzien om deze af te stemmen op uw hoofdvideo in de achtergrond, kunt u de functie Beweging aanpassen gebruiken.
Onderdeel Beschrijving 1 — Tracker Hiermee wordt het object dat wordt gevolgd gespecificeerd om het volgpad te genereren. Dit kan ook als gebied worden weergegeven, afhankelijk van het geselecteerde trackertype. 2— Afspeelbesturing Knoppen waarmee het afspelen van video wordt bestuurd. 3— Tijdlijnbesturing De videotijdlijn plus de knoppen voor zoomen en in-/uittracken.
Inzoomen/Uitzoomen — Hiermee wordt uw weergave van de videotijdlijn aangepast. Volgpad weergeven — Hiermee wordt het volgpad weergegeven of verborgen in het voorbeeldvenster. Het oog van elke tracker geeft de status ervan aan. Als de tracker is ingeschakeld, wordt een open oog weergegeven en is de tracker zichtbaar in het voorbeeldvenster. Als de tracker is uitgeschakeld, wordt een gesloten oog weergegeven en wordt de geselecteerde tracker verborgen.
Aangepast object toevoegen — Hiermee wordt een aangepast object toegevoegd en kunt u de positie aanpassen vanuit de vervolgkeuzelijst Positie of het voorbeeldvenster. Annuleren — Hiermee wordt het dialoogvenster Beweging volgen gesloten en worden alle wijzigingen die zijn aangebracht in de video verwijderd. OK — Hiermee wordt het dialoogvenster Beweging volgen gesloten en wordt het gevolgde pad bewaard als videokenmerk.
3 Sleep de tracker naar het gedeelte van de video dat u wilt volgen. In het voorbeeld wordt de tracker naar het gezicht van de jongen gesleept. Het gebied wordt vergroot om u een beter zicht op uw selectie te bieden. 4 Kies een van de volgende trackers in het gebied Volgtype: • Tracker instellen als punt (standaard) u één trackingpunt instellen. • Tracker instellen als gebied — hiermee kunt — hiermee kunt u een vast trackinggebied instellen.
• Multipunttracking instellen — hiermee kunt u een dynamisch trackinggebied instellen waarvan het formaat en de vorm worden aangepast wanneer het object dichter bij de camera komt, hier verder vandaan beweegt of van hoek verandert. Sleep de vier knooppunten naar de binnenranden van het gebied dat u wilt volgen. Dit soort tracker past automatisch een mozaïekvervaging toe. Zie “Delen van gevolgde objecten laten vervagen” op pagina 199 voor meer informatie. 5 Klik op de knop Beweging volgen .
Beweging gelijkmaken met een volgpad Met de functie Beweging gelijkmaken kunt u automatisch de beweging van overlays en titels afstemmen op een volgpad om het effect te creëren van één element dat een ander volgt. Zo kunt u bijvoorbeeld een bewegende persoon in een video identificeren door een titelnaam af te stemmen op zijn volgpad.
Onderdeel Beschrijving 1 — Afspeelbesturing Knoppen waarmee het afspelen van video wordt bestuurd. 2 — Tijdlijnbesturing De videotijdlijn plus de zoomknoppen. 3 — Kenmerkpaneel Hiermee worden de knoppen Positie, Grootte, Dekking, Rotatie, Schaduw, Rand, Spiegelen en Ease-in/uit gedefinieerd. 4 — Voorbeeldvenster Hiermee wordt de huidige video die wordt afgespeeld getoond. 5 — Gelijkgemaakt object Hiermee wordt bepaald waar het gelijkgemaakte object wordt geplaatst.
Knoppen en opties voor het gelijkmaken/aanpassen van beweging Sleutelframe toevoegen — Hiermee wordt een sleutelframe toegevoegd. Sleutelframe verwijderen — Hiermee wordt een sleutelframe verwijderd. Naar het vorig sleutelframe terugkeren — Hiermee gaat u naar het vorige beschikbare sleutelframe. Sleutelframe omkeren — Hiermee wordt het huidige sleutelframe omgekeerd. Sleutelframe naar links verplaatsen — Hiermee wordt het huidige sleutelframe één stap naar links verplaatst.
Annuleren — Hiermee wordt het dialoogvenster Beweging aanpassen/Beweging gelijkmaken gesloten en worden alle wijzigingen die zijn aangebracht in de video verwijderd. OK — Hiermee wordt het dialoogvenster Beweging aanpassen/Beweging gelijkmaken gesloten en wordt het gevolgde pad bewaard als kenmerk van een videofragment.
Objectvervormingsvenster weergeven Hiermee wordt het objectvervormingsvenster weergegeven of verborgen waarmee de oriëntatie van het videofragment of overlayobject wordt bestuurd. Rasterlijnen weergeven Hiermee wordt het venster Opties voor rasterlijnen geopend waarmee de instellingen voor rasterlijnen worden gewijzigd. Achtergrondvideo weergeven Hiermee worden de andere tracks op de tijdlijn weergegeven of verborgen.
3 Klik met de rechtermuisknop op de titel in de titeltrack en selecteer Beweging gelijkmaken. Hiermee wordt het dialoogvenster Beweging gelijkmaken geopend. 4 Als u meer dan één tracker hebt, selecteert u de tracker die u wilt gelijkmaken. In de voorbeeldvideo wordt Tracker 01, die het volgpad van de jongen aangeeft, geselecteerd. 5 Pas de eigenschappen van uw titel aan de vereisten van uw project aan. Telkens als u een waarde instelt, wordt een sleutelframe toegevoegd.
In dit voorbeeld worden waarden voor Verschuiving aangepast om de ideale afstand tussen de jongen en de titel in te stellen. De waarden voor Grootte en Dekking worden eveneens aangepast om er zeker van te zijn dat de titel tegelijkertijd zichtbaar en een beetje doorzichtig is. Opmerking: Als u het fragment moet omdraaien en verplaatsen binnen de video, kunt u de waarden onder Verschuiving en Rotatie instellen. U hebt tevens de mogelijkheid om een schaduw en rand toe te voegen of uw beeld te spiegelen.
6 Speel de video af om uw animatie te testen. Klik op OK als u klaar bent. Het resultaat van ons voorbeeldproject wordt hieronder weergegeven. U kunt de eigenschappen van uw overlays en titels fijnafstemmen met behulp van sleutelframes, door de tracker te verslepen en door waarden aan te passen in het dialoogvenster Beweging gelijkmaken. De koppeling tussen overlayfragmenten en volgpaden verbreken • Klik met de rechtermuisknop op het overlayfragment en selecteer Beweging verwijderen.
4 5 6 7 8 1 2 3 Dialoogvenster Beweging aanpassen Onderdeel Beschrijving 1 — Afspeelbesturing Knoppen waarmee het afspelen van video wordt bestuurd. 2 — Tijdlijnbesturing De videotijdlijn plus de zoomknoppen. 3 — Kenmerkpaneel Hiermee worden de knoppen Positie, Grootte, Dekking, Rotatie, Schaduw, Rand, Spiegelen en Ease-in/uit gedefinieerd. 4 — Voorbeeldvenster Hiermee wordt de huidige video die wordt afgespeeld getoond.
Onderdeel Beschrijving 5 — Bewegingspad Het pad van de beweging, zoals dat handmatig is ingesteld. Deze knop wordt uitsluitend weergegeven in het dialoogvenster Beweging aanpassen. 6— Objectvervormingsvenster Hiermee wordt de oriëntatie van het videofragment of overlayobject bestuurd. 7— Sleutelframebesturing Hiermee wordt de positie/verschuiving van sleutelframes toegevoegd, verwijderd en bestuurd.
Een bewegingspad aanpassen 1 Klik met de rechtermuisknop op een achtergrondvideo of een overlayfragment op de tijdlijn en selecteer Beweging aanpassen. Het dialoogvenster Beweging aanpassen verschijnt. In dit voorbeeld wordt de titel weergegeven met een bewegingspad dat een rechte lijn volgt. 2 Wijzig de vorm van uw bewegingspad door lijnsegmenten en knooppunten van sleutelframes te verslepen.
3 Pas de eigenschappen van uw titel aan de vereisten van uw project aan. Telkens als u een waarde instelt, wordt een sleutelframe toegevoegd. In het onderstaande voorbeeld wordt de titel weergegeven nadat u de waarden voor Positie, Grootte en Rotatie hebt aangepast. Opmerking: U hebt tevens de mogelijkheid om de dekking te wijzigen, een schaduw en rand toe te voegen en uw beeld te spiegelen door de waarden onder Dekking, Schaduw, Rand en Spiegelen aan te passen.
192 Corel VideoStudio X9
Volgpaden Corel VideoStudio biedt u de mogelijkheid specifieke punten of gebieden te volgen om bewegingspaden te creëren. Dit pad geeft de locatie van het geselecteerde punt of gebied binnen de reeks van videoframes aan. Wanneer u over volgpaden beschikt, kunt u ervoor kiezen om gelijkgemaakte objecten toe te voegen in het trackergebied of video-elementen laten vervagen met behulp van de tracker.
4 Versleep de tracker naar de nieuwe positie van het sleutelframe. 5 Klik op de knop Beweging volgen om het pad opnieuw te volgen. De tracker gaat door met volgen aan de hand van de nieuwe positie van het sleutelframe. Als u de volgpunten aanpast, kunt u de beweging van gelijkgemaakte objecten fijnafstemmen of vloeiender laten verlopen. De duur van een volgpad definiëren 1 Versleep de schuiver naar het punt waar u het volgen van de beweging wilt laten beginnen. Klik op de knop Intracken 2 .
Volgpaden opnieuw instellen U kunt het huidige volgpad opnieuw instellen en een nieuw gebied om te volgen selecteren door een van de volgende bewerkingen uit te voeren: • Het volgpunt naar een andere locatie slepen. • Sleep de schuiver naar een andere locatie en klik op de knop Intracken . • Klik op de knop Opnieuw instellen . Trackers weergeven of verbergen • Klik op of om trackers weer te geven of te verbergen.
