Operation Manual
Werken met selecties 61
van selecties.
Een selectie maken met het gereedschap Selectie
1 Kies op de werkbalk Gereedschappen het Selectiegereedschap .
2 Controleer de instellingen van de volgende bedieningselementen
op het palet Opties voor gereedschap en wijzig deze indien nodig:
• Selectietype — bepaalt de vorm van het selectiegebied.
• Modus — bepaalt of een bestaande selectie moet worden
vervangen, toegevoegd of verwijderd. Ver vangen is de
standaardinstelling.
• Doezelen — verzacht de randen van een selectie door een
vervagingsbreedte op te geven (0 tot 200 pixels).
• Anti-alias — past een vloeiende rand toe op een selectie door de
pixels semi-transparant te maken langs de randen ervan.
3 Maak de selectie door te slepen.
Tijdens het slepen verschijnt er een rand die de selectie aangeeft.
Wanneer u klaar bent met slepen, wordt de rand van de selectie een
selectiekader.
Nadat u een selectie hebt gemaakt, zijn wijzigingen van de
instellingen op het palet Opties voor gereedschap van toepassing
op de volgende actie, niet op de huidige selectie. U kunt de
opties voor de huidige selectie wijzigen door Selecties
Wijzigen te kiezen en vervolgens een opdracht in het menu te
gebruiken.
Een selectie maken met het gereedschap Selectie uit
vrije hand
1 Kies op de werkbalk Gereedschappen het gereedschap Selectie uit
vrije hand .
2 Kies op het palet Opties voor gereedschap een van de opties in de
vervolgkeuzelijst Selectietype.
• Randzoeker
• Vrije hand
• Van punt tot punt
• Intelligente randselectie










