Operation Manual

Werken met selecties 59
Werken met selecties
Het selecteren van de onderdelen van afbeeldingen om deze te
bewerken is een belangrijke stap in uw werkproces. Door een selectie
te maken kunt u een gebied van de afbeelding bewerken terwijl de rest
van de afbeelding ongewijzigd blijft. U kunt gereedschappen voor
tekenen of verven gebruiken om geselecteerde gebieden van de
afbeelding te wijzigen. Daarnaast kunt u ook opdrachten toepassen
om de geselecteerde gebieden om te draaien, te kopiëren, bij te
snijden of er andere acties op uit te voeren.
De rand van een selectie is te herkennen aan een selectiekader, dat
bestaat uit een reeks zwarte en witte strepen die de selectie omsluiten.
In dit gedeelte leert u het volgende:
selecties maken
het selectiekader verbergen en weergeven
selecties wijzigen
selecties omkeren en wissen
Selecties maken
U kunt een selectie maken wanneer u een deel van een afbeelding wilt
isoleren. U kunt bijvoorbeeld een selectie gebruiken om één gebied van
een foto aan te passen of te retoucheren, of om een deel van een foto
te kopiëren en dit in een andere foto te plakken. De manier waarop u
een selectie maakt, is afhankelijk van de laag waarop u werkt: een
rasterlaag of een vectorlaag. Zie ' Lagen begrijpen” in de Help voor meer
informatie over raster- en vectorlagen.
Met de volgende selectiegereedschappen kunnen rasterselecties
worden gemaakt:
Selectiegereedschap — hiermee kunt u een selectie maken met
een specifieke vorm, zoals een rechthoek, vierkant, ovaal, cirkel of
ster.