2 Sleep de tracker naar het gedeelte van de video dat u wilt volgen. In ons voorbeeld wordt de tweede tracker naar een stilstaande visladder op het meer gesleept. 3 Klik op de knop Beweging volgen . Als Volgpad weergeven wordt geselecteerd, worden de paden van beide trackers weergegeven en wordt de geselecteerde tracker gemarkeerd. In het voorbeeld volgt tracker 1 de jongen terwijl tracker 2 de stilstaande visladder op het meer volgt.
4 Klik op OK. U kunt een tracker verwijderen door een tracker te selecteren en op de knop Tracker verwijderen te klikken. Naam van trackers wijzigen 1 Selecteer een tracker en klik op de knop Trackernaam wijzigen 2 Geef de nieuwe trackernaam op in het dialoogvenster Trackernaam wijzigen. 3 Klik op OK. . Objecten op volgpaden gebruiken Gelijkgemaakte objecten toevoegen 1 Schakel in het venster Beweging volgen de optie Aangepast object toevoegen in.
2 Pas de positie van het gelijkgemaakte object aan door een van de volgende bewerkingen uit te voeren: • Kies een optie in de vervolgkeuzelijst Positie. • Sleep de gelijkgemaakte objectmarkering naar uw voorkeurspositie in het voorbeeldvenster. 3 Sleep in het voorbeeldvenster de hoeken van het gelijkgemaakte object om de grootte te wijzigen. 4 Volg de beweging zoals opgegeven in eerdere procedures om het volgpad te genereren. 5 Klik op OK.
Delen van gevolgde objecten laten vervagen 1 Klik op de knop Mozaïek toepassen in het dialoogvenster Beweging volgen om de mozaïek in te schakelen en klik op de pijl naast de knop om een Rechthoek of Cirkel te selecteren. Opmerking: Als u een multipunttracker hebt gebruikt, zijn de vormopties niet beschikbaar, omdat de vorm dynamisch is en wordt bepaald door de beweging van het object. Het gebied dat u wilt doen vervagen wordt als raster weergegeven in het voorbeeldvenster.
3 Volg de beweging zoals opgegeven in eerdere procedures om het volgpad te genereren. Het gebied van het gevolgde object vertoont een mozaïekachtig effect als u de video bekijken in het voorbeeldvenster van het hoofdprogramma. 4 200 Klik op OK.
In combinatie met beweging volgen, is deze functie het meest nuttig bij het doen vervagen van elementen die u niet wilt weergeven in uw video. Enkele voorbeelden hiervan zijn het doen vervagen van de gezichten van personen om hun identiteit te beschermen en het afdekken van kentekenplaten van motorvoertuigen om veiligheidsredenen of het onleesbaar maken van bedrijfslogo's waarop een handelsmerk rust.
Selecteer Alle zichtbare paden exporteren om alle zichtbare volgpaden op te slaan. Alle opgeslagen volgpaden worden geconverteerd naar generieke bewegingspaden zonder de snelheids- en tijdeigenschappen die er eerder aan waren gekoppeld. Paden importeren in de Padbibliotheek 1 Klik op de knop Pad importeren 2 Blader naar het padbestand en klik op Openen. . Paden exporteren vanuit de Padbibliotheek 1 Klik op de knop Pad exporteren exporteren wordt geopend.
Audio Audio is een van de elementen die het succes van uw videoproductie bepalen. Corel VideoStudio biedt u de mogelijkheid om gesproken tekst, muziek en geluidseffecten aan uw project toe te voegen. De audiofunctie in Corel VideoStudio bestaat uit vier tracks. U kunt de gesproken tekst op de stemtrack en de achtergrondmuziek en geluidseffecten op de muziektrack invoegen.
Audiobestanden toevoegen U kunt audiobestanden op een van de volgende manieren aan uw project toevoegen: • U kunt audiobestanden toevoegen aan de bibliotheek vanaf een lokaal station of netwerkstation. (U vindt de van royalty's gevrijwaarde muziek van Triple Scoop in de bibliotheek). • Audio rippen vanaf een cd • Een stemfragment opnemen • Auto muziek gebruiken Opmerking: U kunt audio ook uit een videobestand halen.
4 Klik op Starten en spreek in de microfoon. 5 Druk op [Esc] of klik op [Spatiebalk] om de opname te stoppen. 6 De beste manier om gesproken tekst op te nemen is om dit in sessies van 10 tot 15 seconden te doen. Dat maakt het gemakkelijker om een slechte opname te verwijderen en opnieuw uit te voeren. U kunt de opname verwijderen door het fragment op de tijdlijn te selecteren en op [Delete] te drukken.
Audio ducking gebruiken 1 Zorg dat de track waarop u demping wilt toepassen zich onder de video-, overlay- of stemtrack bevindt die u wilt gebruiken in de tijdlijnweergave (werkruimte Bewerken). 2 Klik met de rechtermuisknop op de muziektrack die u wilt dempen en kies Audio Ducking. 3 Pas de volgende schuifregelaars aan in het dialoogvenster Audio Ducking: • Duckingniveau — Hiermee wordt de hoeveelheid bepaald waarmee het volume wordt verlaagd. Hoe hoger de waarde, hoe lager het volume.
In deze voorbeelden is de stem de paarse track en is de muziek de blauwe track. De gele lijn in elk voorbeeld duidt aan wanneer en met hoeveel het volume van de muziektrack wordt verlaagd via het toepassen van verschillende gevoeligheidsinstellingen voor Audio ducking: Bovenkant = 0, Midden = 2 en Onderkant = 30. In dit voorbeeld gaf de instelling 2 het beste resultaat.
Een audiotrack van een videofragment splitsen Met Corel VideoStudio kunt u het audiogedeelte van een bestaand videofragment opnemen als audiotrack. Bij videofragmenten die audio bevatten, wordt een audiopictogram weergegeven. Een audiotrack van een videofragment splitsen 1 Selecteer het gewenste videofragment. 2 Klik met de rechtermuisknop op het videofragment en selecteer Audio splitsen. Hierdoor wordt een nieuwe audiotrack gegenereerd.
Muziek toevoegen met Auto muziek 1 Klik op de knop Auto muziek op de werkbalk. 2 Selecteer het gewenste muziektype in de lijst Categorie. 3 Selecteer een nummer in de lijst Lied. 4 Selecteer de versie van het nummer in de lijst Versie. Het venster Auto muziek wordt geopend. Klik op de knop Geselecteerd nummer afspelen als u de selectie wilt beluisteren 5 . Klik op de knop Toevoegen aan tijdlijn als u het gewenste nummer hebt gevonden.
Audio normaliseren toepassen op meerdere fragmenten met audio 1 Ga naar de werkruimte Bewerken en selecteer de audiofragmenten die u wilt uitbalanceren. Als u meerdere fragmenten wilt selecteren, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op de fragmenten klikt. 2 Klik met de rechtermuisknop op een geselecteerd fragment en kies Audio normaliseren. Fragmentvolumebeheer gebruiken U vindt het volumebeheer op het tabblad Muziek en stem.
Audiofragmenten bijsnijden • Voer een van de volgende handelingen uit: • Versleep een greep vanaf het begin of vanaf het einde om een fragment in te korten. Opmerking: Als u een audiofragment hebt geselecteerd, zijn er op de tijdlijn twee grepen beschikbaar die gebruikt kunnen worden bij het bijsnijden. • Versleep de snijmarkeringen. • Verplaats de Schuiver en klik op de knoppen Inschakelingsmarkering/Uitschakelingsmarkering.
Audioduur uitrekken Met de functie voor tijd uitrekken kunt u een audiofragment uitrekken zonder de toonhoogte te vervormen. Meestal resulteert het uitrekken van audiofragmenten voor projecten in een vervormd geluid. Met de functie Tijd uitrekken lijkt het net of het audiofragment langzamer wordt afgespeeld. Wanneer u een audiofragment met 50-150% uitrekt, wordt het geluid echter niet vervormd. Als het daarboven of daaronder wordt uitgerekt, kan het geluid mogelijk wel vervormen.
Fade-in of fade-uit toepassen Achtergrondmuziek die aan het begin en einde langzaam harder en zachter wordt, wordt vaak gebruikt om overgangen vloeiend te laten verlopen. Fade-effecten toepassen op uw audiofragmenten • Klik op de knoppen Fade-in en Fade-uit . Geluidsmix gebruiken De volumeregeling van uw fragmenten vormt de sleutel voor het maken van een goede mix van gesproken tekst, achtergrondmuziek en de bestaande audio van uw videofragmenten.
Stereokanalen aanpassen In stereobestanden (twee kanalen) stelt één waveform de linker- en rechterkanalen voor. De stereomodus gebruiken 1 Ga naar Instellingen > Projecteigenschappen. 2 Selecteer in het dialoogvenster Projecteigenschappen het gewenste bestandsformaat in de vervolgkeuzelijst Projectformaat. 3 Klik op Bewerken. 4 Klik in het dialoogvenster Profielopties wijzigen op het tabblad Compressie. 5 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Audioformaat de optie Dolby Digital Audio.
De Surround Sound-mixer gebruiken In tegenstelling tot een stereostream met twee audiokanalen heeft Surround Sound vijf afzonderlijke audiokanalen die zijn gecodeerd in één bestand dat wordt verzonden naar vijf luidsprekers en één subwoofer. Met de Surround Sound-mixer kunt u geluid rond de luisteraar plaatsen, waarbij u audio uitvoert via de 5.1-configuratie van meerdere luidsprekers.
De Surround Sound-modus gebruiken 1 Ga naar Instellingen > Projecteigenschappen. 2 Selecteer in het dialoogvenster Projecteigenschappen het gewenste bestandsformaat in de vervolgkeuzelijst Projectformaat. 3 Klik op Bewerken. 4 Klik in het dialoogvenster Profielopties wijzigen op het tabblad Compressie. 5 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Audioformaat de optie Dolby Digital Audio. 6 Selecteer in het gedeelte Audio-instellingen de optie 3/2 (L, C, R, SL, SR) in het keuzevak Audiotype.
