Operation Manual

Werken met kleuren en materialen 77
Eigenschappen van materiaal te openen, waarin u de
materiaalopties kunt instellen. Voorgrondkleur en
Achtergrondkleur — hierin worden de huidige voor- en
achtergrondkleur weergegeven en kunt u kleuren instellen,
ongeacht het huidige materiaal.
•Knop Stijl — geeft aan welke stijl momenteel is geselecteerd:
kleur , verloop of patroon . Als u wilt schakelen tussen uw
laatst geselecteerde kleur, verloop of patroon, klikt u op de knop
Stijl en selecteert u een nieuwe stijl in de vervolgkeuzelijst.
•Knop Te xt uu r — schakelt de huidige textuur in of uit.
•Knop Instellen op zwart-wit hiermee stelt u de voorgrond in
op zwart en de achtergrond op wit. Dit is handig wanneer u de
opdracht Selectie bewerken gebruikt.
•Knop Transparantie geeft aan of het voorgrond- of
achtergrondmateriaal transparant is (ofwel geen stijl of textuur
heeft). Transparante materialen worden voornamelijk gebruikt met
vectorobjecten en tekst. Een transparante voorgrond heeft geen
omlijning (alleen de objecten of letters zijn gevuld) en een
transparante achtergrond heeft geen vulling (alleen de objecten of
letters hebben een omlijning). Deze knop is niet beschikbaar voor
gereedschappen waarvoor voor- of achtergrondmateriaal vereist is.
Selectievakje Alle gereedschappen — geeft aan of het
geselecteerde voorgrond- en achtergrondmateriaal van toepassing
is op alle gereedschappen. Als dit selectievakje uitgeschakeld is,
worden de geselecteerde materialen alleen op het actieve
gereedschap toegepast.
Het palet Materialen weergeven of verbergen
•Kies Beeld
Paletten Materialen.
U kunt het palet ook sluiten door in de titelbalk van het palet op
Sluiten te klikken.
De kleuren en materialen voor de voor- en achtergrond
verwisselen
Klik in het palet Materialen op de knop Kleuren wisselen of
Materialen verwisselen .
Kleuren kiezen met de Kleurenkiezer
Wanneer u afbeeldingen in Corel Paint Shop Pro Photo bewerkt, moet u