Een audiokanaal dupliceren In audiobestanden worden de stemmen soms van het achtergrondgeluid gescheiden en in verschillende kanalen geplaatst. Door een audiokanaal te dupliceren, kunt u het geluid van het andere kanaal dempen. Klik op de knop Geluidsmix in de werkbalk om een audiokanaal te dupliceren. Klik op het tabblad Kenmerk en selecteer Audiokanaal dupliceren. Kies welk audiokanaal u wilt dupliceren. Dit kan Links of Rechts zijn.
Audiofilters toepassen 1 Klik in de Bibliotheek op 2 Klik op de knop Audiofilters tonen om de filters weer te geven. als u alleen de audiofilters wilt weergeven. 3 Sleep het audiofilter naar de Tijdlijn en zet deze neer op een audioclip of een videoclip met audio. U kunt een audiofilter ook toepassen vanuit het Optiepaneel wanneer u een audiofragment hebt geselecteerd. Klik op het tabblad Muziek & stem van het Optiepaneel op Audiofilter.
Painting Creator Painting Creator is een functie van Corel VideoStudio waarmee u schilderijen, tekeningen of pennenstreken als animatie of foto kunt opslaan om ze als overlayeffect te gebruiken in uw project.
Werken met Painting Creator Het venster Painting Creator geeft u toegang tot alle gereedschappen die u nodig hebt voor het vastleggen en opslaan van uw animatie of tekening. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de elementen en functies in het venster Painting Creator. Basiselementen van de interface van Painting Creator 1 3 4 2 5 Onderdeel Beschrijving 1 — Penseeldikte Hiermee definieert u de dikte van uw penseel aan de hand van een paar schuifregelaars en een voorbeeldvenster.
Onderdeel Beschrijving 4 — Kleurenpalet Hiermee kunt u een kleur kiezen of opgeven door een kleur te selecteren in Corel-kleurkeuze of Windows-kleurkeuze. U kunt ook een kleur kiezen door op het pipet te klikken. 5 — Galerij Deze functie bevat de miniaturen van de animaties en foto's die u hebt gemaakt. Besturingselementen en schuifregelaars van Painting Creator Knop Nieuw/Wissen — hiermee wordt een nieuw canvas/voorbeeldvenster geopend.
Knop Wismodus — hiermee kunt u uw schilderij/animatie schrijven of wissen. Knop Ongedaan maken — hiermee kunt u acties ongedaan maken of opnieuw uitvoeren in stilstaande of animatiemodus. Knop Opnieuw — hiermee kunt u acties ongedaan maken of opnieuw uitvoeren in stilstaande of animatiemodus. Knoppen Opname starten/ Momentopname — hiermee wordt uw schildersessie opgenomen of uw schilderij toegevoegd aan de Galerij. De knop Momentopname verschijnt alleen in de stilstaande modus.
Knop OK — hiermee sluit u Painting Creator af en voegt u de animaties in *.uvp-formaat en de afbeeldingen in *.png-formaat toe aan de bibliotheek van Corel VideoStudio. Knop Sluiten — hiermee sluit u het dialoogvenster van de module Painting Creator. Painting Creator starten • Klik op Extra > Painting Creator. Animaties en afbeeldingen in de bibliotheek importeren • Selecteer in het venster Painting Creator de miniaturen die u in de Galerij wilt opnemen en klik op OK.
Opmerking: Painting Creator wordt standaard gestart in de animatiemodus. De duur van een standaardfragment wijzigen 1 Klik op de knop Voorkeuren . Het dialoogvenster Voorkeuren verschijnt. 2 Verhoog of verlaag op het tabblad Algemeen de Standaardduur macro's. Opmerking: Klik op OK. Afbeeldingen en animaties maken In het venster Painting Creator kunt u animaties opnemen of stilstaande beelden vastleggen. U kunt uw animaties weergeven en deze omzetten in stilstaande beelden.
Uw schilderanimaties afspelen • Klik op een miniatuur van een animatie in de Galerij en klik op de knop Afspelen . Uw animatie omzetten in een stilstaand beeld • Klik in de Galerij met uw rechtermuisknop op de miniatuur van uw animatie en selecteer Wijzig animatie-item naar stilstaand. Opmerking: U kunt het stilstaande beeld als begin- of eindfragment van uw animatie gebruiken. Uw penseelinstellingen opgeven 1 Klik op de knop Instellingen 2 Wijzig de penseeleigenschappen voor de gewenste penseeldikte.
226 Corel VideoStudio X9
Het scherm vastleggen U kunt acties van de computer en muisbewegingen opnemen in video's met de functie Scherm vastleggen in Corel VideoStudio. U kunt zo in een paar eenvoudig stappen video's maken waarin u iets visueel duidelijk wilt maken. U kunt ook het opnamegebied definiëren om een bepaald gebied te benadrukken of stemmen integreren.
Basiskenmerken van de werkbalk Scherm vastleggen 2 1 3 4 Onderdeel Beschrijving 1 — Opnamekader Het gebied dat wordt vastgelegd. Dit omvat standaard het volledige scherm. 2— Opnameknoppen De knoppen waarmee u het vastleggen van het scherm bestuurt. 3 — Afmetingen van opnamekader Het actieve programma dat wordt vastgelegd en de exacte afmetingen van het vast te leggen gebied in de vakken Breedte en Hoogte.
Uw video configureren 1 Klik op Instellingen. 2 Geef bij Bestandsinstellingen de volgende gegevens op: • Bestandsnaam — geef een bestandsnaam op voor het project. • Opslaan in — hier kunt u de locatie opgeven waarop u het videobestand wilt opslaan. • Vastleggen naar bibliotheek — hiermee kunt u de schermopname automatisch importeren in de bibliotheek en het pad voor opslaan in de bibliotheek identificeren. Opmerking: Schermopnamen worden standaard opgeslagen in de map Voorbeelden in de bibliotheek.
5 In Beheerinstellingen zijn de volgende opties beschikbaar: • Animatie muisklik — hiermee kunt u muisklikken opnemen in de schermopname. • Sneltoets F10/F11 inschakelen — hiermee worden de sneltoetsen voor schermopnamen in- en uitgeschakeld. Opmerking: Als de sneltoetsen voor schermopnamen een conflict veroorzaken met het programma dat u wilt vastleggen, kunt u deze functie beter uitschakelen om de opname niet per ongeluk te stoppen of te pauzeren. 6 Kies bij Monitorinstellingen een weergaveapparaat.
3 Klik op Opname starten/hervatten om het vastleggen van het scherm te starten. Alle activiteiten in het opgegeven opnamegebied worden vastgelegd. De schermopname start na het aftellen. Opmerking: Druk op F10 om de opname te stoppen en op F11 om de schermopname te pauzeren of te hervatten. 4 Klik op Opname stoppen om de schermopname te voltooien. De schermopname wordt toegevoegd aan de bibliotheek en in de aangepaste map die u hebt opgegeven.
232 Corel VideoStudio X9
FastFlick Met Corel kunt u nu snel en gemakkelijk uw eigen film creëren. Stel snel een indrukwekkend project samen met Corel® FastFlick. Selecteer een sjabloon, voeg uw media toe en uw film is klaar.
Een bestaand FastFlick-project openen • Klik in FastFlick op de pijl Menu > Project openen. Een sjabloon selecteren (FastFlick) FastFlick beschikt over verschillende sjablonen met uiteenlopende thema's. Een sjabloon selecteren 1 Klik op het tabblad Uw sjabloon selecteren 2 Selecteer een thema in de vervolgkeuzelijst. U kunt alle thema's weergeven of een specifiek thema uit de lijst kiezen. 3 Klik op een sjabloon uit de lijst met miniaturen.
Mediafragmenten toevoegen (FastFlick) Bij het maken van uw film kunt u gebruikmaken van foto's, videofragmenten of een combinatie van mediafragmenten. Mediafragmenten toevoegen 1 Klik op het tabblad Uw media toevoegen. 2 Klik op de knop Media toevoegen . Het dialoogvenster Media toevoegen wordt geopend. 3 Selecteer de gewenste mediabestanden en klik op Openen. U kunt mediabestanden ook toevoegen door foto- en videobestanden vanuit de map Windows Verkenner naar het FastFlick-venster te slepen.
2 Klik op de knop Titel bewerken of dubbelklik op de titel in de voorbeeldweergave. 3 Als u een ander lettertype wilt, selecteert u het gewenste lettertype in de vervolgkeuzelijst Lettertype. 4 Als u de lettertypekleur wilt wijzigen, klikt u op de knop Kleur en klikt u op een kleurstaal. U kunt ook de functie Corel-kleurkeuze of de functie voor kleuren kiezen in Windows openen door de bijbehorende optie te kiezen in de lijst. 5 Als u schaduw wilt toevoegen, schakelt u het selectievakje Schaduw in.
7 Als u de transparantie wilt aanpassen, klikt u op de pijl-omlaag voor Transparantie en verschuift u de schuifbalk. U kunt ook in het vak Transparantie klikken en vervolgens een nieuwe waarde invoeren. 8 U kunt de titel verplaatsen door het tekstvak met de titel naar een nieuwe positie op het scherm te slepen. 9 Wanneer u klaar bent met het bewerken van de titel, klikt u buiten het tekstvak. Corel VideoStudio biedt uitgebreide mogelijkheden voor het bewerken van titels.
Audiofragmenten herschikken 1 Klik op het tabblad Uw media toevoegen op de knop Muziek bewerken. 2 Klik in de lijst Muziekopties op een audiobestand. 3 Klik op de knop Omhoog of Omlaag van de audiobestanden te wijzigen. om de volgorde Een audiobestand verwijderen 1 Klik op het tabblad Uw media toevoegen op de knop Muziek bewerken . 2 Klik op de titel van een audiobestand en klik op de knop Verwijderen .
Pan- en zoomeffecten toepassen op foto's 1 Klik op het tabblad Uw media toevoegen op de knop Opties 2 Schakel onder Opties voor foto pannen en zoomen het selectievakje Slim pannen en zoomen in. . De duur van de film instellen (FastFlick) U kunt de relatie tussen de duur van uw project en de muziek zelf instellen. De duur van de film instellen 1 Klik op het tabblad Uw media toevoegen op de knop Opties 2 Selecteer bij Duur film een van de volgende opties: .
Een videobestand maken voor afspelen op de computer 1 Klik op het tabblad Opslaan en delen op de knop Computer 2 Klik op een van de volgende knoppen om het profiel voor uw video weer te geven en te selecteren: . • AVI • MPEG-2 • AVC/H.264 • MPEG-4 • WMV 3 Selecteer de gewenste optie in de vervolgkeuzelijst Profiel. 4 Geef een bestandsnaam op in het vak Bestandsnaam. 5 Geef in het vak Bestandslocatie aan op welke locatie u het bestand wilt opslaan. 6 Klik op Film opslaan.
Respecteer de gebruiksvoorwaarden met betrekking tot de auteursrechten voor video en muziek die YouTube, Facebook, Flickr en Vimeo voorschrijven. Uw film uploaden naar YouTube, Facebook, Flickr of Vimeo 1 Klik op het tabblad Opslaan en delen op de knop Uploaden naar het web . 2 Klik op een van de volgende knoppen: • YouTube • Facebook • Flickr • Vimeo Als u zich dient aan te melden, wordt de knop Aanmelden weergegeven. Klik op de knop om u aan te melden.
Uw film bewerken in VideoStudio (FastFlick) FastFlick is zo ontwikkeld dat u in drie eenvoudige stappen een film kunt maken. U kunt echter altijd uw film verder bewerken in VideoStudio. Een film bewerken in VideoStudio • Klik op het tabblad Opslaan en delen op de knop In VideoStudio bewerken. De projectbestanden worden automatisch op de tijdlijn geplaatst. Als uw FastFlick-project in VideoStudio is geïmporteerd, kunt u het project bewerken als elk ander VideoStudio-project.
FastFlick-sjablonen maken U kunt FastFlick X9-sjablonen maken in VideoStudio X9. In tegenstelling tot sjablonen voor Rechtstreekse projecten, wat feitelijk eerder opgeslagen statische projecten zijn, zijn FastFlick-sjablonen zo ontworpen dat ze automatisch worden uitgebreid of ingekrompen op basis van het aantal foto's en video's dat een gebruiker op de sjabloon neerzet.
Terminologie voor FastFlick-sjablonen De volgende terminologie wordt gebruikt voor het maken en beschrijven van FastFlick-sjablonen. • Segment — met elke afbeelding of videoclip die aan de hoofdtrack wordt toegevoegd, wordt een segment gemaakt (hieronder vallen ook afbeeldingen of video's uit de grafische bibliotheek, zoals achtergronden of objecten). U kunt uw segment naar wens aanpassen door elementen als overlays, titels en overgangen toe te voegen.
• Statisch — een kenmerk dat wordt toegewezen aan een sjabloonelement waarvan u de huidige positie wilt behouden. Wanneer de media op de hoofdvideotrack als statisch wordt aangeduid, wordt het segment niet in de reeks herhaald. Het item wordt alleen op de huidige positie weergegeven (bijvoorbeeld in een begin- of eindsegment). Met elke afbeelding of videoclip toegevoegd aan de hoofdvideotrack wordt een segment gemaakt (aangeduid met de oranje vakken).
Met het dialoogvenster FastFlick-sjabloondesigner kunt u kenmerken toewijzen aan de elementen in uw sjabloon. U opent het dialoogvenster door met de rechtermuisknop op een sjabloonelement op de tijdlijn te klikken en FastFlick-sjabloondesigner te kiezen. Regels voor het maken van FastFlick-sjablonen FastFlick-sjablonen werken alleen als u zich aan bepaalde regels houdt. Omdat u de sjablonen in dezelfde werkruimte maakt die u gebruikt voor al uw projecten, is het eenvoudig om ongemerkt de regels te breken.
Regels: 1 Segmenten: zorg ervoor dat de elementen in een segment niet tussen segmenten overlopen. 2 Placeholders: er moet ten minste een placeholder in uw sjabloon aanwezig zijn. 3 Audio: gebruik alleen muziektrack nummer 1 voor sjabloongeluid. Audiobestanden zijn de enige elementen die meer dan een segment kunnen omvatten (u kunt bijvoorbeeld een song gebruiken die de volledige duur van het sjabloonproject beslaat). 4 Titels: gebruik alleen titeltrack nummer 1 voor titels.
Segment - geen enkel element valt buiten het mediasegment op de videotrack, met uitzondering van Muziek. Kenmerken (middensegmenten): Placeholder, Optioneel, Groep (nummer toegewezen aan elke placeholder komt Overgangen overeen met een van de alleen tussen middensegmenten. overlay-placeholders in het eerste segment). Kenmerken (overlayelementen): Placeholder, Groep (nummer toegewezen aan elke placeholder komt overeen met een van de placeholders in de middensegmenten).
FastFlick-sjablonen maken U kunt het maken van FastFlick-sjablonen op verschillende manieren aanpakken: u kunt een bestaande FastFlick-sjabloon wijzigen, een bestaand project converteren naar een sjabloon, onderdelen van Rechtstreeks project gebruiken of helemaal van voren af aan een sjabloon samenstellen. Voor uw eerste project raden we aan helemaal van voren af aan te beginnen met een sjabloon, omdat dat een goede manier vormt om de sjabloonregels aan te leren.
Een sjabloon maken 1 Stel uw sjabloon samen in de werkruimte Bewerken van VideoStudio en houd u daarbij aan de regels voor FastFlick-sjablonen. Zorg dat de elementen van elk segment elkaar niet overlappen (met uitzondering van audiofragmenten op de track Muziek 1). 2 Klik met de rechtermuisknop op een element en kies FastFlick-sjabloondesigner. 3 Selecteer in het dialoogvenster FastFlick-sjabloondesigner de kenmerken die u op elk element wilt toepassen. 4 Herhaal stap 3-4 voor elk element.
Stop-motionanimatie Met vastgelegde afbeeldingen van DV/HDV-camcorders, webcams of DLSR's, of geïmporteerde foto's, kunt u stop-motionanimaties rechtstreeks in Corel VideoStudio maken en ze aan uw videoprojecten toevoegen.
Een nieuw stop-motionanimatieproject maken 1 Klik op Maken om een nieuw stop-motionproject te maken. Opmerking: Als u een bestaand project hebt geopend, wordt u gevraagd om voor u verder gaat uw werk op te slaan. 2 Voer in Projectnaam een naam in voor uw stop-motionproject. 3 Geef bij de Vastlegmap de doelmap op waarin u uw fragmenten wilt opslaan of blader naar de gewenste doelmap om deze te selecteren.
Een reeks foto's die u met uw DSLR hebt gemaakt in de modus voor automatische/continuopname is een goed voorbeeld voor stop-motionanimatieprojecten. Uw stop-motionanimatieproject afspelen • Klik op Afspelen. Uw stop-motionanimatieproject opslaan • Klik op Opslaan. Uw project wordt automatisch opgeslagen in de door u opgegeven vastleg- en bibliotheekmappen. Stop-motion afsluiten • Klik op Afsluiten om terug te gaan naar uw videoproject.
Tabblad Instellingen Stop Motion • Afbeeldingsduur — hiermee kunt u de belichtingstijd kiezen voor elke afbeelding. Een hogere framesnelheid resulteert in een kortere belichtingstijd voor elke afbeelding. • Vastlegresolutie — hiermee kunt u de kwaliteit van de schermopname aanpassen. Opties variëren afhankelijk van de instellingen van uw vastlegapparaat.
Afbeeldingen vastleggen met een DLSR 1 Als een ondersteunde DSLR is aangesloten, wordt automatisch de knop Automatische focus ingeschakeld. U kunt ervoor kiezen om deze instelling te behouden of u kunt op de knop Handmatige focus klikken. Opmerking: Als de DSLR geen ondersteuning biedt voor Automatische focus, wordt de knop Handmatige focus automatisch ingeschakeld en wordt de knop Automatische focus grijs weergegeven.
1 15 2 14 3 13 4 5 12 6 7 8 9 10 11 Onderdeel Beschrijving 1 — Modus Hiermee wordt informatie over de geselecteerde cameramodus weergegeven. 2 — Afbeeldingskwaliteit Hiermee kunt u de afbeeldingsgrootte en -kwaliteit instellen. 3 — Meetmodus Hiermee kunt u de meetmodus instellen door een keuze te maken uit de vooraf ingestelde opties van uw camera. 4 — Witbalans Hiermee kunt u de witbalans instellen door een keuze te maken uit de vooraf ingestelde opties van uw camera.
Onderdeel Beschrijving 7 — Lensopening Hiermee worden instellingen voor de lensopening van de camera weergegeven. Deze optie is uitgeschakeld als de DSLR zich in de P- of Tv-modus bevindt. 8 — Sluitersnelheid Hiermee worden instellingen voor de sluitersnelheid van de camera weergegeven. Deze optie is uitgeschakeld als de DSLR zich in de P- of Av-modus bevindt. 9 — ISO Hiermee kunt u de ISO-instelling aanpassen door een keuze te maken uit de vooraf ingestelde opties van uw camera.
DSLR-apparaten die stop motion ondersteunen Canon EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark IV, EOS-1D Mark III, EOS 1D X, EOS 5D Mark III, EOS 5D Mark II*, EOS 7D*, EOS 40D, EOS 50D*, EOS 60D*, EOS 60Da*, EOS 650D/Rebel T4i, EOS 600D/Rebel T3i, EOS 1100D/Rebel T3, EOS 550D/Rebel T2i, EOS 500D/Rebel T1i, EOS 450D/Rebel XSi, EOS 1000D/Rebel XS, EOS-1D C, EOS 6D, EOS M *Op ondersteunde modellen worden de gidsen voor de live-weergavefocus weergegeven.
Opnamen van meerdere camera's bewerken In de Multicamera Editor kunt u professioneel uitziende videocompilaties maken met opnamen die vanuit een verschillende hoek, met verschillende camera's zijn gemaakt. In de eenvoudige werkruimte met meerdere weergaven kunt u fragmenten synchroniseren en opnamen van maximaal *zes camera's direct bewerken, terwijl de videoclips worden afgespeeld.
• Een audiobron kiezen voor het multicameraproject • Meerdere fragmenten bewerken om een multicameracompilatie te maken • Beeld-in-beeld (BIB) toevoegen in de Multicamera Editor • De bronbestanden voor multicameraprojecten beheren • Het multicameraproject opslaan en exporteren • Smart Proxy gebruiken met de Multicamera Editor De werkruimte van de Multicamera Editor In de onderstaande afbeelding ziet u de belangrijkste functies van de Multicamera Editor.
Werkbalk, weergave- en andere functies De knoppen en functies van de werkruimte worden hieronder opgesomd. De hoofdwerkbalk bevat de volgende knoppen en functies: Cameranummer — hiermee kunt u het multiweergavepaneel instellen op de weergave van vier of zes camera's, afhankelijk van de versie van uw software. Type bronsynchronisatie — hiermee kunt u de clips synchroniseren. Zie “Video- en audiofragmenten synchroniseren in multicameraprojecten” op pagina 265 voor meer informatie.
Het hoofdweergavepaneel bevat de volgende knoppen en functies: Linksom draaien en Rechtsom draaien — hiermee kunt u clips op de cameratracks draaien voordat u ze toevoegt aan de multicameratrack of de BIB-track. NB: u kunt alleen tracks roteren die niet vergrendeld zijn. De afspeelbalk met de knoppen Start, Vorig frame, Afspelen, Volgend frame en Einde. Lus — hiermee kunt u de geselecteerde track voortdurend laten afspelen doordat deze bij het bereiken van het einde teruggaat naar het begin.
Voor synchronisatie inschakelen/Van synchronisatie uitsluiten — hiermee kunt u bepalen welke tracks worden opgenomen in het synchronisatieproces. Dempen/Dempen opheffen — hiermee kunt u de audio voor de geselecteerde audiotrack dempen of het dempen opheffen. Zoomen om op tijdlijn te passen — met deze functie in de linkerbenedenhoek van de tijdlijn kunt u uw project uitbreiden of comprimeren, zodat u het project als geheel op de tijdlijn kunt weergeven.
Basisstappen voor het bewerken van de opnamen van meerdere camera's De volgende stappen bieden een basisoverzicht van het proces voor het bewerken van de opnamen van meerdere camera's. 1 Importeer de video- en audiofragmenten die u wilt gebruiken in de VideoStudio-bibliotheek. Normaal gesproken gaat het om meerdere fragmenten die tegelijkertijd dezelfde gebeurtenis vastleggen. 2 Kies de fragmenten in de bibliotheek en importeer ze in de Multicamera Editor.
Video- en audiofragmenten importeren in de Multicamera Editor De eerste stap voor het maken van een multicameraproject is het importeren van de clips in de Multicamera Editor. In de meeste gevallen gaat het hierbij om een selectie van fragmenten van dezelfde gebeurtenis, die zijn geïmporteerd in de bibliotheek van VideoStudio. U kunt met maximaal zes videoclips tegelijk werken en maximaal twee onafhankelijke audioclips toevoegen.
U kunt clips ook synchroniseren met markeringen, de opnametijd of u kunt ze handmatig aanpassen door de clips in de tijdlijn naar de gewenste tijdcode te slepen. U kunt bijvoorbeeld een gemeenschappelijk visueel element gebruiken, zoals een flits, om video's handmatig te synchroniseren. Deze methoden zijn handig als de video-opnamen geen audio hebben of als de golfvormen voor de audio in de clips moeilijk te synchroniseren zijn, of gewoonweg omdat u clips liever handmatig uitlijnt.
• Handmatig — Sleep elke clip naar de gewenste positie op de tijdlijn op basis van een visuele aanwijzing. NB: Als er clips zijn die u wilt uitsluiten van het synchronisatieproces, klikt u op de knop Van synchronisatie uitsluiten op de betreffende track. Klik opnieuw op de knop (Voor synchronisatie inschakelen ) om de track op te nemen.
Een audiobron kiezen voor uw multicameraproject 1 Zorg ervoor dat de clips worden weergegeven en klik op de tijdlijn-werkbalk van de Multicamera Editor op het vak Hoofdaudio, en kies een Camera- of Audio-clip. Klik op Afspelen om de geluidskwaliteit van elke clip te beluisteren. 2 Kies de Camera- of Audio-clip die u voor het project wilt gebruiken. De audio van alle andere tracks wordt gedempt. Andere opties zijn onder andere: • Automatisch — Schakelt over naar de audio van de clip die u afspeelt.
Als u merkt dat de weergave langzaam is of niet soepel verloopt, kunt u de instellingen voor Smart Proxy gebruiken. Zie “Smart Proxy gebruiken met de Multicamera Editor” op pagina 276 voor meer informatie. Na het samenstellen van de basiscompilatie met het multiweergave- en hoofdweergavepaneel, kunt u uw project fijn afstemmen in de Multicamera-track en bewerkingsfuncties als overgangen en het hulpmiddel voor het splitsen van clips gebruiken.
Het multiweergavepaneel wordt links van het hoofdweergavepaneel weergegeven. U kunt opnamen van alle camera's tegelijkertijd bekijken in het multiweergavepaneel. 3 Als u tussen camera's wilt overschakelen, klikt u op een andere cameraweergave in het multiweergavepaneel. U kunt zo vaak als u wilt overschakelen tussen camera's. U kunt uw project beoordelen op de Multicamera-track. De Multicamera-track op de tijdlijn geeft de camerasegmenten voor uw compilatie weer.
Als u voor een segment op de Multicamera-track wilt overschakelen naar een andere Camera, klikt u met de rechtermuisknop op het segment en kiest u een andere Camera in het contextmenu of klikt u op de voorbeeldweergave van de camera in het multiweergavepaneel. Een overgang toevoegen tussen multicamerasegmenten 1 Klik in de Multicamera-track op een segment. 2 Klik op de werkbalk op de knop Overgangseffect tussen clips toepassen .
Tip: u kunt zwarte of lege segmenten toevoegen aan uw project. U kunt een segment dat zich al op de Multicamera-track bevindt wijzigen in een zwart of leeg segment door met de rechtermuisknop op het segment te klikken en Zwart of Leeg te kiezen. U kunt een overgang toepassen tussen een videosegment en een zwart segment.
In de afbeelding hierboven ziet u het concept beeld-in-beeld (BIB) geïllustreerd. Een BIB-effect (beeld-in-beeld) toevoegen aan uw multicameraproject 1 Na het maken van een multicameracompilatie op de Multicamera-track, klikt u op de knop Afspelen of schuift u naar de positie op de Multicamera-track waarop u een BIB-effect wilt toevoegen. 2 Klik in de tijdlijn op de cirkel op de BIB-track om de track te activeren. De cirkel heeft een rode vulling wanneer deze actief is 3 .
De bronbestanden voor multicameraprojecten beheren U kunt Bronbeheer gebruiken om video- en audioclips toe te voegen vanaf de tracks in uw multicameraproject. U kunt ook informatie over de clips weergeven, zoals de duur van de clip, de locatie van de clip, en u kunt tracks vergrendelen en ontgrendelen. Clips toevoegen, verwijderen of beheren met Bronbeheer 1 Klik in de linkerbovenhoek van de tijdlijn op de knop Bronbeheer .
Het multicameraproject opslaan en exporteren Wanneer u het samenstellen van het multicameraproject hebt voltooid, kunt u het opslaan, zodat u het kunt bewerken, exporteren of delen vanuit VideoStudio. Belangrijk! Het is aan te raden om het bewerken van de opnamen van meerdere camera's te voltooien voordat u de Multicamera Editor afsluit. Wijzigingen die u aan het project aanbrengt in VideoStudio, worden mogelijk niet ondersteund als u het project opnieuw opent in de Multicamera Editor.
Smart Proxy gebruiken met de Multicamera Editor De bedoeling van de functie Smart Proxy is om een soepelere ervaring bij het bewerken en bekijken van een voorbeeld te bieden als u werkt met grote videobestanden in hoge resolutie. Met Smart Proxy worden werkexemplaren in een lagere resolutie gemaakt van grotere bronbestanden. Deze kleinere bestanden worden 'proxybestanden' genoemd.
Opslaan en delen Als uw filmproject klaar is, kunt het opslaan en delen. Wanneer u uw project opslaat, worden alle bestanden gecombineerd tot één enkel videobestand. Deze procedure wordt 'renderen' genoemd. U kunt uw film opslaan als een videobestand dat kan worden afgespeeld op een computer of een mobiel apparaat, u kunt uw project branden op een disk, compleet met afspeelmenu's, of u kunt uw film rechtstreeks uploaden naar een account op YouTube, Facebook, Flickr of Vimeo.
Een optie voor delen kiezen Corel VideoStudio biedt de volgende opties voor delen: • Computer — U kunt uw film opslaan in een bestandsindeling die kan worden afgespeeld op computers. U kunt deze optie ook gebruiken om de audiotrack van de video op te slaan in een audiobestand. Zie “Opslaan als videobestanden voor afspelen op de computer” op pagina 279 en “Geluidsbestanden maken” op pagina 292 voor meer informatie.
• VideoStudio-project — Als u aan het begin van uw project de optie Bestand > Nieuw HTML5-project hebt geselecteerd, kunt u een kopie opslaan in het native bestandsformaat van Corel VideoStudio (*.vsp). Zie “Een HTML5-project opslaan als Corel VideoStudio Pro-project (VSP)” op pagina 286 voor meer informatie. Opslaan als videobestanden voor afspelen op de computer Corel VideoStudio biedt u de mogelijkheid om uw filmproject op te slaan in videobestandsformaten die kunnen worden afgespeeld op computers.
• Audio • Aangepast Als u de projectinstellingen wilt gebruiken voor het videobestand, schakelt u het selectievakje Zelfde als projectinstellingen boven de knoppen in. 3 Selecteer vervolgens de gewenste optie in de vervolgkeuzelijst Profiel of Formaat. Als u een aangepast profiel wilt maken, klikt u op de knop Aangepast profiel maken . Zie “Werken met aangepaste profielen in de werkruimte Delen” op pagina 293 voor meer informatie. 4 Geef een bestandsnaam op in het vak Bestandsnaam.
Als u het renderingsproces wilt afbreken, drukt u op [Esc]. Tijdens het renderen van een video wordt een voortgangsbalk weergegeven. Met de knoppen op de voortgangsbalk kunt u de volgende functies uitvoeren: • Klik op de knop Pauze/Afspelen op de voortgangsbalk om het renderingsproces te onderbreken en te hervatten. • Klik op de afspeelknop om een voorbeeldweergave af te spelen tijdens het renderen of stop de voorbeeldweergave om de renderingstijd te verkorten.
Een videobestand maken voor afspelen op een draagbaar apparaat of camcorder 1 Klik in de werkruimte Delen op de knop Apparaat 2 Klik op een van de volgende knoppen om het profiel voor uw video weer te geven en te selecteren: . • DV — Hiermee kunt u uw project converteren naar een videobestand dat compatibel is met DV en dat opnieuw kan worden opgeslagen op een DV-camcorder. Sluit uw camcorder aan op uw computer, schakel de camcorder in en stel deze in op de modus Afspelen/Bewerken.
6 U kunt de volgende opties instellen: • Alleen voorbeeldbereik maken — Als deze optie is geselecteerd, wordt alleen het gedeelte van de video gerenderd dat zich bevindt tussen de bijsnijdmarkeringen in het voorbeeldvenster. • SmartRender inschakelen — Als deze optie is geselecteerd, wordt gecontroleerd of de video gerenderde gedeelten bevat en worden alleen de nieuwe of herziene gedeelten van de video gerenderd. Hierdoor kan de tijd voor renderen aanzienlijk worden verkort. 7 Klik op Starten.
U kunt uw HTML5-videoprojecten rechtstreeks opslaan in cloudgebaseerde opslagservices, zoals Dropbox en Google Drive. Raadpleeg de Help van Dropbox of Google Drive voor meer informatie over delen vanuit deze cloudgebaseerde services. Raadpleeg het gedeelte "Nieuwe projecten maken" op pagina 11 voor meer informatie over het starten van een HTML5-project.
4 Geef in het vak Bestandslocatie aan op welke locatie u de map wilt opslaan. Als u deze wilt opslaan in een cloudgebaseerde opslagservice, bladert u naar de lokale map van de gewenste service. 5 U kunt elk van de volgende opties instellen: • Alleen voorbeeldbereik maken — Als deze optie is geselecteerd, wordt alleen het gedeelte van de video gerenderd dat zich bevindt tussen de bijsnijdmarkeringen in het voorbeeldvenster.
Een HTML5-project opslaan als Corel VideoStudio Pro-project (VSP) 1 Klik in de werkruimte Delen op de knop VideoStudio-project 2 Geef in het vak Onderwerp de onderwerpsgegevens op. 3 Geef in het vak Beschrijving een beschrijving op voor het project. 4 Selecteer een VSP-versie in de vervolgkeuzelijst Bestandsformaat. 5 Geef een bestandsnaam op in het vak Bestandsnaam. 6 Geef in het vak Bestandslocatie aan op welke locatie u het project wilt opslaan. 7 Klik op Starten. .
Uw film uploaden naar YouTube, Facebook, Flickr of Vimeo 1 Klik in de werkruimte Delen op de knop Web 2 Klik op een van de volgende knoppen: . • YouTube • Facebook • Flickr • Vimeo Als u zich dient aan te melden, wordt de knop Aanmelden weergegeven. Klik op de knop om u aan te melden. Als het de eerste keer is dat u zich aanmeldt, wordt u gevraagd om de verbinding tussen Corel VideoStudio en uw online account te bevestigen.
5 U kunt de volgende opties instellen: • Alleen voorbeeldbereik maken — Als deze optie is geselecteerd, wordt alleen het gedeelte van de video gerenderd dat zich bevindt tussen de bijsnijdmarkeringen in het weergavevenster. • SmartRender inschakelen — Als deze optie is geselecteerd, wordt gecontroleerd of de video gerenderde gedeelten bevat en worden alleen de nieuwe of herziene gedeelten van de video gerenderd. Hierdoor kan de tijd voor renderen aanzienlijk worden verkort. 6 Klik op Starten.
3D-videobestanden maken 1 Klik in de werkruimte Delen op de knop 3D-film 2 Klik op een van de volgende knoppen: . • MPEG-2 • AVC/H.264 • WMV • MVC 3 Selecteer vervolgens de gewenste optie in de vervolgkeuzelijst Profiel of Formaat. Als u een aangepast profiel wilt maken, klikt u op de knop Aangepast profiel maken . Zie “Werken met aangepaste profielen in de werkruimte Delen” op pagina 293 voor meer informatie.
7 U kunt de volgende opties instellen: • Alleen voorbeeldbereik maken — Als deze optie is geselecteerd, wordt alleen het gedeelte van de video gerenderd dat zich bevindt tussen de bijsnijdmarkeringen in het weergavevenster. • SmartRender inschakelen — Als deze optie is geselecteerd, wordt gecontroleerd of de video gerenderde gedeelten bevat en worden alleen de nieuwe of herziene gedeelten van de video gerenderd. Hierdoor kan de tijd voor renderen aanzienlijk worden verkort. 8 Klik op Starten.
Videobestanden maken van een gedeelte van een project (bijgesneden) Bij elk van de categorieën voor delen, kunt u een video maken van een gedeelte van uw project, in plaats van het hele project. U kunt dit doen met behulp van de Bijsnijdmarkeringen onder het Voorbeeldvenster en door het selectievakje Alleen voorbeeldbereik maken in te schakelen. Raadpleeg “Het Spelerpaneel gebruiken” op pagina 35 voor meer informatie over het Spelerpaneel.
Geluidsbestanden maken In Corel VideoStudio kunt u een geluidsbestand maken van een bestaand videobestand. Dit is vooral handig wanneer u hetzelfde geluid wilt gebruiken in combinatie met andere afbeeldingen, of wanneer u de audio van live-beelden wilt omzetten in geluidsbestanden. Corel VideoStudio biedt u de mogelijkheid om eenvoudig een audiobestand van uw project te maken in M4A-, OGG-, WAV- of WMA-indeling. Een audiobestand maken 1 Klik in de werkruimte Delen op de knop Computer op Audio.
Werken met aangepaste profielen in de werkruimte Delen Voordat u projecten kunt uitvoeren vanuit de werkruimte Delen, kunt u voor de meeste videobestanden uit de categorieën voor delen Computer en 3D-film aangepaste profielen maken en opslaan. Bij de uitvoerformaten Audio en Aangepast worden aangepaste profielen niet ondersteund. Raadpleeg “Aangepaste profielen maken” op pagina 61 voor meer informatie over aangepaste profielen.
Een aangepast profiel bewerken in de werkruimte Delen 1 Selecteer in de werkruimte Delen het uitvoerformaat waarvoor u het profiel hebt gemaakt en selecteer dat profiel in de vervolgkeuzelijst Profiel. 2 Klik op de knop Aangepast profiel bewerken 3 In het dialoogvenster Profielopties bewerken kunt u de gewenste instellingen wijzigen. Als u klaar bent, klikt u op OK. .
Disks branden Met Corel VideoStudio kunt u uw projecten op een dvd-, AVCHD- of Blu-ray-disk branden. U kunt uw project ook exporteren naar een SD-kaart.
Er verschijnt een nieuw venster waarin u de schijfuitvoer kunt maken. 1 2 8 3 4 5 6 7 Onderdeel Beschrijving 1 — Jogschuif Hiermee kunt u snel naar specifieke scènes springen. 2 — In-/uitschakelings- Hiermee kunt u een voorbeeldbereik voor het markering project instellen of start- en eindpunten voor het bijsnijden van een fragment instellen. 3 — Instellingen en opties 296 Hiermee opent u het dialoogvenster Voorkeuren en de optie Disksjablonen beheren.
4— Projectinstellingen Hiermee kunt u instellen hoe uw film wordt gerenderd wanneer u een voorbeeld van de film bekijkt. 5 — Weergave beeldverhouding wijzigen Hiermee kunt u een beeldverhouding (ook wel hoogte/breedte-verhouding) instellen. U kunt kiezen uit 4:3 en 16:9. 6 — Navigatiepaneel Hier vindt u knoppen voor afspelen. 7 — Knop Sluiten Hiermee kunt u het dialoogvenster Disk maken afsluiten en opent u het dialoogvenster Opslaan als.
4 Selecteer een bestandsformaat in de vervolgkeuzelijst Opslaan als. U kunt bestandsformaten selecteren die compatibel zijn met eerdere versies van VideoStudio. 5 Klik op Opslaan. Opmerking: Er wordt een vinkje weergegeven op de knop voor de diskindeling als het project is opgeslagen. Klik op de knop voor diskindeling die u eerder hebt geselecteerd om verder te gaan met het uitvoerproces. U kunt het project ook in een later stadium nog bewerken als u dat wilt.
VideoStudio Pro-projecten toevoegen 1 Klik op VideoStudio-projectbestanden toevoegen. Zoek de map waarin de projecten zijn opgeslagen. Selecteer een of meer videoprojecten die u wilt toevoegen. 2 Klik op Openen. U kunt ook video's toevoegen van dvd-, AVCHD- en BDMV-schijven. U kunt videofragmenten en VideoStudio Pro-projecten bijsnijden met de Jogschuif, de In- en uitschakelingsmarkering en de navigatieknoppen. Het bijsnijden van een video biedt u de vrijheid om de videoduur nauwkeurig te bewerken.
Elk hoofdstuk dat voorgesteld wordt door een videominiatuur in een submenu fungeert als een bladwijzer in een videofragment. Wanneer kijkers op een hoofdstuk klikken, wordt de video afgespeeld vanaf het geselecteerde hoofdstuk. Als de optie Menu maken niet is geselecteerd, wordt u onmiddellijk naar de voorbeeldstap geleid zonder menu's te maken nadat u op Volgende hebt geklikt.
Hoofdstukken maken of bewerken die aan een videofragment zijn gekoppeld 1 Selecteer een video in de lijst Mediafragmenten. 2 Klik op Hoofdstukken toevoegen/bewerken. 3 Versleep de Jogschuif om naar een scene te gaan die u wilt instellen als hoofdstukmarkering en klik op Hoofdstuk toevoegen. U kunt ook klikken op Automatisch hoofdstukken toevoegen als u automatisch hoofdstukken wilt laten selecteren.
Diskmenu's maken Met behulp van diskmenu's kunnen kijkers eenvoudig door de inhoud van een disk navigeren en eenvoudig de delen van de video kiezen die ze willen bekijken. In Corel VideoStudio kunt u diskmenu's maken met behulp van menusjablonen en deze aanpassen voor uw projecten. Een menusjabloon toepassen 1 Selecteer Menu maken op de pagina 1 Media toevoegen en klik op Volgende. U komt nu terecht op de pagina 2 Menu & Voorvertonen.
Achtergrondafbeeldingen of -video toevoegen aan menu's 1 Klik op de knop De achtergrond instellen op het tabblad Bewerken en kies een van de opties voor het selecteren van een afbeeldings- of videobestand dat u als achtergrond wilt gebruiken. 2 Selecteer het gewenste afbeeldings- of videobestand in het dialoogvenster Afbeeldingsbestand openen of het dialoogvenster Videobestand openen. Bewegingsmenu's toevoegen 1 Selecteer Bewegingsmenu op het tabblad Bewerken.
De stijl van tekst in menu's bewerken 1 Klik met de rechtermuisknop op een tekstobject in het voorbeeldvenster en selecteer Lettertype kenmerken. 2 Wijzig de tekstkenmerken in het dialoogvenster Lettertype. Als u op Instellingen lettertype op het tabblad Bewerken klikt, wordt het dialoogvenster Lettertype ook geopend. Menuobjecten groter/kleiner maken, draaien en vervormen • Klik op het menuobject in het voorbeeldvenster en sleep de grepen of de knooppunten.
Meerdere menuobjecten uitlijnen 1 Selecteer de objecten in het voorbeeldvenster terwijl u de toets [Ctrl] ingedrukt houdt. 2 Klik met de rechtermuisknop, selecteer Uitlijnen en kies een van de volgende opties: • Links/Boven/Rechts/Onder — hiermee verplaatst u alle geselecteerde objecten (behalve het modelobject) horizontaal om de linker-/boven-/rechter-/onderkant uit te lijnen met de linker-/boven-/rechter-/onderkant van het modelobject.
• Gelijke breedte/hoogte — hiermee geeft u alle geselecteerde objecten (behalve het modelobject) dezelfde breedte/hoogte als het modelobject. • Gelijke breedte en hoogte — hiermee geeft u alle geselecteerde objecten (behalve het modelobject) dezelfde breedte en hoogte als het modelobject.
Menufilters en overgangseffecten toevoegen 1 Klik op een menuobject in het voorbeeldvenster. 2 Kies op het tabblad Bewerken de filter of de effecten die u wilt toepassen. • Bewegingspad — hiermee past u een vooraf gedefinieerd bewegingspad toe op menuobjecten zoals titels, miniatuurknoppen en navigatieknoppen. • Menu In/Menu Uit — hiermee opent u selectiefilters en overgangseffecten. Als een menusjabloon een effect Menu In heeft, is de standaardduur 20 seconden.
Fragment 2 Fragment 1 Hoofdmenu Submenu #1 In dit voorbeeld telt Fragment 1 drie hoofdstukken zodat wanneer u op de videominiatuur van Fragment 1 klikt, u overspringt naar submenu #1. Als u naar Fragment 2 kijkt, ziet u dat er geen hoofdstukken aan zijn toegewezen zodat wanneer u op Fragment 2 klikt, de video vanaf het begin begint af te spelen. Een titelmenu toevoegen • Klik op Geavanceerde instellingen op het tabblad Bewerken en selecteer Titelmenu toevoegen.
Een menusjabloon maken: 1 Klik op Aanpassen op het tabblad Bewerken van de pagina 2 Menu en Voorvertonen. Het dialoogvenster Menu aanpassen verschijnt. 2 Kies een van de volgende opties: • Achtergrondmuziek instellen — hiermee kunt u een audiobestand kiezen dat u wilt gebruiken als achtergrondmuziek. • De achtergrond instellen — hiermee kunt u een afbeelding of een videobestand kiezen dat u wilt gebruiken als achtergrond. • Instellingen lettertype — hiermee kunt u tekstkenmerken toepassen.
Een voorbeeld van uw film en menu weergeven vóór het branden U kunt nu kijken hoe uw film eruit ziet voor u hem op disk brandt. Verplaats de muis en klik op Afspelen om uw film te bekijken en het menu op uw computer te testen. Gebruik de navigatieknoppen op dezelfde manier als op een standaard afstandbediening van een afzonderlijke schijfspeler. Uw project op disk branden Dit is de laatste stap om een disk te maken.
Opties voor branden • Brander — hier geeft u de instellingen op voor uw brander. • Label — hiermee kunt u een volumenaam opgeven voor de Bluray-disk/dvd. Het label kan uit maximaal 32 tekens bestaan. • Station — hiermee selecteert u de brander die u wilt gebruiken om uw videobestand te branden. • Kopieën — hiermee stelt u het aantal diskkopieën in dat u wilt branden. • Disktype — hiermee toont u het diskuitvoertype voor het huidige project.
• Opnameformaat — hiermee selecteert u een DVD-Video-indeling om de DVD-industriestandaard te gebruiken. Om snel uw disk te herbewerken zonder het bestand naar de harde schijf te kopiëren, selecteert u DVD-Video (snel herbewerkbaar) dat conform is met de industriestandaard en perfect compatibel is wanneer u werkt met set-top home dvd-spelers en computer-dvd-romspelers. • Dvd-mappen maken — deze optie is alleen ingeschakeld wanneer het videobestand dat wordt gemaakt van het type DVD-Video is.
• Tijdelijke bestanden verwijderen — hiermee verwijdert u alle onnodige bestanden in uw werkmap. • Branden — hiermee start u het opnameproces. • Vereiste ruimte — dient als referentie bij het branden van uw projecten. Aan de hand van deze indicatoren kunt u nagaan of u voldoende ruimte hebt om uw project op de disk te branden. • Vereiste/beschikbare harde schijfruimte — toont de vereiste schijfruimte voor het project en de beschikbare ruimte op uw harde schijf.
4 Klik op Branden om het brandproces te starten. Klik op OK wanneer wordt aangegeven dat de taak is voltooid. 5 Klik op Sluiten om uw werk automatisch op te slaan en terug te keren naar de Corel VideoStudio-editor. Een diskimage kopiëren Een diskimage is een enkel bestand waarin de volledige inhoud en bestandsstructuur van een disk zijn vastgelegd. Als u een diskimage maakt op uw computer, kunt u de inhoud van de brondisk bewaren en later opnieuw branden.
3 Blader bij Bron diskimagebestand naar het diskimage (*.iso-bestand) en selecteer het. 4 Kies het station van de brander bij Bestemming. 5 Klik op Kopiëren om te beginnen met kopiëren. Klik op om voorkeuren voor het branden in te stellen. Disklabels maken U kunt disklabels, hoesjes en insteekvellen maken in Corel VideoStudio. U kunt afbeeldingen, tekst en pictogrammen toevoegen en bewerken om de lay-out te voltooien.
Tabblad Tekst Op het tabblad Tekst kunt u de opmaak en de eigenschappen van uw teksten aanpassen. Opties voor het maken van disklabels U kunt de volgende taken uitvoeren wanneer u een disklabel ontwerpt. • Bestanden • Disklabel laden — hiermee kunt u een eerder opgeslagen disklabelproject openen. • Disklabel opslaan — hiermee kunt u een disklabelproject opslaan. • Afbeelding toevoegen — hier kunt een afbeelding voor het label selecteren.
Sneltoetsen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Sneltoetsen voor menuopdrachten • Sneltoetsen voor werkruimten • Sneltoetsen voor het navigatiepaneel • Sneltoetsen voor de tijdlijn • Sneltoetsen voor Video meervoudig bijsnijden • Sneltoetsen voor lay-outinstellingen • Sneltoetsen voor vastleggen van scherm • Andere sneltoetsen Sneltoetsen voor menuopdrachten Ctrl + N Een nieuw project maken Ctrl + M Een nieuw HTML5-project maken Ctrl + O Een project openen Ctrl + S Een project opslaan Alt
Sneltoetsen voor werkruimten Alt + F10 Naar de werkruimte Vastleggen gaan Alt + F11 Naar de werkruimte Bewerken gaan Alt + F12 Naar de werkruimte Delen gaan Sneltoetsen voor het navigatiepaneel F3 Inschakelingsmarkering instellen F4 Uitschakelingsmarkering instellen L Afspelen/onderbreken Ctrl + P Afspelen/onderbreken Spatiebalk Afspelen/onderbreken Shift + knop Afspelen Het geselecteerde fragment afspelen K Teruggaan naar het begin van een fragment of project Home Teruggaan naar het be
Tab Schakelen tussen de snijgrepen en scrubber. Enter Wanneer de snijgreep links is geactiveerd, kunt u op [Tab] of [Enter] drukken om over te schakelen naar de snijgreep rechts. Links Als u op [Tab] of [Enter] hebt gedrukt om de snijgrepen of de schuiver te activeren, gebruikt u de pijl-links om naar het vorige frame te gaan. Rechts Als u op [Tab] of [Enter] hebt gedrukt om de snijgrepen of de schuiver te activeren, gebruikt u de pijl-rechts om naar het volgende frame te gaan.
Shift + klikken Meerdere fragmenten in dezelfde track selecteren. (Als u meerdere fragmenten in de bibliotheek wilt selecteren, gebruikt u [Shift] + [klikken] of selecteert u afzonderlijke segmenten met behulp van [Ctrl] + [klikken].) Links Selecteer het vorige fragment op de tijdlijn. Rechts Selecteer het volgende fragment op de tijdlijn. +/- Zoom in/uit. Ctrl + pijl-rechts Schuif vooruit. Ctrl + pijl-links Schuif terug. Ctrl + pijl-omhoog/ Page Up Schuif omhoog.
Sneltoetsen voor lay-outinstellingen F7 Overschakelen naar standaard Ctrl + 1 Overschakelen naar Aangepast #1 Ctrl + 2 Overschakelen naar Aangepast #2 Ctrl + 3 Overschakelen naar Aangepast #3 Alt + 1 Opslaan naar Aangepast #1 Alt + 2 Opslaan naar Aangepast #2 Alt + 3 Opslaan naar Aangepast #3 Sneltoetsen voor vastleggen van scherm F10 Scherm vastleggen stoppen F11 Scherm vastleggen stoppen pauzeren/hervatten Andere sneltoetsen ESC Stop met vastleggen, opnemen of renderen, of sluit een dia
322 Corel VideoStudio X9
Wizard DV-naar-DVD Met de Wizard DV-naar-DVD kunt u video vastleggen van DV- en HDV-tapecamcorders met FireWire-functies, een themasjabloon toevoegen en vervolgens uw project naar dvd branden. Deze videobewerkingsmodus biedt een snelle en directe manier om uw video's op een dvd te branden. U kunt de Wizard DV-naar-DVD opstarten door te klikken op Extra > Wizard DV-naar-DVD.
De hele band branden 1 Selecteer De hele band branden en geef de duur van de band op onder Duur. 2 Klik op Volgende om de sjabloon toe te passen en op dvd te branden. Scènedetectie gebruiken 1 Nadat u Scènedetectie hebt geselecteerd, moet u opgeven of u de band wilt scannen vanaf het Begin of de Huidige positie. • Begin — Hiermee wordt op scènes gescand vanaf het begin van de band. Als de band niet bij het begin staat, wordt deze automatisch teruggespoeld.
DV-naar-DVD Wizard 3 In de storyboardweergave selecteert u elke scène die u in uw film wilt opnemen en klikt u op Scène markeren. 4 Klik op Volgende. Opmerking: Als u het gescande bestand wilt opslaan en importeren zonder het opnieuw te scannen, klikt u op de knop Opties en selecteert u DV Quick Scan Digest opslaan. Klik op DV Quick Scan Digest opslaan als HTML om een groot aantal banden te beheren. Met deze functie kunt u het HTML-bestand afdrukken en aan uw banden koppelen.
Sjablonen toepassen en branden op dvd's Kies een stijlsjabloon, geef de instellingen op en brand uw films naar dvd. Een stijlsjabloon toepassen en op dvd branden 1 Geef een volumenaam en opname-indeling op voor uw film. Opmerking: Als u meerdere branders op uw computer hebt geïnstalleerd of als het standaardstation geen brander is, geeft u de gewenste brander op in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen.
Woordenlijst Apparaatbeheer Een stuurprogramma waarmee programma's videobronnen, zoals een camcorder of videorecorder, kunnen beheren. AVCHD Advanced Video Codec High Definition is een video-indeling die is ontwikkeld voor camcorders. Deze indeling maakt gebruik van een schijfstructuur die is ontwikkeld voor Blu-ray Disc/high-definitioncompatibiliteit en op standaard-dvd's kan worden gebrand.
Beweging volgen Een cinematografische en videoproductietechniek waarbij specifieke voorwerpen in videofragmenten worden gevolgd. Video-elementen kunnen worden gevolgd door gebruik te maken van geselecteerde en aparte reeks pixels die worden gebruikt voor het volgen van beweging. Dit proces kan automatisch worden uitgevoerd door het programma, handmatig plaatsvinden of een combinatie van beide.
Codec Een bijzonder algoritme of programma dat wordt gebruikt om video te verwerken. Het woord is een samenstelling van compressie/decompressie of coder/decoder. Compressie Compressie wordt bereikt via een codec en werkt door het verwijderen van overbodige gegevens of een beschrijving in termen die gedecomprimeerd kunnen worden. Bijna alle digitale video wordt op een of andere manier gecomprimeerd volgens verschillende compressieniveaus.
DV Digitale Video met een hoofdletter "D" en een hoofdletter "V" staat voor een zeer specifieke video-indeling, net zoals VHS of High-8. Deze indeling kan worden gelezen (afgespeeld, opgenomen) door uw camcorder en uw computer, als u over de juiste hardware (vastlegkaart) en software (DV-codec) beschikt. DV kan van uw camcorder naar de computer worden gekopieerd en vervolgens (na bewerking) zonder kwaliteitsverlies weer naar de camcorder worden teruggezet.
FireWire Een standaardinterface die wordt gebruikt om digitale audio-/videoapparaten, zoals DV-camcorders, aan te sluiten op computers. Het is de handelsmerknaam van Apple voor de IEEE-1394-standaard. Fragment Een klein deel van een film. Een fragment kan bestaan uit audio, video, stilstaande afbeeldingen of een titel. Frame Eén afbeelding in een film. Framegrootte De grootte van weergegeven afbeeldingen in video- of animatiereeksen.
Hoogte-breedteverhouding De verhouding tussen de breedte en de hoogte voor een bepaalde afbeelding. Het behouden van de hoogte-breedteverhouding verwijst naar het proces waarbij de verhoudingen tussen de afmetingen behouden blijven wanneer de breedte of de hoogte van een afbeelding wordt gewijzigd. In video zijn de twee meest gangbare hoogte-breedteverhoudingen 4:3 en 16:9 voor de formaten Standard definition (SD) en High definition (HD).
Kleurfragment Een eenvoudige achtergrondkleur die in een film wordt gebruikt. Wordt vaak gebruikt voor titels en credits, aangezien de tekst dan duidelijk afsteekt tegen de achtergrondkleur. Koppelen Een methode om eerder opgeslagen gegevens in een ander programma op te slaan zonder de grootte van het resulterende bestand aanzienlijk te wijzigen.
MPEG-4 Een video- en audio-indeling die veel wordt gebruikt in mobiele apparaten en videostreaming op het internet en die video's van hoge kwaliteit tegen lage gegevenssnelheden biedt. NLE Non Linear Editing (niet-lineair bewerken). In het verleden was conventionele bewerking op een videorecorder noodzakelijk lineair omdat de fragmenten op een videoband na elkaar moesten worden bewerkt. Bewerkingen op een computer kunnen in elke gewenste volgorde worden uitgevoerd.
Profiel Een profiel bevat verschillende kenmerken voor een bestand, zoals de bitsnelheid, het aantal en type streams, de compressiekwaliteit, de framegrootte, enzovoort. Projectbestand In Corel VideoStudio bevat een projectbestand (*.VSP) de vereiste informatie om alle bijbehorende afbeeldings-, audio- en videobestanden te koppelen. In Corel VideoStudio moet u een projectbestand openen voordat u een video kunt bewerken.
Sleutelframe Een specifiek frame in een fragment dat is gemarkeerd voor speciale bewerking of andere activiteiten om de voortgang, het afspelen of andere kenmerken van de voltooide animatie te bepalen. Als u bijvoorbeeld een videofilter toepast en vervolgens verschillende effectniveaus toewijst aan de begin- en eindframes, wordt de weergave van de video gewijzigd van het begin tot het eind van het videofragment.
Stem Het gesproken verhaal van een video of film wordt doorgaans de voice-over genoemd. Dit komt het vaakst voor in documentaires. Storyboard Een storyboard is een visuele representatie van uw film. Afzonderlijke fragmenten worden als miniaturen op de tijdlijn weergegeven. Streaming Hiermee kunnen grote bestanden worden afgespeeld terwijl ze worden gedownload. Streaming wordt veel gebruikt voor grote video- en audiobestanden die via videowebsites op het internet beschikbaar worden gesteld.
Vastleggen Het opnemen van video's of afbeeldingen op de vaste schijf van een computer. Vervagen (Fade) Een overgangseffect waarbij het fragment geleidelijk verdwijnt of verschijnt. In video zal het beeld gradueel wijzigen naar of van een effen kleur, of van een afbeelding naar een andere. Bij audio zal de overgang verlopen van maximaal volume naar volledige stilte of andersom. Videofilters Een videofilter is een manier om de weergave van een videofragment te wijzigen, zoals mozaïek en golven.
Gebruikershandleiding voor Corel® VideoStudio® Pro X9 © 2016 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden. Corel, het gestapelde en side-by-side-logo van Corel en de ballonlogocombinatie van Corel, VideoStudio, CorelDRAW, Corel DESIGNER, FastFlick, Painter, PaintShop, PaintShop Pro, Ulead, WinDVD, WinZip en WordPerfect zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Corel Corporation en/of diens dochterondernemingen.